De avond is ongemak : roman
Lucas Rijneveld
2 exemplaren
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
uitgeverij Atlas Contact, 2022 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : Kast 10-13 RIJN |
Aanwezig |
Uitgeverij Atlas Contact, 2020 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : Kast 10-13 RIJN |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Uitgeverij Atlas Contact, 2020 |
VOLWASSENEN : ROMANS : RIJN |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Uitgeverij Atlas Contact, 2020 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 13573 |
Dirk Leyman
em/ov/07 n
Er rijst een intense geur van meststof, koeienstallen en vers geronnen melk op uit het nieuwe boek van Marieke Lucas Rijneveld. Niet verwonderlijk natuurlijk, voor wie haar met de International Booker Prize bekroonde debuut De avond is ongemak (2018) las. Opnieuw dompelt Rijneveld ons onder in datzelfde verstikkende, gereformeerde boerenmilieu. Een biotoop die ze zowel plastisch als tragisch tot leven wekt. Toch is Mijn lieve gunsteling zo mogelijk nog benauwender dan haar eerste roman, waarin volgens The New York Times al 'alle vuiligheid van het leven' zat gepropt. Hier voegt ze morbide schoonheid, ambigue lust én snijdende perversie toe.
Mijn lieve gunsteling is de bezwerende biecht van een 49-jarige veearts, gegoten in 42 voortijlende hoofdstukken, waarin Rijneveld ons geen milliseconde adempauze gunt. Met uiterste welsprekendheid doet de man zijn 'verziekte verlangens' uit de doeken aan een 14-jarig meisje op de nabije boerderij De Hulst. Zij, bij wie 'vanbinnen alles schots en scheef' is, voelt zich een 'eenzame gevleugelde'. Is ze ontvankelijk voor zijn eerst nog subtiele toenaderingspogingen? Wanneer op pagina 20 het woord 'magistraten' valt, voel je dat er stront aan de knikker is. De 'veearts' dook overigens al kortstondig op in De avond is ongemak waar hij het hoofdpersonage Jas - Rijnevelds alter ego - complimentjes toediende.
Moeten we Mijn lieve gunsteling lezen als een vervolg? Dat is kort door de bocht. Wat vooral opvalt, is hoe vernuftig Rijneveld in het hoofd van de bezeten dierenarts binnendringt. Hij vergoelijkt zichzelf voortdurend, onder meer door te melden 'dat je hart soms net een rund is dat in april voor het eerst de weide in mag en gekke sprongen kan maken'. In deze meanderende monologen spreekt hij zijn 'vurige voortvluchtige' en 'kleine praaldier' rechtstreeks aan, nét als de lezer, in vergeefse pogingen het gif uit zijn lijf te drijven.
Vormtechnisch kiest Rijneveld voor hetzelfde perspectief als Vladimir Nabokov in zijn controversiële Lolita uit 1955, waarin nimfijnenliefhebber Humbert Humbert loos ging.
Lusthof in een fiatbusje
Deze dierenarts herkent zich in 'The Man with the Child in His Eyes', dat bekende nummer van Kate Bush. Wanneer hij zijn bezoeken aan de boerderij aan de Prikkebeensedijk stelselmatig opvoert, raakt hij behekst door het androgyne schepsel, dat - net als Rijneveld - is geboren op 20 april, zoals ook Adolf Hitler. 'Ik kroop langzaam onder je huid, als leverbot in een rund, ik kon er niets mooiers van maken: ik was een parasiet.' Waan en werkelijkheid lopen door elkaar heen in de zelfgemaakte 'lusthof' in zijn Fiatbusje. Het dromerige maar erg schrandere meisje is slechts een canvas voor zijn fantasieën. Nog perverser wordt het wanneer de zoon van de veearts in haar armen belandt en hij vervolgens de verhouding verstoort, want ja, 'concurrentie van zijn eigen vlees', dat is al te gek.
Gaandeweg blijkt de veearts een diep gehavend mens. Geteisterd door de ontdekking van het ontzielde lichaam van een radeloze veeboer; door zijn barslechte huwelijk met de afstandelijke Camillia; en vooral door zijn heerszuchtige moeder die hem vernederende seksuele handelingen liet verrichten en waarvan hij niet weet of hij haar 'wilde vermoorden of wilde begeren', ondanks de 'goedmaakpannekoeken'.
