De goede zoon : roman
Rob van Essen
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Atlas Contact, 2020 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : VANE |
Sam De Wilde
ob/kt/17 o
'Al deze dingen kan ik niet verklaren.' Het is letterlijk en figuurlijk de centrale zin uit Een man met goede schoenen, de nieuwe verhalenbundel van de auteur die vorig jaar de Libris Literatuurprijs won met zijn 'autobiografische sciencefictionroman' De goede zoon. Het is misschien wel de sleutelzin uit Rob van Essens gehele oeuvre.
Iemand die precies dezelfde boodschappen koopt als jij, een tijdreizende logé of een clown op een klapstoeltje die jou een kankerlul noemt: in de werelden die Rob van Essen schept, lijkt alles mogelijk, maar gebeurt er al bij al betrekkelijk weinig. Het literaire universum van de 57-jarige Nederlander is lynchiaans, maar dan zonder de barokke overdaad die het werk van de Amerikaanse cineast kenmerkt. Geen blauw of anders gekleurd fluweel bij Van Essen, maar wel eenzelfde voorliefde voor onverwachte en onheilspellende omvormingen van de werkelijkheid. Een zondagse wandeling kan zomaar eindigen in een raar rollenspel rond reïncarnatie, een restaurantbezoek in een passief-agressief identiteitsvraagstuk en een therapiesessie in een familiaal drama met tuinkabouters. Van Essens personages ondergaan het doorgaans gelaten.
Gimmick
Van Essen is op zijn best wanneer hij een simpel idee simpel uitwerkt op een handvol pagina's: een zwerver wordt geschoren, een man verwart binnen met buiten, scholieren ontdekken een wormgat. Af en toe trekt hij zijn lezers zo diep mee in zijn literaire konijnenhol dat ze zich in een kort moment van existentiële twijfel ongetwijfeld gaan afvragen of zij zelf ook niet gewoon verzonnen personages in andermans vertelling zijn.
De combinatie van Van Essens verhalen roept zonder pedanterie vragen op over echtheid en het belang van fictie, maar de verhalen aaneenrijgen heeft zo zijn voor- en nadelen. Enerzijds versterken ze elkaar, waardoor zelfs de banaalste bedenksels onder spanning komen te staan, anderzijds loert het risico om de hoek dat je op den duur gewoon op de volgende twist zit te wachten. Op die momenten dreigt het onverklaarbare een gimmick te worden en ontbreekt het de schrijver aan de talige zwier die nodig is om je tijdens de opbouw bij de les te houden.
Van Essens taal is van een helderheid die perfect past bij de uitgeklede werkelijkheden die hij presenteert, maar hoewel ze zich prima leent tot een occasioneel aforisme, is ze soms ook zo karig dat de lezer die zich gretig aan 's mans surrealisme laaft, verder op zijn honger blijft. Van Essens fantasie is even vermakelijk als verontrustend, maar zijn ideeën bruisen vaak net iets harder dan zijn zinnen.
Atlas Contact, 256 blz., 21,99 €.
Bo Van Houwelingen
ob/kt/10 o
Absurde tijden vragen om absurde boeken. Om verhalen waarin vreemde dingen gebeuren zonder dat duidelijk wordt waarom. Net als in de echte wereld, eigenlijk. Twee onlangs verschenen verhalenbundels bieden verlichting wanneer de existentiële twijfel floreert: Een man met goede schoenen van Libris-laureaat Rob van Essen (1963) en Het dreigbed van de minder bekende maar niet minder interessante Bertram Koeleman (1979). Beiden schrijvers van absurdistische verhalen, met elk een heel eigen signatuur.
Toen Van Essen vorig jaar de Libris Literatuurprijs won met De goede zoon, bleek al dat Nederland best behoefte heeft aan absurdisme. 'Met al zijn bizarre invallen, groteske wendingen, lijnen en lagen laat Van Essens meesterwerk ons zien en voelen wat het betekent om te leven', staat in het juryrapport. Precies wat we nodig hebben. Lezers waren enthousiast over de onnavolgbare roadtrip van een plotloze thrillerschrijver en de roman werd een bestseller. Als gedegen verhalenschrijver had Van Essen zich al veel eerder bewezen met de bundels Elektriciteit (2010) en Hier wonen ook mensen (2014, won de J.M.A. Biesheuvelprijs). Enkele vertrouwde personages daaruit, zoals de mythische jeugdvriend Scipio en de montere oom Evert, zien we terug in Een man met goede schoenen.
