Herfst
Ali Smith
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Prometheus, © 2019 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : SMIT |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Prometheus, © 2019 |
VOLWASSENEN : ROMANS : SMIT |
Hans Bouman
i /un/29 j
Enkele maande geleden wees een enquête van de Times Literary Supplement onder tweehonderd recensenten, academici en auteurs Ali Smith aan als de beste Britse of Ierse auteur van dit moment. In haar kielzog volgden Hilary Mantel en Zadie Smith.
Hoewel Ali Smith qua verkoopcijfers en 'zichtbaarheid' op het literaire schouwtoneel achterblijft bij die twee collega's, komt haar uitverkiezing niet uit de lucht vallen. Ze staat in de literaire kritiek al jarenlang in hoog aanzien en heeft vier maal de shortlist van de Booker Prize gehaald, een prijs die haar eigenlijk allang een keer had moeten zijn toegekend.
Bijvoorbeeld voor Autumn (Herfst), waarmee Smith in 2017 haar seizoenenvierluik begon. Dat boek werd indertijd binnengehaald als 'de eerste grote Brexitroman'. Dat was het ook; onder heel veel meer, voegen we daar snel aan toe.
Inmiddels zijn ook Winter en Spring (Lente) verschenen en vertaald en wordt steeds duidelijker wat Smith met haar cyclus aan het doen is. Bij de publicatie van Autumn bleek al dat ze zo kort mogelijk op de actualiteit wilde schrijven. In dat boek speelde het Brexitreferendum en de verbijsterende verdeeldheid en oprispingen van vreemdelingenhaat die daar rechtstreeks uit voortkwamen een belangrijke rol. Tegelijk was het een relativerend boek, waarin geschiedenis 'een ander woord voor ironie' werd genoemd.
Nu driekwart van Smiths vierluik is verschenen, kunnen we constateren dat de boeken op verhaalniveau weliswaar geen vervolg op elkaar zijn, maar dat ze qua opzet, structuur, stijl en thematiek een hechte eenheid vormen.
Smith kiest er telkens voor om haar roman te openen met een tijdsbeeld, waarbij ze uitbundig knipoogt naar Dickens. In Autumn typeert ze de grimmige sfeer na het Brexitreferendum met een verwijzing naar de beginzin van A Tale of Two Cities: 'Het was de slechtste der tijden, het was de slechtste der tijden.' In de opening van Winter herkennen we A Christmas Carol: 'God was dood: dat om te beginnen.' In Spring horen we de vervormde echo van schoolmeester Gradgrind uit Hard Times: 'Wat we dus niet willen zijn Feiten.'
Het zijn zinnen die zelfs laaggeletterde Britten herkennen, al was het maar dankzij de talloze televisiebewerkingen van Dickens' boeken. Ze geven het verwarde en desolate tijdsbeeld dat Smith uitdraagt een extra dimensie: een vleug van de hardvochtigheid van de Franse Revolutie, Ebenezer Scrooge en voornoemde Thomas Gradgrind.
Als de sfeer is gezet, begint Smith met de opbouw van haar plot. Dat laatste is bij haar altijd een groot woord en in de seizoenencyclus meer dan ooit. Ze vertelt niet zozeer een verhaal, maar zet een situatie neer, om van daaruit via associaties, herinneringen, fantasieën, flashbacks en flashforwards uit te waaieren en weer terug te keren.
In Winter is het centrale plotelement - hoe kan het ook anders - een kerstdiner. Plaats van handeling: een reusachtig huis in Cornwall, eigendom van de gepensioneerde zakenvrouw Sophia. De bezoekers: haar zoon Art, diens vriendin Charlotte en Sophia's zuster Iris. Een gezellig samenzijn wordt het niet, want eigenlijk is geen van de gasten welkom. De twee zussen hebben een afkeer van elkaar: waar Sophia 'Daily Mail-rechts' is, komt de levenslange activist Iris net terug uit Griekenland, waar ze heeft geholpen bij de opvang van vluchtelingen.
Verder is Charlotte niet wie ze voorgeeft te zijn. Ze blijkt een ongrijpbare persoonlijkheid met schijnbaar volkomen tegenstrijdige eigenschappen. Aan Art kleeft op een andere manier een sfeer van onechtheid. Hij schrijft natuurblogs over plekken waar hij nooit is geweest.
Tussen de gesprekken, associaties, fantasieën enzovoort door, laat Smith met zekere regelmaat de boze buitenwereld doordringen. De vluchtelingencrisis, de brand in Grenfell Tower, de feitenvrije politiek van Donald Trump, de klimaatverandering en andere zaken uit de actualiteit maken hun opwachting. In een onbedoelde vlaag van profetisch schrijven komt zelfs de Uil van Minerva even voorbij vliegen, in de vorm van de winkel Minerva's Owl.