Je voelt dat deze voortdenderende roman met hartenbloed is geschreven, te meer daar Rijneveld de weifelende fragiliteit van de in het nauw gedreven tomboy zo pijnlijk precies vat. Ze maakt van deze onthutsende misbruiksaga ook een taalbouwwerk, met veel inventieve, aan de boerenwereld ontleende metaforiek. 'Mijn vlees, ach, het was zo zwak en zacht, het was niet meer dan driehonderd gram gestoofd klapstuk.' Mijn kleine gunsteling is bovendien een compositorische tour de force, boordevol slimme vooruitwijzingen. Zie hoe ze songteksten van Leonard Cohen, Meat Loaf of Kurt Cobain inweeft, net als opdringerige doodsmotieven, rauwe seks à la Wolkers, wrange humor én Bijbelpsalmen. Stap voor stap drijft Rijneveld de lezer zonder pudeur over de rand, met scènes vol vadsige nachtmerries en afscheid. Want altijd weer is er 'de wond van de verlatenheid'. Is voor zowel dader als slachtoffer eenzaamheid hun onverbiddelijke lot?
Atlas/Contact, 362 p., 24,99 euro.
Sam De Wilde
em/ov/14 n
Klauwlederhuid, tussenklauwspleet, zageling, blaarkloppen, lebmaagverplaatsing, weefselwoekering en dubbeldoelkoe: wie niet thuis is in de veehouderij zal aan zijn Van Dale niet genoeg hebben om elk woord uit Mijn lieve gunsteling, Marieke Lucas Rijnevelds tweede roman, te kunnen plaatsen. En dan citeren we alleen nog maar uit de eerste drie zinnen, al beslaan die meteen verscheidene pagina's.
Zowel dat vreemdsoortige vocabulaire als die uitzinnige zinsbouw zegt veel over de durf en stilistische bravoure waarmee de 29-jarige auteur een vervolg breit aan het succesverhaal dat begon met haar romandebuut De avond is ongemak. Net als dat recent met de International Booker Prize bekroonde boek speelt Mijn lieve gunsteling zich af in een landbouwersmilieu vol godsvrucht, geilheid en genderfluïditeit.
Lolita
Mijn lieve gunsteling trekt diepe voren in de literaire landbouwgrond waar De avond is ongemak ook al in ploegde, maar Rijnevelds tweede is ondanks de parallellen absoluut geen doorslag of simpel vervolgverhaal. Wie dacht dat de bezwerende kracht van Rijnevelds eerste roman voornamelijk voortkwam uit de noodzaak van dat ene hoogstpersoonlijke verhaal leert hier dat de betovering veeleer vertrekt vanuit een aan obsessie grenzende fascinatie voor de Nederlandse taal en een dwangneurotisch pulken aan de rafelranden van de menselijke ziel. In dit uit wilde beeldspraak en lyrische taal opgetrokken stukje romankunst is een schrijver aan het werk die met een ongeziene rijpheid eigen thema's als geloof en geslacht dapper koppelt aan grote klassieke thema's als liefde en dood.
En over durf gesproken: wat te denken van het feit dat dit eenentwintigste-eeuwse Lolita-verhaal zich integraal afspeelt in het hoofd van een manipulatieve veearts die 'verziekte verlangens' koestert voor een tienermeisje dat haar eigen seksualiteit nog aan het verkennen is? Mijn lieve gunsteling is niet het eerste boek waarin pedofiele gevoelens het hoofdonderwerp vormen, maar de manier waarop Rijneveld je 360 pagina's lang genadeloos gevangen houdt in het perspectief van een zelfverklaarde 'handlanger van de waanzin' is adembenemend. (Vaak letterlijk, zoals al die keren waarop je na drie pagina's het einde van een zin vindt en dan pas beseft dat je al die tijd je adem hebt ingehouden.)
Dat ergens in de kolderende gedachtekronkels van die onbetrouwbare verteller ook nog een tegelijkertijd ruw en teder portret ontstaat van een puber die het gereformeerde boerenerf ontgroeit, is het zoveelste bewijs van de bekwaamheid waarmee Rijneveld het schrijversvak beoefent.
