Weg met Eddy Bellegueule
Édouard Louis
Édouard Louis (Auteur), Reintje Ghoos (Vertaler), Jan Pieter van der Sterre (Vertaler)
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Uitgeleend
|
De Bezige Bij, 2018 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : Kast 10-13 LOUI |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Bezige Bij, 2018 |
VOLWASSENEN : ROMANS : LOUI |
Dirk Leyman
ob/kt/10 o
De klassenstrijd laait weer op, de revolutionaire banieren mogen weer van stal, de strijd tegen het kapitalisme moet op het scherpst van de snee worden uitgevochten. Tenminste, die indruk krijg je wanneer je Edouard Louis hoort tekeergaan in zijn nieuwste boek Ze hebben mijn vader vermoord.
Is het een politiek manifest, een aanklacht tegen de Franse staat of toch vooral een virulente korte roman vol pijnlijk schurende herinneringen? Louis, het welbespraakte wonderkind van de Franse literatuur, injecteert zijn proza altijd weer met een ferme sociologische geladenheid. "Ik wil vooral aantonen hoe het geweld van de onderdrukten slechts een echo is van het geweld van de verdrukkers", zo poneerde hij in menig interview.
In zijn ophefmakende debuut Weg met Eddy Bellegueule (2014) blikte Louis zonder pudeur terug op een door vernederingen, alcoholmisbruik en vechtpartijen getekende jeugd in een Noord-Frans arbeidersmilieu, waar zijn homoseksualiteit op weinig respijt kon rekenen. De roman las als een bitsige afrekening van een jongeman die intussen - dankzij beurzen - was opgeklommen tot de studiebanken van de Ecole Normale Supérieure.
Verzoening
In zijn derde boek grijpt Louis terug naar die ooit zo hoekige en verstoorde verhouding met zijn vader. Er gulpt opnieuw veel woede uit deze tekst in drie bedrijven, geïnspireerd door het proza van James Baldwin, Toni Morrison en Peter Handke. Maar opmerkelijk genoeg is er toenadering tussen vader en zoon, ja, je mag zelfs spreken van verzoening. Want de vader, dat is niet langer dezelfde man die ooit buitenlanders en homoseksuelen zo grof schoffeerde: 'Je koopt de boeken die ik publiceer, je geeft ze aan de mensen om je heen. Je bent veranderd, van de ene dag op de andere, een van mijn vrienden zegt dat kinderen hun ouders omturnen, en niet andersom.'
In de eerste pagina's beschrijft Louis hoe belabberd zijn zwaarlijvige, amper 51-jarige vader er tegenwoordig aan toe is: na tien meter stappen is hij buiten adem, hij heeft diabetes en kan elk moment een hartstilstand krijgen. Praten is een uitzonderlijke inspanning. 'Je lichaam kon zijn eigen gewicht niet meer dragen. (...) Ik zag je vechten tegen je lichaam, maar probeerde te doen alsof ik het niet merkte.'
Vervolgens vuurt Louis in korte scènes navrante taferelen op ons af: hoe is het zover kunnen komen? Weer is er veel spanning, onbegrip en redeloos geweld. Ooit pookte hij zijn criminele broer wraaklustig op tegen zijn vader, tot hij hem opgefokt naar de keel greep. Of hij zoomt in op de paradoxen van een man die de snaak bezwoer 'dat hij zich nooit als een vrouw mocht gedragen' maar wél zit te huilen bij opera-uitzendingen. Louis vraagt zich af: 'Is het normaal je te schamen omdat je van iemand houdt?'
Zijn vader, geboren 'in een gezin met zes of zeven kinderen' met een gewelddadige, drankzuchtige vader, ging al vroeg van school af. Hij leek bij voorbaat kansloos. Zeker nadat in de fabriek zijn rug ernstig wordt gehavend en hij later verplicht als straatveger aan de slag moet. Louis concludeert dat het leven van zijn vader 'een negatief bestaan' is geweest: 'Een bestaan dat jij niet wilde en dat jou niet wilde.'
Inkoppertjes
Fanatiek priemt Louis met de vinger naar de beleidsmakers - van Chirac en Sarkozy tot Hollande en Macron - die systematisch de sociale voorzieningen afbouwen, medicijnen duurder maken en de bestaansminima aftoppen. 'Het verhaal van je lijdensweg draagt namen', klinkt het nogal pathetisch.