Ook in het derde deel van de tetralogie, Spring (Lente), dringt het straatrumoer tussen de kieren van het verhaal naar binnen. In deze roman figureren Richard, een filmregisseur, en Britt, die werkzaam is bij wat een gevangenis lijkt, maar (zo laat ze fijntjes weten) in werkelijkheid 'een Uitzetcentrum met een gevangenisontwerp' is.
In Spring treedt wederom een ongrijpbare, ontregelende buitenstaander op: de 12-jarige Olivia, wier taalgebruik soms dat van een intellectuele volwassene is, maar die tegelijkertijd een kinderlijke onbevangenheid heeft. Ze lijkt een allusie op de 16-jarige Zweedse klimaatactivist Greta Thunberg.
Zoals gezegd is Smith maar matig geïnteresseerd in het uitwerken van een plot. De spanning van haar boeken zit in de terugkeer van thema's en motieven, telkens in andere verschijningsvormen, en in haar plezier in taalgrappen en woordspelingen, waarmee ze haar vertalers soms danig op de proef stelt. Samen met haar eigenzinnige typografie (zoals het ontbreken van aanhalingstekens bij directe rede) zorgt dat ervoor dat je haar boeken in een laag tempo moet lezen.
De seizoenencyclus mag dan op de huid van de actualiteit zijn geschreven, in feite hebben de boeken een tijdloos thema: dat van de altijd aanwezige mogelijkheid tot transformatie, verandering, metamorfose, belichaamd door het kind, de buitenstaander. En dat is, gezien de context, een uitgesproken hoopvolle boodschap.
Naar gegevens van J. Hodenius
Na 'Herfst' ('Autumn', 2016, shortlist Booker Prize 2017) en 'Winter'* (2017) is 'Lente' het voorlaatste, ingenieuze en hoopvolle deel van het op de Britse actualiteit gestoelde seizoenskwartet van de Schotse schrijfster (1962). Het is weer een schitterende verweving van enkele verloren zielen, kunst (Tacita Dean), tijdgeest (chaos) en literatuur (Shakespeare’s Pericles). De Britse tv-regisseur Richard rouwt om de dood van zijn geliefde mentrix en scenariste Paddy. Hij worstelt met een melodramatisch script over een fictieve relatie tussen Rainer Maria Rilke en Katherine Mansfield. Brit(tany) is een slimme jonge vrouw, maar murw gebeukt als bewaakster in een uitzetcentrum voor asielzoekers. De 12-jarige Florence weekt met haast magische vastberadenheid het vastgeroeste los (zoals de bevrijding van tienerprostituées) en weet bij Brit en Richard op te rakelen wat ze eigenlijk willen en zijn. Indrukwekkend hoe de auteur hier op schier lichte wijze (motto: leven is hoop) en met kritische ondertoon velerlei, verschillende, vaak problematische zaken aan elkaar weet te breien. Voor de recensent nu al 'Hét Boek van het Jaar'.
Eva Meijer
i /un/22 j
'Wat ze vergeten van Windrush is dat het een rivier is, en in de meeste gevallen komt een rivier uit een bron en leidt naar meer rivieren en dan naar iets met omvang van een oceaan," mompelt Paddy, een stervende vrouw aan een morfinepomp, nee, een scenarioschrijver, of misschien vooral een lezer. Iemand die begrijpt hoe verhalen werken, die de oude verhalen kent. Haar goede vriend Richard Lease vindt haar een genie. Hij is ook scenarioschrijver, doch niet van het scherpste soort. Ze is van de oude stempel, zegt ze tegen hem. Iemand die nog leest. Waarom zouden we romans lezen?
'Lente' is het derde boek in een kwartet over de seizoenen van de Schotse schrijver Ali Smith. Smith schreef hiervoor talloze goed ontvangen romans, verhalenbundels, en non-fictie boeken, waarin de taal zelf altijd een hoofdrol speelt. In 'Lente' laat ze zien dat verhalen altijd op eerdere verhalen rusten, en hoe je om iets te begrijpen van de wereld waarin je leeft op zoek moet naar die eerdere verhalen. Het Windrushschandaal uit 2018 draaide om immigranten die al jarenlang rechtmatig in het Verenigd Koninkrijk verbleven maar toch werden gedetineerd, hun werk kwijtraakten en in sommige gevallen zelfs werden uitgezet. Om te begrijpen hoe dat kon gebeuren, moet je op zoek naar de verhalen die het mogelijk maakten.