Overdaad
Overdaad schaadt, lijkt het motto van te veel hedendaagse Nederlandstalige auteurs, maar gelukkig niet van Rijneveld. Soms duikt de in 2015 met de onstuimige dichtbundel Kalfsvlies gedebuteerde auteur net iets te diep in de eigen metaforische mestput en loopt de boerenbeeldspraak een beetje uit de hand, maar welke zinnige liefhebber van de letteren zou Rijnevelds talige feestdis willen ruilen voor het karige maal dat je elders al zo vaak geserveerd krijgt?
Rijneveld stapelt beeld op beeld en creëert een zinnelijke literaire werkelijkheid waarin bijbelverzen figureren naast The Sims, mannelijk zaad tussen de pagina's van Prousts À la recherche du temps perdu belandt, Hitler en Freud wedijveren om de aandacht van het hoofdpersonage en flippo's een even evidente plaats innemen als de penisbotjes van otters. In niet meer dan twee dichtbundels en evenveel romans heeft Marieke Lucas Rijneveld een stijl ontwikkeld die zo herkenbaar is dat het slechts een kwestie van tijd is voordat Van Dale (die je niet eens kon helpen bij al het veehoudersjargon) het woord rijneveldiaans opneemt en er als verklaring bijschrijft 'hartverscheurend mooie literatuur over koeien, liefde en alles daartussenin'.
En voor de mensen die inmiddels nog steeds niet in hun lokale boekhandel staan, ons ultieme argument: de enige plek waar je ooit ontroerd zult raken door fragmenten uit 'I'd do anything for love' van Meat Loaf is in een roman van Marieke Lucas Rijneveld.
Atlas Contact, 368 blz., 24,99 € (e-boek 13,99 €).
Onno Blom
em/ov/07 n
'Lieve gunsteling, ik zeg het je maar meteen: ik had je in dat steilorige hoogseizoen als een zweer met een hoefmes uit de klauwlederhuid moeten verwijderen, ik had ruimte moeten maken bij de tussenklauwspleet zodat mest en vuil ertussenuit zouden vallen en niemand je kon infecteren, misschien had ik je enkel wat moeten pellen en bijschaven met de slijper, je moeten reinigen en droogwrijven met wat zageling.'
Geen andere schrijver dan Marieke Lucas Rijneveld kan schuilgaan achter deze zin, meanderend, vol komma's die haken naar een volgende metafoor, beeld op beeld stapelend, verschillende registers bespelend, met een voorliefde voor de bijbelse beeldspraak en het vocabulaire van de veearts. Met deze zin begint haar nieuwe roman, Mijn lieve gunsteling.
Rijneveld, nog altijd pas 29 jaar, de dochter van een gereformeerde boer uit Nieuwendijk, een dorpje in Noordwest-Brabant, bleek een natuurtalent. Haar poëziedebuut uit 2015, Kalfsvlies, werd bekroond met de C. Buddingh' Prijs en is nu aan zijn elfde druk toe. Dat The Discomfort of Evening, Michelle Hutchisons Engelse vertaling van haar debuutroman, onlangs werd bekroond met de Booker International Prize, behoeft hier nauwelijks meer vermelding.
Marieke Lucas Rijneveld - 'Lucas' voegde ze zelf toe aan haar naam, om te markeren dat zij 'schemert' tussen meisje en jongen - maakte een droomstart in de letteren. Toch werd haar schilderachtige stijl niet alleen geprezen. In nogal wat recensies van De avond is ongemak klonk het verwijt dat de schrijver met die stortvloed aan metaforen haar doel voorbijschoot. Het was te veel, het ging te ver.
Met evenveel recht kan dat worden gezegd van haar tweede, kloeke roman. 368 pagina's in een ademloos ritme zonder één alinea. Het is te veel, het gaat te ver. Toch is daar niet alles mee gezegd. De gedichten en romans van Rijneveld zijn, naar goed zwart-romantisch recept, obsessionele bezweringen van liefde en dood. Daarin kun je nooit ver genoeg gaan.
In De avond is ongemak kan Jas, een androgyn pubermeisje dat opgroeit in een streng gereformeerd gezin op een boerderij in Brabant, alleen maar ontsnappen aan de verpletterende rouw om de dood van haar broer, de stugge zwijgzaamheid van haar ouders en de gesel Gods door haar ongebreidelde fantasie. Ze verliest zich in perversiteiten en martelt de wezens van wie ze het meest houdt: de dieren. Of die martelingen werkelijk plaatsvinden of slechts bestaan in de duistere krochten van haar verbeelding, is onzeker. Ook in haar fantasie schemert het.
