Herfst
Ali Smith
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Prometheus, 2018 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : SMIT |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Prometheus, 2018 |
VOLWASSENEN : ROMANS : SMIT |
Hans Bouman
i /un/29 j
Enkele maande geleden wees een enquête van de Times Literary Supplement onder tweehonderd recensenten, academici en auteurs Ali Smith aan als de beste Britse of Ierse auteur van dit moment. In haar kielzog volgden Hilary Mantel en Zadie Smith.
Hoewel Ali Smith qua verkoopcijfers en 'zichtbaarheid' op het literaire schouwtoneel achterblijft bij die twee collega's, komt haar uitverkiezing niet uit de lucht vallen. Ze staat in de literaire kritiek al jarenlang in hoog aanzien en heeft vier maal de shortlist van de Booker Prize gehaald, een prijs die haar eigenlijk allang een keer had moeten zijn toegekend.
Bijvoorbeeld voor Autumn (Herfst), waarmee Smith in 2017 haar seizoenenvierluik begon. Dat boek werd indertijd binnengehaald als 'de eerste grote Brexitroman'. Dat was het ook; onder heel veel meer, voegen we daar snel aan toe.
Inmiddels zijn ook Winter en Spring (Lente) verschenen en vertaald en wordt steeds duidelijker wat Smith met haar cyclus aan het doen is. Bij de publicatie van Autumn bleek al dat ze zo kort mogelijk op de actualiteit wilde schrijven. In dat boek speelde het Brexitreferendum en de verbijsterende verdeeldheid en oprispingen van vreemdelingenhaat die daar rechtstreeks uit voortkwamen een belangrijke rol. Tegelijk was het een relativerend boek, waarin geschiedenis 'een ander woord voor ironie' werd genoemd.
Nu driekwart van Smiths vierluik is verschenen, kunnen we constateren dat de boeken op verhaalniveau weliswaar geen vervolg op elkaar zijn, maar dat ze qua opzet, structuur, stijl en thematiek een hechte eenheid vormen.
Smith kiest er telkens voor om haar roman te openen met een tijdsbeeld, waarbij ze uitbundig knipoogt naar Dickens. In Autumn typeert ze de grimmige sfeer na het Brexitreferendum met een verwijzing naar de beginzin van A Tale of Two Cities: 'Het was de slechtste der tijden, het was de slechtste der tijden.' In de opening van Winter herkennen we A Christmas Carol: 'God was dood: dat om te beginnen.' In Spring horen we de vervormde echo van schoolmeester Gradgrind uit Hard Times: 'Wat we dus niet willen zijn Feiten.'
Het zijn zinnen die zelfs laaggeletterde Britten herkennen, al was het maar dankzij de talloze televisiebewerkingen van Dickens' boeken. Ze geven het verwarde en desolate tijdsbeeld dat Smith uitdraagt een extra dimensie: een vleug van de hardvochtigheid van de Franse Revolutie, Ebenezer Scrooge en voornoemde Thomas Gradgrind.
Als de sfeer is gezet, begint Smith met de opbouw van haar plot. Dat laatste is bij haar altijd een groot woord en in de seizoenencyclus meer dan ooit. Ze vertelt niet zozeer een verhaal, maar zet een situatie neer, om van daaruit via associaties, herinneringen, fantasieën, flashbacks en flashforwards uit te waaieren en weer terug te keren.
In Winter is het centrale plotelement - hoe kan het ook anders - een kerstdiner. Plaats van handeling: een reusachtig huis in Cornwall, eigendom van de gepensioneerde zakenvrouw Sophia. De bezoekers: haar zoon Art, diens vriendin Charlotte en Sophia's zuster Iris. Een gezellig samenzijn wordt het niet, want eigenlijk is geen van de gasten welkom. De twee zussen hebben een afkeer van elkaar: waar Sophia 'Daily Mail-rechts' is, komt de levenslange activist Iris net terug uit Griekenland, waar ze heeft geholpen bij de opvang van vluchtelingen.
Verder is Charlotte niet wie ze voorgeeft te zijn. Ze blijkt een ongrijpbare persoonlijkheid met schijnbaar volkomen tegenstrijdige eigenschappen. Aan Art kleeft op een andere manier een sfeer van onechtheid. Hij schrijft natuurblogs over plekken waar hij nooit is geweest.
Tussen de gesprekken, associaties, fantasieën enzovoort door, laat Smith met zekere regelmaat de boze buitenwereld doordringen. De vluchtelingencrisis, de brand in Grenfell Tower, de feitenvrije politiek van Donald Trump, de klimaatverandering en andere zaken uit de actualiteit maken hun opwachting. In een onbedoelde vlaag van profetisch schrijven komt zelfs de Uil van Minerva even voorbij vliegen, in de vorm van de winkel Minerva's Owl.