Ook Bertram Koeleman schreef, naast twee romans, al eerder korte verhalen. Zijn eerste bundel Engels voor leugens (2016) werd goed ontvangen. Uit de verhalen bleek Koelemans voorkeur voor gothic en morbide elementen: mysterieuze katten en enge kinderen, blikseminslagen en bruut geweld. In Het dreigbed is dat er niet minder op geworden. Ditmaal zorgen tatoeages van zandlopers, vrouwen met beulskappen en huisgenoten met sadistische hobby's voor een luguber sfeertje. Die ambiance is direct ook het grootste verschil met Van Essen, wiens verhalen een stuk knusser zijn, getekend door melancholie en niet door horreur, zoals soms het geval is bij Koeleman. Grofweg: van Het dreigbed krijg je het - op een goede manier - koud, van Een man met goede schoenen warm. Opmerkelijker dan de verschillen zijn de overeenkomsten tussen de bundels: specifieke elementen en stijlkeuzes die beide schrijvers hanteren. Schuilt daarin het geheim van geslaagd absurdisme?
Allereerst laten Koeleman en Van Essen duidelijk zien dat absurdistisch schrijven iets anders is dan mafdoenerij. Niks hermetische moeilijkheden, vreemde vertelperspectieven of opzettelijk warrige taal, maar precisiewerk waarbij het volledig draait om de juiste dosering. Te veel gekkigheid en je raakt de lezer kwijt. Dus hoef je bij deze schrijvers nooit lang te puzzelen over wie of wat het nou eigenlijk gaat.
Veel verhalen beginnen, klassiek, met iemand die de deur uitgaat voor een wandelingetje of een boodschap, waarna het avontuur kan aanvangen. Beginzinnen zijn zo geconstrueerd dat je meteen wilt doorlezen; ze geven genoeg informatie, maar intrigeren ook. 'Sinds Ter Steege een nieuwe kapster had werd hij regelmatig begroet door een vreemde mevrouw.' Nu weet je dat Koelemans verhaal over ene Ter Steege gaat en dat het met zijn kapster te maken heeft. Bovenal ben je geprikkeld: wie is die vreemde mevrouw? 'En opeens zie ik Jennifer, ze staat bij de ingang van het dierenkerkhof', zo begint Van Essen. Aha, dus er is een huisdier dood. En door het woordje 'opeens' begrijp je dat de hoofdpersoon verbaasd is Jennifer te zien. Wie is zij? Een ex misschien? Doorlezen!
Beide schrijvers gebruiken een heldere stijl met een onderkoelde ondertoon. Vertel maar gewoon, dan vertel je al gek genoeg, die trant. Het absurde element wordt op deze manier uitvergroot. Héél normaal vertellen over een gestoorde echtgenoot die niet tegen roze nagellak kan (Koeleman), of een jongetje dat omgekeerde ondergrondse treinen moet schoonmaken (Van Essen) is niet alleen grappig, het maakt je ook ongemakkelijk: ben ik nou gek, of...? Tot je beseft dat het absurdisme in deze verhalen niet in het afwijkende zit, maar in al het normale eromheen. Gek bestaat niet zonder gewoon. Of, zoals Koeleman in een verhaal opmerkt: 'Alleen het onwerkelijke kan het werkelijke aantonen, alleen het irrationele het rationele.'
De hoofdpersonages in deze bundels zijn vaak eenzame jongens, soms student of schrijver, werkloos of met een nietszeggend baantje als oproepkracht in een pindafabriek (Van Essen) of in een boekwinkel (Koeleman). Hoe dan ook laten ze hun onbeduidende leven met een zekere berusting aan zich voorbijgaan. Juist doordat ze amper ambities of verlangens hebben, is het geloofwaardig dat ze in bizarre situaties terechtkomen - ze verzetten zich immers nergens tegen. Zo worden ze zonder pardon meegevoerd naar een duistere steeg of tattooshop (Koeleman) dan wel naar het ouderlijk huis of Eindhoven (Van Essen). In beide bundels zijn er personages die indringers een slaapplaats geven of jarenlang rustig op hun bank laten zitten.
Die eentonige levens ontsporen door de introductie van een absurd element. 'Alleen dan wordt het verhaal zodanig op scherp gezet dat de emotionele waarheid ervan duidelijk wordt', schrijft Koeleman. In zijn bundel, alsook in die van Van Essen, is de deur verreweg het populairste absurde element. Het wémelt werkelijk van de deuren. Een geheime deur achter het behang, een luik naar een zaaltje waar een geheime lezing wordt gegeven, de deur van een kast waarin de dood woont, een deur die leidt naar de lievelingsplek uit je jeugd (Koeleman). En een deur naar een glazen kamer in het paleis van de koning, een deur naar een ondergrondse tunnel, de deur van Scipio's oude jongenskamer waarin de schrijver wordt opgesloten, een deur waardoor een man komt die binnen met buiten verwart (Van Essen).
De deur doet het dus goed in het absurdistische verhaal (denk ook aan het absurdistische oerboek Alice in Wonderland - deuren, deuren, deuren). Dat is te verklaren: niets zo vol potentie als een deur. Er kan tenslotte van alles achter zitten, een heel andere wereld, misschien zelfs een wereld waarin alles wél betekenis heeft. Waar je de zin van het leven kunt ontdekken, als je maar goed op de geheime signalen let.