De criticus van The New York Times, Parul Sehgal, vond de martelingen angstig echt. In haar bespreking van The Discomfort of Evening maakte ze persoonlijk excuus aan alle padden in de wereld, vanwege het huiveringwekkende lot dat hun in de jas van Jas beschoren was, de jas die Jas niet meer uitdeed na de dood van de broer, haar harnas tegen de boze buitenwereld. De jas die de diepe leegte in haar ziel moest verhullen.
Ook Mijn lieve gunsteling is het verslag van een obsessie. Maar ditmaal is het perspectief gedraaid. Een 49-jarige veearts vertelt hoe hij in de zomer van 2005 tussen de blaarkoppen op een boerderij een amour fou opvat voor een jongensmeisje van 14, 'met blonde haren als korenhalmen en een inktzwarte fantasie'. Onafwendbaar dringt hij het beklemmende en duistere leventje binnen van 'mijn vurige voortvluchtige, mijn kleine praaldier'.
De 'ik' uit De avond is ongemak is de 'je' uit Mijn lieve gunsteling geworden. In een interview in de Volkskrant vertelde Rijneveld dat zij een paar korte verhalen had geschreven vanuit het oogpunt van jongens, omdat ze dan rauwer durfde te zijn, minder schaamte voelde. 'Mijn nieuwe boek schrijf ik misschien wel vanuit Lucas of een andere jongen. Ik vind het interessant om te kijken wat er dan gebeurt.'
Het is onmogelijk om het resultaat van haar experiment louter te lezen met welwillende interesse. Je kunt het verhaal niet koeltjes ondergaan. De veearts waarschuwt al in de eerste regel dat hij zijn verliefdheid als een zweer met een hoefmes uit de klauwlederhuid heeft moeten verwijderen. Zeker, de scènes waarin het porseleinen meisje haar opwachting maakt, zijn droomachtig. Maar eigenlijk is het verhaal vanaf het eerste woord een nachtmerrie.
Op een volstrekt onverdachte manier zoekt het meisje zijn aandacht. Ze begint plotseling tegen de veearts te praten en laat hem toe in haar kinderlijke verbeelding. Als hij in de stal de blaarkoppen heeft verzorgd en behandeld, komt ze aan met een emmer water met een blok groene zeep en wast zijn handen. In onschuld.
Als je goed leest, merk je dat zij zelden iets zegt dat écht over haarzelf gaat. Ze rouwt om haar dode broer, 'de verlorene, de verlatene'. Ze hult zich in citaten uit de wereldliteratuur, van Roald Dahl tot Melville en van Harry Potter tot Lieve jongens. Ze schrijft songteksten van Kurt Cobain en Kate Bush op rouwkaarten. Ze voert imaginaire gesprekken met Freud, Beatrix en Hitler. De ene keer voelt ze zich een otter - ik zou hier een excuus kunnen maken aan alle otters, voor het lot van die ene, wiens geslacht eruit wordt gesneden dat rottend en verterend onder haar meisjesbed wordt bewaard - dan een kikker en dan weer een vogel. In haar fantasie slaat ze haar vleugels uit en vliegt weg.
Maar de veearts laat haar niet ontsnappen. Hij weet dat hij haar onaangetast moet laten, maar kan zijn hitsigheid niet beteugelen, 'en toen boog ik me over je heen en drukte mijn lippen op de jouwe, en ik proefde de weerstand zoals ik die voelde wanneer ik een drenchgun in de bek van een ooi duwde om haar te injecteren tegen maden en ik de lens van het pistool tussen de kiezen en de wangzak stak, maar je was weerloos, mijn hemelse uitverkorene, je was zo weerloos, en ik drong met mijn tong tussen je lippen en proefde de zoetheid van je binnenste, ik liet mijn handen over je vleugels glijden en we stegen samen voor even op, daarna liet ik mijn lichaam op je neerdalen en je kon geen kant meer op...'
In interviews heeft Rijneveld verteld dat ze in haar jeugd misbruikt is door een docent van haar middelbare school. 'Verder kan en wil ik daar niks over zeggen. Ik ben toen grotendeels gestopt met praten, het lukte niet meer, ik was emotioneel op. Ik heb een jaar niet gesproken.'
