De ommelanden
Elvis Peeters
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Uitgeverij Podium, 2018 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : Kast 10-13 PEET |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Uitgeverij Podium, 2018 |
VOLWASSENEN : ROMANS : PEET |
Dirk Leyman
ua/an/24 j
Wie regelmatig de schouwburg bezoekt, kan het onmogelijk ontgaan zijn. Elk zichzelf respecterend gezelschap heeft tegenwoordig wel een stuk op voorraad over asielzoekers en vluchtelingen. De Morgen-theaterrecensente Evelyne Coussens kreeg het er vorige herfst van op haar heupen. 'We moeten oppassen dat het onderwerp geen deel gaat uitmaken van een bourgeois repertoire', waarschuwde Coussens. En ze vroeg zich af of er vluchtelingenvoorstellingen zijn die 'werkelijk een scheur in ons denken' veroorzaken. 'In de theaterfoyer heb ik in ieder geval nog maar weinig koortsige revoluties zien ontstaan - zelfs niet in gedachten.'
De vraag lag voor het grijpen: is de vluchteling een ideaal schaamlapje geworden voor de kunstenaar die graag geëngageerd door de wereld stapt?
Geldt hetzelfde voor de letteren? Ook de romans en verhalen met asielzoekers in een leidende rol stapelen zich op. Logisch. Het onderwerp is hyperactueel. De calamiteiten rijgen zich aan elkaar: de Syrische burgeroorlog, kapseizende schepen in de Middellandse Zee, het jongetje Aylan, het Maximiliaanpark, een illegalenmuur in Mexico en de Soedan-uitwijzingsaffaire van Theo Francken.
Schrijvers houden al langer hun ogen open. Van Philippe Claudels Het kleine meisje van meneer Linh via Arnon Grunbergs De asielzoeker tot Dave Eggers, Rodaan Al Galidi, Tommy Wieringa of Valeria Luiselli's non-fictieboek Vertel me het einde. Je kunt moeiteloos een bloemlezing samenstellen met hoogstaand literair proza over het thema. Bitter, humaan, allegorisch, pamflettair of moralistisch. Zeker is dat het onderwerp niet alleen de samenleving maar ook schrijvers verdeelt. Sinds kort vindt Wieringa bijvoorbeeld dat 'een harde Europese buitengrens noodzakelijk is'.
Dolende eenzaat
Elvis Peeters (°1957) - die zijn romans schrijft samen met echtgenote Nicole van Bael - is ongetwijfeld een andere mening toegedaan. Hij voegt aan de exponentieel groeiende vluchtelingenliteratuur een korte, intense roman toe. Daarin breekt hij een lans voor het lot van een dolende eenzaat. Voor Brood verplaatst Peeters zich in het hoofd van een naamloze jongen die vanuit een niet nader omschreven (Afrikaans?) land de benen neemt.
'Ik was tien. Misschien elf. Misschien negen. Misschien twaalf. Mijn precieze geboortedatum heeft niemand me ooit verteld. Thuis hielden we geen register bij. Ik was zo oud als het uitkwam.' Hij zoekt noodgedwongen in Europa zijn heil. In zijn dorp en zijn land dringt - etnisch? - oorlogsgeweld zich steeds meer op. Velden, gehuchten, huizen en mensen worden systematisch vernietigd. 'Ik moet de taal kiezen waarin ik de dingen vergeet die ik liever niet vertel. Wat ik wil koesteren, mag ik niet in een andere taal teloor laten gaan', denkt de opvallend vroegrijpe jongen.
Eerst vertrekken zijn moeder en zijn drie jongere zusjes, met een pick-uptruck. Samen met zijn vader, zijn oudste broer en oudste zus blijft hij achter, vlak bij de frontlinies, omdat het geld om de mensenhandelaars te betalen nog niet is bijeengeschraapt.
''s Avonds haalde mijn broer zijn schouders op. We konden geen kant op. Gelukkig zijn moeder en de jongsten hier weg, zei vader. Wij gaan ze gauw achterna. Maar je zag zo dat hij het zelf nauwelijks geloofde.'