In zijn rechttoe rechtaan diagnoses toont Louis zich niet vies van enig simplistisch sociaal determinisme. Zijn politieke oekazes hebben het aanschijn van makkelijke inkoppertjes.
Veel pakkender is deze voor de theaterpodia geknipte tekst wanneer de auteur zich overgeeft aan zijn schaamte, zijn pijn, zijn ontgoocheling en zijn gedwarsboomde gevoelens. Kortom, wanneer hij de feiten voor zich laat spreken en de prangende scènes op ons netvlies mitrailleert met zijn nerveuze maar ongemeen krachtige pen.
De Bezige Bij, 96 p., 16,99 euro. Vertaald door Jan Pieter van der Sterre en Rheintje Ghoos.
Marijke Arijs
ob/kt/12 o
Opgroeien in een kansarm gezin is een forse handicap, maar Édouard Louis wist er zijn voordeel mee te doen. De Franse auteur schreef zichzelf in 2014 de bestsellerlijsten in met de rauwe coming-of-ageroman Weg met Eddy Bellegueule en werd op zijn eenentwintigste een schrijver van wereldformaat. Sinds die klim op de maatschappelijke ladder gaapt er tussen hem en zijn milieu een gigantische sociale kloof, die hij in zijn jongste boek vruchteloos probeert te dichten. De auteur keert in Ze hebben mijn vader vermoord terug naar het troosteloze Noord-Frankrijk van zijn kindertijd. Het flinterdunne uitgaafje is een soort van hommage aan zijn verwekker. In zijn debuutroman moest de man het nog stevig ontgelden, maar tegenwoordig is de schrijver veel milder gestemd. Louis weet zowaar een paar mooie herinneringen aan zijn vreselijke jeugd uit zijn geheugen op te diepen: die keer dat vader Bellegueule tegenover een leraar hoog opgaf van de intelligentie van zijn zoon, de dag dat hij hem op het politiebureau met vuur verdedigde en tegen de agenten verklaarde dat hij trots op hem was, en die ene keer dat hij een fortuin uitgaf om zijn jongen een mooi verjaardagscadeau te geven. 'Ik heb vaak het gevoel dat ik van je hou', verklaart Louis, die zich een aantal bladzijden verderop afvraagt: 'Is het normaal je te schamen omdat je van iemand houdt?'
De beledigingen en vernederingen die deze drankzuchtige, homohatende en xenofobe macho de jonge Eddy liet ondergaan zijn niet vergeten, maar kennelijk wel vergeven. Per slot van rekening kon de arme man er ook niets aan doen. De stakker heeft nooit doorgeleerd, want dat deden echte mannen niet: 'Mannelijkheid heeft je veroordeeld tot armoede, tot geldgebrek. Afkeer van homoseksualiteit = armoede'. En misschien hebben vader en zoon wel meer gemeen dan ze zelf denken, want in zijn jonge jaren was zijn verwekker, die ieder teken van vrouwelijkheid bij mannen scherp veroordeelde, een jongeman die graag danste, lekkere luchtjes opdeed en af en toe stiekem een potje griende. Vader Bellegueule is, kortom, een gevangene van zijn sociale klasse en een weerloos slachtoffer van het systeem, dat steevast de zwaksten vermaalt.
Schuld van de politiek
Politiek, schrijft de auteur, is het onderscheid tussen bevolkingsgroepen die worden gesteund, gestimuleerd en beschermd, en bevolkingsgroepen die worden blootgesteld aan dood, vervolging en moord. Zijn vader behoort tot de laatste soort, 'de categorie mensen die volgens de politiek vroegtijdig het loodje legt'. In 2000 werd zijn rug verbrijzeld bij een arbeidsongeval in de fabriek en sindsdien is de stoere arbeider veranderd in een hoopje ellende. Dat is niet de schuld van de fabriek, maar van de politiek, vindt Louis, die bepaald geen blad voor de mond neemt: 'Jacques Chirac en Xavier Bertrand hebben je ingewanden kapotgemaakt', 'Nicolas Sarkozy en Martin Hirsh hebben je rug gesloopt', 'Hollande, Valls en El Khomri hebben je verstikt' en 'Emmanuel Macron stoot jou het brood uit de mond'. Met hun meedogenloze antisociale beleid hebben deze politici zijn vaders leven verwoest: 'Het zijn moordenaars die nooit in verband worden gebracht met de moorden die ze hebben gepleegd'. Voor de heersende klasse is de politiek namelijk hooguit een 'esthetische' kwestie, terwijl het voor de underdogs een zaak van leven en dood is. De president van moord beschuldigen, dat is niet niks, maar Emmanuel Macron nam er geen aanstoot aan. Het boekje werd op het Elysée aandachtig gelezen en naar verluidt zelfs naar waarde geschat.