Ook in het derde deel van de tetralogie, Spring (Lente), dringt het straatrumoer tussen de kieren van het verhaal naar binnen. In deze roman figureren Richard, een filmregisseur, en Britt, die werkzaam is bij wat een gevangenis lijkt, maar (zo laat ze fijntjes weten) in werkelijkheid 'een Uitzetcentrum met een gevangenisontwerp' is.
In Spring treedt wederom een ongrijpbare, ontregelende buitenstaander op: de 12-jarige Olivia, wier taalgebruik soms dat van een intellectuele volwassene is, maar die tegelijkertijd een kinderlijke onbevangenheid heeft. Ze lijkt een allusie op de 16-jarige Zweedse klimaatactivist Greta Thunberg.
Zoals gezegd is Smith maar matig geïnteresseerd in het uitwerken van een plot. De spanning van haar boeken zit in de terugkeer van thema's en motieven, telkens in andere verschijningsvormen, en in haar plezier in taalgrappen en woordspelingen, waarmee ze haar vertalers soms danig op de proef stelt. Samen met haar eigenzinnige typografie (zoals het ontbreken van aanhalingstekens bij directe rede) zorgt dat ervoor dat je haar boeken in een laag tempo moet lezen.
De seizoenencyclus mag dan op de huid van de actualiteit zijn geschreven, in feite hebben de boeken een tijdloos thema: dat van de altijd aanwezige mogelijkheid tot transformatie, verandering, metamorfose, belichaamd door het kind, de buitenstaander. En dat is, gezien de context, een uitgesproken hoopvolle boodschap.
J. Hodenius
Na 'Herfst'* (shortlist Man Booker Prize 2017) is dit het eveneens geslaagde tweede deel van een seizoenskwartet van de experimentele Schotse schrijfster (1962). De bejaarde Sophia Cleves, voormalig zakenvrouw, nodigt haar zoon Art uit voor het kerstdiner in haar ruime landhuis in Cornwall. De sensitieve Art, die naast een blog over natuur (Art in Nature) professioneel jaagt op overtreders van het copyright, neemt een vervangster mee (Lux) voor zijn vriendin Charlotte, waarmee het net uit is. Als blijkt dat zijn moeder nauwelijks eten in huis heeft, vraagt hij zijn tante Iris om hulp. Deze levenslange activiste is vervreemd van Sophia en in alles haar tegendeel. De favoriete thema’s van Smith (taal, kunst, het falende geheugen), haar associatieve stijl (rode draad zijn herinneringen rond de kortste dag en hallucinaties) en de nóg actuelere maatschappijkritiek (Trump!) blijvende hetzelfde, meestal verwoord door Iris. Ook hier de begripvolle buitenstaander (Lux) en verwijzingen naar Dickens, Shakespeare en kunst (Barbara Hepworth). Voor de belezen lezer en liefhebber van (de Engelse) taal.
Rob Schouten
i /ul/07 j
Natuurvorser Art schrijft een blog over de natuur waarin hij beweert op een 'milde winterdag in oktober' ergens met de auto naar een stukje natuur te zijn gereden. Maar het was geen milde oktoberdag en hij heeft geen rijbewijs. "Dat is om mensen te helpen zichzelf binnen de tekst te plaatsen, zegt hij." Maar zijn vriendin wil geen fake-blogs, zij wil iets echts, geen publieksvriendelijk verzinsel. "Iets echts? zegt hij. Zomaar iets echts, zegt ze."
Maar wat is zomaar iets echts? Voor de Britse auteur Ali Smith kan echtheid ook echt van alles zijn, groot wereldnieuws maar ook een minuscuul detail, realiteit maar ook hersenspinsels, dromen. En zo schrijft zij ook.
Arts moeder, Sophia, bekent op de eerste pagina's dat ze liever in romantische kwaliteitsfictie zou zitten met troostende feelgood-momenten, maar dan ben je bij Smith aan het verkeerde adres.
Smiths literatuur hangt van introspectie, impulsen en indrukken in zekere zin als los zand aan elkaar. Je hebt als lezer soms flinke moeite om haar te volgen maar als je eenmaal doorhebt waar ze op uit is, namelijk schrijven zonder rangorde en hiërarchie, als het ware concentrisch, in cirkels die niets uitsluiten, verzeil je in een wonderlijke, eigen wereld die met niets valt te vergelijken. Ergens in dit boek wordt van de astronoom Kepler die behalve sterren ook sneeuwvlokken bestudeerde, gezegd: 'hij was een man die aandacht besteedde aan dingen dichtbij én aan dingen veraf.' Zo doet ook Ali Smith het.
Je zou haar werk experimenteel kunnen noemen, waarbij het ene niet onder doet voor het ander en waarin de voorkeuren en keuzes van onze beschaving geen rol spelen; daarmee schept ze een soort nieuwe, hedendaagse mythes over oerervaringen: over veiligheid, angst, ambitie, verzet.