Zou deze roman voor haar een lange, pijnlijke stilte vullen? Zou de opdracht 'aan jou' gericht zijn aan haar jongere, weerloze zelf?
Als dat al waar is, dan is de roman niet blijven steken in een therapeutisch verslag. En zelfs niet in een afrekening. Ook in De avond is ongemak bleef Rijneveld begripvol en barmhartig over het grimmige zwijgen van de ouders van Jas en de angstige beklemming van het geloof, 'aldaar zal wening zijn en knersing der tanden' (Lukas 13:28).
In Mijn lieve gunsteling krijgt de veearts een geschiedenis, een misbruikende moeder, die zijn latere daden deels verklaart - maar natuurlijk allerminst goed maakt. Door zijn perspectief te kiezen, dat van 'de donswerker, de kinderlokker', heeft Rijneveld het trauma niet van zich afgeschreven, maar naar zich toe gehaald. Via zijn woorden, waarin de verdediging voor de magistraten van de rechtbank al doorklinkt, wordt het porseleinen meisje naar de diepste duisternis gevoerd. Niets blijft haar bespaard.
Geregeld wilde ik Mijn lieve gunsteling wegleggen, omdat sommige plastische beschrijvingen me vervulden met weerzin en walging. Maar ik kon het niet. Ik wilde het ook niet. Ik moest wel doorlezen, me laten meeslepen door Rijnevelds tomeloze taal. Ik nam een voorbeeld aan haar kwetsbare heldin, wier fantasie zelfs standhoudt tegen de verwoestende werking van geweld en misbruik. Tegen het allerergste. Zo sterk kan fictie zijn.
****
Atlas Contact; 368 pagina's; € 24,99.
Jeroen Maris
em/ov/03 n
Waar zal ik beginnen? Bij de onverschrokkenheid van Marieke Lucas Rijneveld, de haast heldhaftige manier waarop ze in haar literatuur het festival der menselijke wreedheid cureert? Bij de ambitie, het koppig uitgevoerde plan om de pagina’s niet te vullen met zeurderig opgeschreven wissewasjes, maar wel met hardnekkig hengelen naar de diepste ontroostbaarheid van de mens? Bij de stijl, een wild bewijs van de esthetica van het Nederlands? Bij de vaststelling dat in Utrecht een schrijver woont die nog geen 30 is, maar wel al een onthutsend sterk romandebuut heeft geschreven, met de vertaling daarvan de Booker International Prize won, en nu met een tweede roman komt die je nóg moeilijker uit je lijf geschopt krijgt? Bij de feiten, misschien: net als ‘De avond is ongemak’ speelt ‘Mijn lieve gunsteling’ in een milieu van vee en boeren die onder Gods oog een ruw omrand leven leiden. Terwijl hij tussen ‘kreupele koeien, koeien met ringschurft of met calciumtekort’ dribbelt, wordt een veearts genadeloos verliefd. Hij beleeft een zomer van schuimbekkend graag zien, het soort relatie dat alles eronder en erboven en ertussen degradeert, banaal en werelds maakt. Klein detail: het object van zijn liefde, de dochter van een veehouder, is een kind van een jaar of 13, en zelf is hij 49. De viespeuksirene loeit, het pedofiliealarm
gaat af, maar Rijneveld doet veel meer dan een verhaaltje schrijven over een losgeslagen man die in de armen van ‘de magistraten’ eindigt. Ze ging op kamers in zijn hoofd, en spelde er de waanzin uit, de obsessie, de ontsnappingspoging uit de eenzaamheid van ‘een gewonde zandhaas’. De veearts spreekt, en is dus mogelijk een onbetrouwbare verteller. Maar dat deert niet, want door zijn ogen komt ook het meisje tot leven – meer dan wie ook is zij het hoofdpersonage. Ze voelt het roekeloze verlangen om geen kind meer te zijn, om haar lichaam te injecteren met seks en liefde, ‘je wilde vereeuwigd worden tussen iemands handen en had daar alles voor over’. Maar er is meer dan alleen een meisje dat te snel uit haar lijf wil groeien. Ze is ‘de vogel van het kwaad’ die gelooft dat ze kan vliegen en eigenhandig de Twin Towers heeft neergemaaid. In haar hoofd redeneren Sigmund Freud en Adolf Hitler
