De theeroos

De 17-jarige Fiona is de oudste dochter van Paddy en Kate Finnegan. Het gezin woont met hun vier kinderen en een kostganger in een armoedige buurt van Londen. Whitechapel is geen veilige buurt. Dieven en prostituees dwalen er rond en 's nachts wordt er al eens een moord gepleegd. Paddy Finnegan werkt in de theefabriek van William Burton. De arbeidsvoorwaarden zijn erbarmelijk en Paddy zet zich in voor de arbeiders als leider van de vakbond. Fiona werkt in dezelfde fabriek. Zij heeft een neus voor thee en ideeën om het werk vlot te laten verlopen. Burton maakt er alleen misbruik van. In dezelfde straat woont Joe Briston, de vriend van Fiona. Hij en Fiona dromen ervan om een eigen winkel uit te baten. Iedere uitgespaarde penny gaat in hun gezamenlijke spaarpot.

In dit verhaal brengt Donnelly de wantoestanden aan het licht die heersen bij Burton, de eigenaar van de theefabriek en zijn trawanten. De arbeiders werken er voor een hongerloon en als ze een penny opslag vragen per uur, krijgen ze een niet mis te verstaan 'neen' als antwoord. Pottenkijkers zijn helemaal niet gewenst en als Finnegan, als vakbondsleider, opkomt voor de arbeiders schrikt men er niet voor terug om hem uit te schakelen.

Doorheen het verhaal weeft Donnelly handig de groeiende liefde tussen Fiona en Joe. Ze beschrijft hen als fijne mensen die een droom hebben en er veel voor over hebben om die te verwezenlijken. Je leeft mee met hen en de ontgoocheling is groot als ze gescheiden raken. Elk afzonderlijk proberen ze dan die droom waar te maken maar de hoop blijft dat ze elkaar zullen terugvinden. We zien Fiona evolueren van een meelevende en goedhartige vrouw die thuis en op het werk de steun en toeverlaat is van iedereen tot een wraakgodin. In die laatste strijd zijn de toevalligheden legio, op het ongeloofwaardige af. [Maria Sys]