Eén korst
Aanvankelijk werkt de knaap nog in een winkel waar hij de schappen bijvult. Maar een dagelijkse tocht langs versperringen, gewapende mannen en overvliegende helikopters maakt dit bijna onmogelijk. Wanneer het magazijn van de supermarkt wordt platgebombardeerd, is de jongen werkloos en moet hij het huishouden runnen. Het vertrek is onafwendbaar. Geleidelijk aan wordt het gezin uiteengereten, om elk spoor van elkaar bijster te raken.
Onderweg vermenigvuldigen de ontberingen zich, met een gevoelloze pink als minste euvel. Uiteindelijk schiet er nog één korst brood over: 'Wanneer ik ze opat, wist ik: daarna komt er niets meer. Ik at niet op krediet. Ik belegde in hoop.'
Aangekomen in Europa fabuleert hij zich een nieuwe identiteit bij elkaar en is hij zwijgzaam over zijn verleden, wat moet je anders? Je gedeisd houden is de boodschap. De drang om normaal te zijn en een beroep uit te oefenen (bakker, fietsenmaker) is groot. Maar de codes ontgaan het joch. Zeker wanneer hij terechtkomt op een groot plein en tijdens het vuurwerk zijn hand tussen de benen van een meisje glipt.
Peeters schrijft opnieuw messcherpe zinnen, met veel witregels. Hij bespaart ons de gruwelijke details niet van verkrachtingen, oorlogsgeweld en zich ophopend leed, volgens de beproefde techniek uit Wij, Dinsdag en Jacht. Hij weet hoe je maximaal effect bereikt door onaangedaan te vertellen.
Systematisch voegt hij expliciete laagjes symboliek toe. De veerkrachtige jongen klampt zich vast aan de sterrenhemel en vooral aan de zwaluwen, die in alle omstandigheden hun dagen herhalen. 'De zwaluwen waren een baken, een teken dat alle onheil zou voorbijgaan en dat het leven nog steeds het leven zou zijn, uiteindelijk.'
Hoe moet hij de knepen van deze gesofisticeerde samenleving ooit onder de knie krijgen? De kloof is groot, hij bevindt zich in een illegaal niemandsland. 'Ik heb het woord trauma geleerd. Ik geloof dat ik het begrijp. Dat het niet eens is gelogen, zo'n woord.'
Klam hart
Wil de schrijver ons een geweten schoppen? Veroorzaakt Brood een scheur in ons denken? Misschien wel, misschien niet. "Een roman is niet bedoeld om de les te spellen. Wel om een spiegel voor te houden", bezweert Peeters altijd weer in interviews.
Dit verhaal lijkt een addendum bij zijn eerdere vluchtelingenroman De ontelbaren (2006). Daarin wordt Europa overspoeld door groepen vreemdelingen op zoek naar een beter leven. Brood heeft een minder allegorische ambitie. Wel raakt hij opnieuw een open zenuw. Je leest deze beknopte roman met een klam hart. Toch schuilt er ook enige - weliswaar tragische - voorspelbaarheid in dit verhaal. Dat de jongen niet zal aarden in Europa, voel je van ver aankomen en de verwijzingen naar de beruchte nieuwjaarsnacht in Keulen zijn behoorlijk opzichtig. Enige extra afstand tot de feiten had de roman geen kwaad gedaan.
Zeker in het slotgedeelte lijkt Peeters de moralistische toer op te gaan, ondanks zijn hekel aan 'pamflettaire literatuur'. Streeft hij met Brood hoofdzakelijk educatieve doelstellingen na? In het onderwijs kan dit boek inderdaad broodnodige diensten bewijzen. Literair snak je naar iets meer ambiguïteit en minder eenduidigheid.
Maria Vlaar
ru/eb/02 f
Wie schuilt er achter het gezicht van een anonieme vluchteling op een krantenfoto? Elvis Peeters heeft zich dat afgevraagd bij het lezen van de berichten over de handtastelijkheden en berovingen in de nieuwjaarsnacht 2015-2016 op het Domplein in Keulen. Samen met zijn partner Nicole Van Bael bedacht Peeters een levensverhaal bij een van de jongens die zich lieten gebruiken door een bende zakkenrollers. Hij stelt zich daarbij op als empathisch toeschouwer, waarbij hij inzoomt op de morele vragen die de massale en georganiseerde aanrandingen in Keulen opriepen. Zijn sympathie ligt bij de vluchteling die over de schreef ging, een Syrische jongeman die niet weet hoe oud hij is - soms voelt hij zich een kind, soms maken zijn belevenissen hem jaren ouder.