tegen elkaar op, en ondertussen vat ze een niet te relativeren interesse voor piemels op – waarom mag ze geen jongen zijn? En de veearts, met het rood voor zijn ogen en het wit in zijn mondhoeken, met zijn ‘moordenaarsgewei’ in zijn broek, verslindt haar. Net als in ‘De avond is ongemak’ bespaart Rijneveld daarbij niet op afgrijselijkheid. Sommige scènes doen pijn, echt pijn, en zonder iets weg te geven: ik hoef nooit meer wat te horen over het penisbotje van een otter. Rijneveld laat het allemaal zo tragisch contrasteren: de ruwheid van het boerenbedrijf en de hooggestemde verliefdheid, de pus en pis en het heroïsche liefhebben, het geweld en de schoonheid. En hoewel de veearts zich de hele tijd tot háár richt, tot het meisje, kun je als lezer niet wegrennen. Rijneveld heeft ervoor gezorgd dat je in een klamme omhelzing zit, dat je reist naar ergens waar je niet wilt zijn. En er is de taal, verdomme, de taal! Haast alle zinnen volgen hetzelfde patroon: ze zijn lang, precies en kinetisch, poëtisch en bezwerend, ze lispelen: ik ben de ziekte waar je niet aan ontkomt. Daarnaast speelt Rijneveld ook met een hoop culturele referenties, en telkens laat ze die naadloos de tekst in glijden. De lezer kan alleen gulzig knikken: je snapt waarom Stevie Nicks meedoet, je begrijpt waarom Marcel Proust meepraat. Na twee romans weten we: in het hoofd van Marieke Lucas Rijneveld woedt een nooit ophoudend macaber feest. Er schuiven ruwe mensen door de balzaal, die geen gedistingeerde colbertjes en fijnzinnige japonnen dragen, maar schorten en kielen en lieslaarzen. Door met elkaar te dansen, verwoesten ze elkaar. Het is geen fijn feestje, neen. Maar je wilt op de guestlist staan, want anders mis je grootse, gróótse literatuur.
Renate Sun-Louw
Een veearts is seksueel geobsedeerd door een getroebleerd jongensmeisje dat juist aan het begin van haar puberteit staat. Het verhaal wordt verteld vanuit zijn perspectief; net als in Nabokovs ‘Lolita’ kruipen we in het hoofd van een zeer welbespraakte engerd. Marieke Lucas Rijneveld (1991) laat hem zijn verhaal doen in beeldende, lange zinnen, zonder adempauzes. De toon is steeds lyrisch, wat de naargeestigheid van de gebeurtenissen wrang accentueert. Het meisje leren we kennen via de vele liedjes, films en (kinder)boeken waar ze uit citeert, en de fantasieën en dwanggedachten die ze aan de man bekent. Zowel de psychische toestand van het meisje als de relatie worden steeds zorgelijker, maar in de stille, oer-Hollandse setting lijkt niemand in de gaten te hebben hoezeer de situatie ontspoort. Tweede roman van de alom geprezen Marieke Lucas Rijneveld. Winnaar F. Bordewijk-prijs 2021. Met haar debuut ‘De avond is ongemak’ won ze als eerste Nederlander de Booker International Prize.
Yolanda Entius
em/ov/07 n
Kurt Cobain stierf niet aan een overdosis drugs of aan de kogel, zo weet de 'gunsteling' aan het begin van de nieuwe roman van Marieke Lucas Rijneveld, maar aan een overdosis succes die iemand laat denken 'dat hij kan vliegen tot hij erachter komt dat hij helemaal geen vleugels heeft en dan tuimel je ineens naar beneden'.
Als zij - deze gunsteling - ooit beroemd zou worden, echt beroemd, zou ze zich altijd blijven herinneren waar ze vandaan kwam, 'je zou de geur van het kuilgras, de ammo- niaklucht, de koeienstront en je vriendinnen niet vergeten, echt niet, maar je wist toen al dat je iets wezenlijks zou verliezen, dat succes je wel degelijk zou veranderen en tegelijk iets in stand zou houden of misschien nog verergeren, namelijk de oeverloze leegte'.