De verhalen van Van Essen en Koeleman zijn doordrenkt van dit idee en staan vol met cryptische codes, raadsels en vermoedens van alternatieve waarheden. Parallelle werelden schuren langs elkaar, er wordt gereisd door de tijd, kosmisch evenwicht moet worden hersteld. 'Soms zie je iets wat onmogelijk is en waardoor de wereld in een onbekende plek verandert. Je dacht dat je er thuishoorde, maar dat is niet zo; opeens maakt het vreemde waarvan je schrikt ook jou vreemd', schrijft Van Essen in een verhaal waarin de hoofdpersoon geobsedeerd raakt door de tatoeage van een oog op het achterhoofd van zijn kale buurman. Het oog lijkt hem dringend iets duidelijk te willen maken.
Wordt ooit duidelijk wat? Natuurlijk niet. De personages eindigen vaak met het gevoel dat ze iets belangrijks hebben gezien of ervaren, iets vol van een bepaalde betekenis die evenwel nooit zal worden begrepen. Ze kunnen niet anders dan daarin berusten. Alleen koppige lezers zullen proberen krampachtig logica te vinden in al dat absurde. Aan hen het dringende advies de sublieme verhalen uit Het dreigbed en De man met goede schoenen rustig op zich in te laten werken. Wees gerust, de aanvaarding van het absurde is nabij.
FICTIE
Rob van Essen: Een man met goede schoenen
Atlas Contact; 254 pagina's; € 21,99.
FICTIE
Bertram Koeleman: Het dreigbed
Atlas Contact; 253 pagina's; € 21,99.
Marnix Verplancke
ob/kt/14 o
Terwijl hij zo gedachteloos om zich heen kijkt, valt zijn oog op de band van kassa 5, waarop precies dezelfde zaken liggen als op die van hem, tot en met het doosje brillendoekjes, van die blauw-witte en niet die oranje die minder goed zijn, en een Bros-reep. De man die aan kassa 5 staat aan te schuiven lijkt zelfs een beetje op hem, stelt hij wat onwennig vast, met eenzelfde lange jas en een sjaal uit de Hema. Wanneer ze buitenkomen, gaan ze elk een andere kant op, al kijken ze nog wel even om naar elkaar, als vragen ze zich af wat die herkenning precies betekent.
Slechts drie bladzijden beslaat het openingsverhaal uit Rob van Essens nieuwe bundel Een man met goede schoenen, en toch is het een perfecte smaakmaker van wat nog volgen zal: licht absurde verhalen die ons een ongewone maar misschien wel juistere kijk geven op de realiteit, zoals in De therapeut, waarin van Essen een volstrekt normaal gegeven tot in zijn uiterste consequenties doordenkt. In dat verhaal wordt een depressieve man gedropt in het dorp waar hij opgroeide en waar het psychisch met hem fout liep. Hij ondergaat er een harde, alternatieve therapie, die een aantal ronduit hilarische scènes oplevert.
Een goede verhalenbundel is meer dan een verzameling verhalen. Niet alleen horen er langere en kortere teksten in te staan, er moet ook een verband zijn tussen de verhalen, waarbij personages uit het ene verhaal knipogen naar die uit het andere, of er gewoon in opduiken. In ‘Eindhoven’ laat van Essen de verteller samen met ene Scipio opgepakt worden door twee politieagenten die als figuren uit een Tarantinofilm in hun auto over het werk van Cees Nooteboom zitten te discussiëren. In een ander verhaal laat hij de zus van Scipio haar beklag doen tegen die verteller over de manier waarop hij in ‘Eindhoven’ met haar broer is omgesprongen, waarna ze hem opsluit en betere verhalen van hem eist over Scipio. Wat volgt is een spits en begrijpelijk literair spel op metaniveau, tekenend voor de hele bundel.
Atlas Contact, 256 blz., €21,99.
Renate Beulen
In deze bundel zijn de verhalen verzameld die Rob van Essen (1963) de afgelopen zes jaar heeft geschreven en gepubliceerd. De meeste verhalen worden gekenmerkt door surrealistische en magische elementen die de lezer steeds weer voor verrassingen plaatsen en een beroep doen op de verbeelding. Leven in een andere dimensie, de aanwezigheid van een parallelle en sprookjesachtige wereld, het ontmoeten van (soms onbekende) familieleden en reizen door de tijd zijn motieven die in diverse verhalen terugkomen. De personages zijn meestal sympathiek, de situaties waarin ze zich bevinden zijn aanvankelijk herkenbaar, totdat er, heel knap, een verrassingselement wordt opgevoerd dat het verhaal in een nieuw perspectief zet. Een bundel surrealistische verhalen voor de gevorderde lezer. Rob van Essen (1963) schreef de roman ‘De goede zoon’ die in 2019 werd bekroond met de Libris Literatuur prijs. Zijn verhalenbundel ‘Hier wonen ook mensen’ werd onderscheiden met de J.M.A. Biesheuvelprijs. Deze bundel is genomineerd voor de J.M.A. Biesheuvelprijs 2021.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.