Cirkelden die in haar vorige roman 'Herfst' om een stokoude, stervende man en zijn jonge vrouwelijke discipel, in 'Winter' roept Smith een familie tot leven die in Cornwall Kerst en Oudjaar viert, feesten van ommekeer en nieuw begin. Sophia is een zakenvrouw, haar tegengestelde zus Iris een politiek activiste, zoon Art houdt zich bezig met 'Art in Nature' en wordt in plaats van door zijn ruzieachtige vriendin Charlotte vergezeld door het meisje Lux, opgepikt bij een bushalte waar ze de menukaart van een fastfoodketen bestudeerde. Wonderlijk en tegenstrijdig maar niettemin in een en dezelfde context geplaatst vormt dit kwartet in zekere zin een proeftuin van de wereld met al zijn contrasten en ongerijmdheden, liefde en oorlog.
Ik zie Ali Smith als een hedendaagse opvolgster van Virginia Woolf, zij het dat haar hoofdpersonen veel wilder zijn en vreemder associëren - Sophia bijvoorbeeld ziet een los hoofd naast zich zweven waar ze voor moet zorgen, Art voelt dat in de woonkamer een rotsblok boven het gezelschap hangt. Bovendien spelen naast innerlijke gedachten en surrealistische obsessies van de personages de actualiteit en het nieuws een grote rol in 'Winter', als decor maar vooral ook als slijpsteen van de karakters: 'Winter' gaat ook over de brexit, over de brand in de Grenfell tower, over racisme, over bootvluchtelingen, en in het algemeen over protest tegen heersende machten. Maar ook over het hyperbewustzijn van onze tijd, de openbaarheid van alles: "Godallemachtig. Het is echt waardeloos om in een tijd te leven waarin zelfs je dromen post-postmodern megabewust moeten zijn", verzucht Art (genoemd naar Koning Arthur trouwens, ook die mythen spelen een rol, naast de verhalen van Dickens en Shakespeare) ergens.
Ali Smith schrijft geen samenhangende geschiedenissen, eerder weeft ze een soort patronen waarin van alles en nog wat kan opduiken: woedende herinneringen, egoïstische zelfingenomenheid, maatschappelijk protest maar ook verbondenheid met de oergrond, 'een handvol die in zijn eigen tempo ademt, langzaam en meditatief en volkomen zichzelf ondanks alle woede en rotting, de aarde zelf, om (..) eraan te herinneren dat die verstilt tot hard en bevroren wanneer de temperaturen dalen en weer ontdooit tot flexibel wanneer ze stijgen. Dat is wat winter is: een oefening in je herinneren hoe je jezelf moet verstillen en dan hoe je weer flexibel tot leven moet komen.' Dat is een rake omschrijving van dit wonderlijke, meeslepende boek dat je op heel andere gedachten brengt dan je voorafgaand aan het lezen had.
de beste Britse auteur
Tweehonderd academici, critici en auteurs wezen de Schotse schrijver Ali Smith afgelopen april aan als de beste onder de Britse en Ierse schrijvers van nu. Na haar volgden Hilary Mantel, Zadie Smith, Kazuo Ishiguro en Eimar McBride in de top vijf, door The Times ironisch de 'new Elizabethans' gedoopt. De hier nog niet heel bekende Smith schreef acht romans en zes verhalenbundels, experimentele fictie, maar ook speels en toegankelijk, volgens de critici.
De 55-jarige Smith groeide op in het Schotse Inverness als jongste dochter van een Ierse moeder en Engelse vader. Als kind was ze meer van de films dan van het lezen, vertelde ze in een interview in The Paris Review. Er waren geen boeken in huis maar er waren op zondagavond wel films te zien in de stad, en ze bekeek de Franse en Duitse films van toen, van Jacques Rivette, Truffaut, Tati, Margaretha von Trotta.
Ze studeerde Engels in Cambridge, en begon een carrière als wetenschapper tot ze tijdens het schrijven van haar proefschrift, na de dood van haar moeder, geveld werd door het vermoeidheidssyndroom. Ze heeft dan al de nodige toneelstukken op haar naam staan, die ze schreef voor haar vriendin Sarah Wood, regisseur in Cambridge.
In 1995 debuteerde Smith met de verhalenbundel: 'Free Love and other stories'. Haar nieuwe roman 'Winter' is het tweede deel in een 'seizoenenkwartet' en genomineerd voor de Orwell Prize, een belangrijke Britse prijs voor 'politiek schrijven'. Het is voor het eerst in tien jaar dat een roman kans maakt op deze prijs.
Vert. Karina van Santen, Martine Vossmaer. Prometheus; 306 blz. € 19,99
oordeel
Wonderlijk, meeslepend boek dat je op nieuwe gedachten brengt.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.