Onmogelijk om bij deze passage niet te denken aan het (mega)succes dat de schrijver zelf ten deel is gevallen. Ze kreeg lovende recensies voor zowel haar poëzie als haar romandebuut en onlangs won ze met de vertaling ervan, The Discomfort of Evening, de International Booker Prize - het zal u niet zijn ontgaan.
mooiste meisje
Veel is er veranderd in Mijn lieve gunsteling, veel ook is hetzelfde: het platteland, de boerderij, een broer die verongelukte, God, (emotioneel) afwezige ouders en het zusje dat zich daar schuldig over voelt en wegvlucht in fantasieën waar het lang niet altijd feest is.
Ook in de details (zo je daarvan kunt spreken want gaat het niet juist om de details) herkennen we het universum dat Rijneveld rond het tienjarige meisje 'Jas' uit De avond is ongemak creëerde.
Van het langoorkonijn tot aan de MKZ-crisis en het neuspeuteren, en van een veearts die het slechte nieuws over de verongelukte broer komt vertellen als de jonkies in bad zitten, tot aan het blok groene zeep waarmee hij zijn handen wast.
'Mis je je broer?' vraagt hij in De avond is ongemak aan haar. Het is voor het eerst dat iemand dat aan haar vraagt. 'Niet: hoe is het voor vader en moeder, voor de koeien, maar: hoe is het voor jou?' Even later lacht hij en zegt: 'Weet je dat jij het mooiste meisje bent dat ik ooit heb gezien?' Het is de opmaat naar Mijn lieve gunsteling.
Veertien is het meisje nu. En ze 'schemert', niet alleen tussen meisje en vrouw, maar ook tussen jongen en meisje. Diewertje Blok heeft plaatsgemaakt voor schrijf- en pophelden als Kurt Cobain en de veearts heeft geen bijrol, maar een hoofdrol, sterker nog, hij is de verteller. 'Lieve gunsteling,' zo opent hij, 'ik zeg het je maar meteen: ik had je in dat steilorige hoogseizoen als een zweer met een hoefmes uit de klauwlederhuid moeten verwijderen'.
Wat volgt is een koortsig relaas van zijn bedwelmende liefde voor haar en hoe hij haar, in die zomer van 2005, stapje voor stapje heeft veroverd, bemind en beschadigd met zijn 'gezwollen moordenaarsgewei'.
Dat wij vanuit hem - 'Kurt', zoals hij door haar wordt genoemd - naar hun verhouding kijken, is een meesterzet. Want in hem huist die dwingende wellust waar hij ons, de lezers, zo in meesleurt dat wij medeplichtig worden en de mogelijkheid openhouden dat zijn liefde wordt beantwoord.
Aanvankelijk moest ik, hoe anders van taal dan ook, aan Mijn meneer van Ted van Lieshout denken. Maar ergens halverwege de roman, als Kurt haar met valse beloftes zo ver probeert te krijgen dat ze 'het' met hem doet, neem je afstand van die identificatie. Juist op dat moment keert Kurt terug naar zijn eigen jeugd: een veertienjarig jongetje en zijn dominante moeder, en kantelt het perspectief opnieuw.
Praaldier
En zo krijgen we in pagina's lange, pulserende zinnen die zich laten lezen als een brief aan zijn 'kleine praaldier' (de taal van Reve is in Rijnevelds werk gekropen) zowel een portret van hem als van het meisje dat hij als geen ander kent en dat, voor alles, gekend wil worden.
Een symbiose van stemmen. Zó voelt liefde. Ze gaan naar de film, ze plassen staande in de wei, ze liggen onder toeziend oog van koningin Beatrix op het matras dat hij achter in zijn Fiat heeft gelegd waar hij haar voorleest uit Lieve jongens.
In Kurts 'brief' paren zijn verlangens, fantasieën en nachtmerries zich aan die van haar. Dat ze kan vliegen en in haar vlucht naar New York de tweede Twin Tower heeft doorboord. Van haar gesprekken met Hitler (opnieuw is er die preoccupatie met het kwaad) en Freud, en van haar verlangen naar een 'geweitje' en naar roem.
'Jij was de vogel die later beroemd zou worden, jij was mijn prooi.'
Een verraderlijk en intrigerend woordje dat zou, dat zowel naar een gekende toekomst als naar sprookjes verwijst.
Atlas Contact; 368 blz., € 24,90.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.