Brood doet nog het meeste denken aan een jeugdboek, en is een traditionele vertelling in een poëtische, heldere stijl. Een gevoelige, naamloze jongen uit een niet nader genoemd land in het Midden-Oosten vertelt hoe hij in Europa terecht is gekomen, en hoe zijn leven er vroeger uitzag. Met zijn ouders, broers en zussen leeft hij in een dal; de oorlog blijft lang 'achter de bergen'. Peeters beschrijft heel bedreven hoe de oorlog oprukt en de grens van wat een kind te verdragen krijgt steeds weer opschuift. Eerst zijn er de knallen en vuurflitsen, ver weg. Dan een voltreffer op het huis van een oom. Vervolgens de sluiting van de school, waar hij zo graag heen gaat, de vlucht in een schuilhol, de schamele laatste oogst. Daarna de dode lichamen op straat, een daarvan met de handen op de rug gebonden. De vliegtuigen, de soldaten, de wegversperringen. Een kind hoort te spelen, wíl spelen, maar deze jongen wordt door de oorlog wreed uit zijn kinderjaren geschopt.
Plassen van spanning
Hij raakt alles kwijt. Hij verliest zijn werk in de supermarkt na een bombardement. Zijn moeder en de drie jongsten vluchten als eersten, en ze verliezen snel contact. Zijn zus vertrekt en draagt aan hem, 'ik was twaalf, misschien dertien, misschien elf' het huishouden over. Zijn broer blijft uit eigen wil achter in oorlogsgebied. En zijn vader moet hij onderweg in Turkije achterlaten omdat er te weinig geld voor de smokkelaar is. Eenmaal in Europa aangekomen - ook daar worden geen namen van mensen of landen genoemd, maar Duitsland en België zijn wel te herkennen - voelt hij dat hij zelfs de sterrenhemel en de taal kwijt is: 'Soms weet ik niet in welke taal ik moet denken.' Hij is 'een schaduw' geworden, een jongen die er niet mag zijn en die niemand heeft, die niet mag werken en geen vrienden heeft. Hij blijft een naamloze voor ons, is Peeters' boodschap.
Na de gebeurtenissen in Keulen vlucht hij in de illegaliteit. Hij schaamt zich diep: 'Het spijt me. Ik heb het gedaan, het spijt me. Ik stond er niet bij stil. Het spijt me.' Hij slaapt op karton onder een brug; als het regent houdt het karton het een kwartier. Maar de 'bittere kou' zit in hemzelf, en zijn hartverscheurend lot zal iedere lezer beroeren. Liefst wil hij bakker worden, een droombestemming die je hem van harte toewenst maar die onhaalbaar is voor een illegale immigrant. De jongen heeft, zo benadrukt Peeters, een smetteloos geweten tot aan die nacht in Keulen: hij redt in zijn dorp een meisje dat verkracht wordt door soldaten, en brengt haar zorgzaam terug naar haar familie, en eenmaal in Europa helpt hij een meisje dat een auto-ongeluk krijgt - meteen de eerste en laatste keer dat hij zich nuttig voor de samenleving voelt. In zijn thuisland is er een meisje met wie hij verstoppertje speelt en die moet plassen van de spanning: 'Het geurde warm en zout, zoals van koeien.' Hij neemt de herinnering aan de geur mee naar Europa, maar liefde of aandacht van meisjes of vrouwen is hier niet te krijgen.
Zoet
Het is een nogal zoet verhaal dat Peeters vertelt, ook al zijn de herinneringen van de jongen aan de oorlog en de ontberingen onderweg verschrikkelijk. Tommy Wieringa heeft in Dit zijn de namen de vlucht van een verdoolde vel indringender opgeschreven. Nicolaas Matsier heeft in Het achtenveertigste uur, waarin niet een vluchteling maar zijn dossier de hoofdpersoon is, de uitzichtloosheid in een asielzoekerscentrum pregnanter verwoord. En Annelies Verbeke in Dertig dagen en Tom Lanoye in Zuivering hebben het leven van een immigrant in België verrassender en humoristischer op papier gebracht. Dat maakt Brood, hoe goedbedoeld ook, toch te weinig origineel om indruk te maken.
