En steeds is alles er : over missen en herinneringen
Marjoleine De Vos
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Van Oorschot, 2003 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : * 877 VOS |
31/12/2004
Marjoleine de Vos schrijft een charmante lyriek die sterk doet denken aan kleine miniaturen, waarin bij nader toekijken een hele wereld ligt verscholen. Die voorkeur voor het kleine geldt niet enkel de thematiek van de bundel, maar is ook terug te vinden op het niveau van de stijl. De dichteres hanteert vaak het alledaagse als vertrekpunt voor haar lyriek en tracht die dimensie op een suggestieve manier rechtstreeks bij de lezer op te roepen. Daartoe gebruikt zij vaak het stijlmiddel van de aanspreking of de vraag, waarmee de lezer als het ware rechtstreeks het vers wordt binnengehaald. Tegelijk echter is de dichteres zich bij uitstek bewust van het mythische besef van zelfs de kleinste waarnemingen. Herhaaldelijk maakt zij gebruik van mythologische motieven en van symbolische elementen, waardoor haar verzen uitgroeien tot een soort van tijdloze emblemen, soms op een sprookjesachtige wijze. De beste reeks in de bundel is in dit opzicht 'Mevrouw Despina', waar een aantal gedichten geconcentreerd wordt rond hetzelfde hoofpersonage; de subtiele ontregeling en de ironie worden hier een stuk indringender dan in de meeste andere verzen. Kat van sneeuw is in ieder geval een bundel vol fijnzinnige en meerduidige verzen. [Dirk De Geest]
Hans Groenewegen
De Vos (1957) sloeg met haar debuut 'Zeehond graag' (2000*) direct een eigen toon aan. De bundel bevat soepele verzen van een vrouw die elke dag opnieuw het leven onbevangen tegemoet wil treden. Het alter ego mevrouw Despina wil een vrolijk etende, minnende en spelende zeehond zijn. Het eigene onstaat omdat de onbevangenheid steeds onderschilderd is met verdriet en wanhoop om het levenstekort: ongewilde kinderloosheid, het vreemde haperende lichaam, vergankelijkheid, het zwijgen van god. In 'Kat van sneeuw' kreeg Despina minder ruimte. Bij gelijkblijvende thematiek en zonder dat de moedige onbevangenheid verdwenen is, bracht De Vos de onderschildering naar boven - 'mijn merg is koud'. De kou is in haar techniek terug te vinden: elliptisch zinnen, antimetrieën die de natuurlijke soepelheid verstoren. De hoekiger presentatie van het tekort is in deze bundel geaccentueerd door de lichte toetsen van het verlangen naar de warme omslotenheid van een thuis. Die spanning tussen de ervaring van de existentiële kou en het even authentieke verlangen naar een hele wereld tekenen deze poëzie.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.