Ze hebben mijn vader vermoord is geen roman, zoveel is duidelijk. Het boekje, dat amper 80 bladzijden telt, is een hommage en een vlammende aanklacht, een liefdes- en oorlogsverklaring tegelijk. Het is schrijven op ramkoers, een voortzetting van de klassenstrijd met andere middelen. Het is een pamflet, dat literair gezien echter weinig om het lijf heeft. De auteur zegt het zelf: 'wat ik schrijf, wat ik zeg, voldoet niet aan literaire eisen, maar aan die van de noodzaak, aan die van het vuur'. In het vuur van zijn betoog schrikt hij niet terug voor simplistische, haast karikaturale redenaties. Staat homofobie werkelijk gelijk aan armoede? Is studeren in arbeiderskringen iets voor mietjes? Is de wereld verantwoordelijk voor het drankmisbruik van zijn vader? Steekhoudende argumenten of een sluitende bewijsvoering hoef je van Édouard Louis niet te verwachten. Zijn debuutroman kwam aan als een literaire uppercut. Daarbij vergeleken is dit magere j'accuse niet meer dan een slag in het water.
Vertaald door Reintje Ghoos en Jan Pieter van der Sterre, De Bezige Bij, 80 blz., 16,99 € (e-boek
9,99 €). Oorspronkelijke titel: 'Qui a tué mon père'.
Wineke De Boer
em/ov/24 n
In Ze hebben mijn vader vermoord laat Louis zien hoe het leven en het lichaam van zijn vader kapot zijn gemaakt door de politiek. Hij stelt vast dat 'politiek' de heersende klasse steunt en beschermt, terwijl mensen in de overheerste klasse vaker eerder doodgaan. Zijn vader 'hoort tot de categorie mensen die volgens de politiek vroegtijdig het loodje legt', aldus de vertaling. Een uitdrukking die zo in de strip Lucky Luke kan. Louis spreekt van een categorie 'à qui la politique réserve une mort précoce'.
En zo zijn er talloze woorden en uitdrukkingen met een andere connotatie dan de meer 'blanco' uitdrukkingen die Louis gebruikt: 'vrinden' voor 'copains', 'om zeep helpen' voor 'tuer', 'grijnzen' voor 'sourir' en het gedateerde 'saffie' voor 'clope'. Ze veroorzaken ruis in deze juist zo schone tekst, die vooral bestaat uit herinneringen van Louis aan zijn vader. Naast de woede-uitbarstingen en wreedheid plaatst Louis roerende momenten waaruit blijkt hoe gevoelig deze macho was, en hoeveel hij van zijn zoon hield.
Aan het einde noemt de schrijver presidenten en ministers die maatregelen hebben genomen waardoor zijn vader het nog zwaarder kreeg dan hij het al had, sinds zijn rug werd verbrijzeld bij een bedrijfsongeval. Ook de huidige president Macron komt er niet best van af. Louis schreef een serieuze politieke aanklacht en tegelijkertijd een prachtig monument voor zijn vader.
****
Uit het Frans vertaald door Reintje Ghoos en Jan Pieter van der Sterre.
De Bezige Bij; 75 pagina's; € 16,99.
Naar gegevens van Matthieu Kockelkoren
In een kort geschrift dat het midden houdt tussen autobiografie en pamflet geeft de jonge auteur (1992) een indringend portret van zijn vader en de erfelijke en maatschappelijke factoren die hem ten gronde hebben gericht. Het verhaal speelt zich af in het deprimerende grijze en lelijke Noorden van Frankrijk. De erfelijk belaste vader heeft geen enkele schoolopleiding afgemaakt, werkt in een fabriek, is drankzuchtig en gewelddadig. Toch probeert de zoon uiteindelijk begrip voor hem op te brengen, zeker als hij in een polemisch orgelpunt van zijn geschrift de kapitalistische politiek ter verantwoording roept zoals die achtereenvolgens bedreven werd door Sarkozy, Hollande en Macron. Een keihard boek over een vader die geen woorden heeft en een zoon die geen antwoord krijgt.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.