Het plot van 'Lente' laat zich makkelijk en moeilijk navertellen, omdat een samenvatting geen recht doet aan de speelsheid, springerigheid en grillige schoonheid van dit boek. Richard raakt na de dood van Paddy in een crisis en trekt naar Schotland, naar de bergen. Een twaalfjarig gevlucht meisje met een bijzonder talent voor taal en onzichtbaarheid, dat misschien wel en misschien niet Florence heet, loopt een detentiecentrum in om de directeur te spreken. Daarna reist ze ook naar het noorden, vrijwillig vergezeld door een bewaker (Brit, een afkorting van Brittany oftewel Brittanië). Daar raakt haar lot met dat van Richard verbonden, en daardoor komt hij op het spoor van een hoopvol verhaal (niet dankzij Brit/de staat), dat ik hier niet ga verklappen.
Door het hoofdverhaal worden talloze andere verhalen geweven, van die van de oude Grieken via volksverhalen en Shakespeare en de modernisten door naar nu. De lente zelf staat centraal, een trots seizoen, een opening. Net als in 'Herfst' en 'Winter' is er een vrouwelijke beeldend kunstenaar en haar werk (ditmaal eentje die nog leeft, Tacita Dean), een verstandhouding tussen een oudere man en een meisje, en een buitenstaander. Er is trouwens ook een boek in het boek, April geheten, over Katherine Mansfield en Rainer Maria Rilke, die in 1922 tegelijkertijd in een Zwitsers kuuroord verbleven zonder elkaar te leren kennen. En er is een pervertering van dat boek door een scenarioschrijver die er ondanks Mansfields vergevorderde tbc seksscènes in schrijft.
Net als in de rest van haar werk stelt Smith grenzen en lijnen ter discussie, van landsgrenzen en gender tot de vorm van een citroen. Ze laat zien dat het grote en het kleine niet te scheiden zijn, dat het een niet belangrijker is dan het ander, dat er altijd nieuwe verbanden mogelijk zijn, of zelfs een metamorfose. De taal draagt dit allemaal al in zich. De vorm die je kiest om iets te vertellen - een scenario, reclameboodschap, Tweet, e-mail, ansichtkaart, liedje, gesprek, roman - beïnvloedt wat je precies zegt. Smith maakt gebruik van al deze vormen, en andere, op een manier die tegelijk ingenieus en volkomen vanzelfsprekend is. Volgens Wittgenstein gebruiken filosofen taal die vervormd is, om de wereld te duiden, als lopen met schoenen die te krap zitten. En misschien doen we dat allemaal vaak wel. Smith trekt onze schoenen uit, en laat zien dat in, naast en achter alle woorden en verhalen andere schuilen, en dat die onze leefwereld vormen.
Dat zie je al in de allereerste zin: "Wat we niet willen zijn feiten." De beginpagina's van het boek zijn geschreven door Florence. Ze gaan niet alleen over feitenvrije mediacircussen, bespelers van de publieke opinie, internettrollen, of populistische politici. Ze tonen ook dat feiten en verhalen geen gescheiden werelden zijn. Dat we bij alles wat er gebeurt een verhaal nodig hebben om er chocola van te maken, en dat er mensen zijn die dat misbruiken.
Waarom schrijven mensen romans? Ik denk daar zo weinig mogelijk over na omdat ik, als romanschrijver, de noodzaak ervan niet wil betwijfelen. Maar uiteindelijk draait het steeds om de vraag: wat betekent het nou allemaal? Dat de knoppen van de bomen weer uitkomen, de wereld in bloei staat, terwijl mensen gevangen zitten of doodgaan omdat ze op de verkeerde plek geboren zijn, en dat al die gebeurtenissen en de verhalen erover steeds weer terugkeren, maar dan net anders. Zoals Spinvis zingt: "De geschiedenis herhaalt zich nooit, maar rijmt altijd een keer."
'Lente' eindigt in Schotland, want voor de huidige vluchteling in het Verenigd Koninkrijk was er al de Schot. (Romans gaan altijd ook over tijd. Ze zijn bij uitstek geschikt om tijdslagen door te snijden, die met elkaar in verband te brengen, en ze vragen van de lezer tijd.) De verhalenverteller sterft en er is alweer een nieuwe opgestaan, een kind nog, eentje van elders, van niet hier, een ander. Iemand die juist omdat ze van buiten komt en zelf nog nieuw is het vermogen heeft het verhaal opnieuw te vertellen. Ze mengt zich met haar stem tussen alle andere stemmen. Meerstemmigheid leidt bij Smith niet tot relativisme, maar biedt hoop. (De lente zelf is natuurlijk ook meerstemmig. Kijk maar naar buiten.)
In de lente begint alles opnieuw, en dat is hoopvol maar ook melancholisch want het zal weer eindigen - maar pas veel later, pas na de zomer. Niks blijft, alles keert terug. 'Lente' is uiteindelijk een ontroerend verhaal over die oneindige beweging, en over onze tijd. Over dit nu, hier nu, zoals Jeanette Winterson dat noemt. Dit boek vertelt het verhaal van de vreemdeling opnieuw en laat ons daarmee dit nu opnieuw zien. En daar zullen we altijd romans voor nodig hebben.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.