Waar geluk begint

Waar begint geluk, vraagt Eva Eland zich af. En die vraag is misschien heel gemakkelijk te beantwoorden: geluk begint bij de kaft van dit boek! En dat geluk zindert nog lang door nadat je het boekje hebt uitgelezen.

In dit boekje omschrijft en tekent Eva Eland waar je Geluk kan vinden. In een boomhut, in een potje op het schap, tussen een stapel boeken. Al gaat Geluk vaak zijn eigen gang. En als je Geluk niet meteen kan vinden, zal Geluk wel op je wachten om samen nieuwe dingen te ontdekken. Maar, zo concludeert ze, Geluk begint vooral bij jezelf.

Door gebruik van diepdruk op de kaft, krijgt Geluk - die grafisch weergegeven wordt als een fluo-oranjerood vlammetje - meteen een heel tastbare dimensie: je kan Geluk écht voelen. De simpele, doch van aandacht getuigende details zorgen voor een gevoel van warmte tijdens het lezen, en ze blijven niet beperkt tot de kaft of het verhaal en illustraties: zelfs de binnenste covers tonen figuurtjes die op de een of andere manier bezig zijn met zichzelf en Geluk. 

Met heldere simpliciteit kan ze precies neerschrijven waar het bij geluk om gaat: de vluchtigheid en (om het eerbiedig te noemen) de banaliteit van geluk wordt gecapteerd in korte, begrijpbare zinnen. De tekstjes lijken wel poëzie, leggen een moeilijk begrip op een bevattelijke manier uit, maar steeds met de nodige ingetogenheid. De illustraties zijn ook heel goed gemaakt: ze concretiseren een voor een kind vrij abstract begrip. Wat is geluk eigenlijk? En wat als geluk er niet meer is? De eenvoud van het verhaal vertaalt zich tevens in die illustraties: een ongecompliceerde lijntekening die hier en daar wordt ingekleurd, en dat alles met slechts drie kleuren (geel, blauw en fluo-oranje). Het boek zit vernuftig in elkaar.

Voor wie haar vorige boek gelezen heeft (Als verdriet op bezoek komt), kan het thema van geluk misschien wat teveel in dezelfde lijn liggen. Het gaat zoals gezegd immers ook over de afwezigheid van Geluk, en dan kom je uit bij ... Verdriet. Geen van beide boeken heeft de pretentie te stellen waar Verdriet of Geluk vandaan komt, al geeft het laatste boek wel wat suggesties. En dat hoort er ook echt wel bij, bij dit thema: het kan in kleine dingen zitten, en dat toont Eva Eland heel goed. Wat beide boeken zo mooi maakt, is de hoopvolle ondertoon: het komt allemaal wel goed.

Een ‘feel good’-verhaal met goed geschreven teksten in een zo goed als perfect afgewerkt illustratiejasje: wat heeft een kinderboek nog meer nodig om gelukkig te maken?