Podium, 128 blz., 17,50 €.
Marnix Verplancke
ru/eb/07 f
Twaalf jaar geleden verscheen van Elvis Peeters, de nom de plume van het koppel Jos Verlooy en Nicole Van Bael, De ontelbaren . In die dystopische roman wordt Europa overspoeld door miljoenen vluchtelingen. Weggetrokken vanwege oorlog en honger, of gewoon omdat ze een betere toekomst willen, ontwrichten ze het oude continent. Mensen voelen zich bedreigd, er wordt gehamsterd en geplunderd en uiteindelijk breekt de totale anarchie uit. Nu er echt sprake is van een ‘vluchtelingencrisis’ (al neemt die niet de proporties aan die ze in hun zwartste dromen zagen) keren de twee schrijvers naar dat gegeven terug.
In Brood volgen we een jongen die opgroeit in een land in burgeroorlog. Het zou Syrië kunnen zijn, maar dat wordt nergens geëxpliciteerd, en dat doet er ook niet toe. Zijn moeder en jongere zusjes zijn het land al uit, terwijl hij met zijn vader, broer en oudere zus is achtergebleven. Hij werkt in een kleine supermarkt, ziet hoe de voorraden slinken en de blokkades toenemen en heeft naast overleven slechts één grote bekommernis: zijn ontluikende seksualiteit en zijn onmogelijkheid om die een zinvolle plaats te geven in zijn bestaan. Veel meisjes zijn er immers niet meer en ook wanneer hij samen met de rest van het gezin naar Europa vlucht, blijft het vooral bij dromen en in de eigen broek tasten. Tot hij onder de rok van een onwillige vrouw tast. ‘Aan mijn vingers kleefde de illusie van een vrouw’, lezen we dan.
Deze naamloze jongen vertelt zelf zijn verhaal, in de ik-vorm, in korte zinnetjes, zoals je dat van een opgroeiend kind mag verwachten. Voor wie het vroegere werk van Peeters kent, geschreven in zinnen die zelfs gezongen zouden kunnen worden, betekent dat een heuse stijlbreuk. En misschien wel niet de gelukkigste omdat Brood daardoor toch een ietwat schrale leeservaring wordt.
Veel positiever is dat Elvis Peeters van de jongen een agnost heeft gemaakt. De knaap weet wel dat sommigen in een god geloven, maar hem laat dat helemaal koud. Daardoor slaagt het boek erin de valkuilen van de religieuze reductie te ontwijken, waarbij de persoon teruggebracht wordt tot zijn religie. Dat hebben we zo stilaan al genoeg gehoord, is de redenering wellicht geweest, en het schrijverskoppel richtte zich – terecht – op de veel interessantere psychologische ontwikkeling van de jongen.
***
Elvis Peeters , Podium, 128 blz., € 19,99.
Mick K. Zwart
Een gezin wordt uiteengerukt als de oorlog in hun land oprukt. Als laatsten vluchten de vader en zijn twee oudste zoons uit het dorp waar ze nog lang hebben geprobeerd een normaal leven te leiden. Onderweg, vluchtend van grens tot grens, raken ze elkaar kwijt en de jongste zoon, een puberjongen, moet alleen verder. Op ontnuchterende, scherpe wijze, zonder een woord te veel worden de trauma’s van oorlog, vluchten en honger beschreven. Waar houdt een jongen die niets meer heeft dan een korst brood in zijn tas, zich aan vast? Welke dromen heeft hij, welke wensen en welke fantasieën houden hem op de been? Hoe bezweert hij zijn angsten, zijn heimwee, de kou, de honger? Het leven blijft overleven, zelfs als je in een nieuw land nieuwe kansen krijgt. Vrij zijn en toch ook weer niet. Het is moeilijk om dan te blijven zien wat goed is en wat niet. Korte zinnen in korte hoofdstukjes zonder titel. Een verslag in weinig woorden met grote betekenis. De auteur schreef al eerder succesvolle romans en verhalen in dezelfde klare taal. 'Wij' en 'De ontelbaren' werden verfilmd en 'Jacht'* werd genomineerd voor literaire prijzen.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.