Poel
Claire-Louise Bennett
Claire-Louise Bennett (Auteur), Karina van Santen (Vertaler), Martine Vosmaer (Vertaler)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Koppernik, © 2022 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : BENN |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Koppernik, © 2022 |
VOLWASSENEN : ROMANS : BENN |
Marnix Verplancke
il/pr/30 a
Nog maar een paar bladzijden ver in Claire-Louise Bennetts Kassa 19 heb je al door dat dit geen doordeweekse leeservaring zal worden. Wanneer je een boek openslaat, aldus de vertelster, kijk je altijd eerst naar wat er op de rechterpagina staat, maar slechts kort. Daarna wend je je ogen naar de linkerpagina en begin je pas echt te lezen. Je gaat door tot onderaan de rechterpagina, begint steeds sneller te lezen omdat je door wilt naar de volgende, slaat de bladzijde om en hebt meteen het gevoel dat je net te snel over die laatste zinnen heen bent gegaan, omdat daar iets essentieels stond.
Maar je moet verder, met een nieuwe pagina en een nieuw leven, want met iedere pagina die je omslaat sterf je en herleef je opnieuw. Dit boek gaat over lezen en wat het met je doet, heb je meteen door, over de wijze waarop boeken je de illusie bezorgen dat alles wat er om je heen gebeurt betekenis heeft en je heel veel moet lezen voor je gaat inzien dat dit niet zo is.
Schrift verscheurd
Zeven jaar geleden bestormde de Britse Claire-Louise Bennett met veel succes de poorten van het fort van de wereldliteratuur met het— o schande, nog immer onvertaalde — Pond. Het boek bestond uit twintig op zich staande verhalen of bezinningen over een jonge vrouw die alleen woonde in een huisje aan de Ierse kust. Het had niet echt een plot, wilde eerder een hyperrealistisch, en daardoor soms ook bevreemdend, beeld geven van de gedachtewereld van die vrouw, hoe ze worstelde met de uit elkaar vallende knoppen van haar fornuis of nadacht over het ideale ontbijt. En over eenzaamheid natuurlijk, niet die kijk-eens-hoe-zielig-ik-ben-eenzaamheid, maar eerder die van de wijze kluizenaar.
Kassa 19 is Bennetts tweede boek en haar handtekening is duidelijk herkenbaar. Ook dit bestaat immers uit op zich te lezen hoofdstukken die eerder iets over psychologie en filosofie willen verduidelijken dan een verhaaltje vertellen. Al zit dat er wel in natuurlijk, aangezien het over een jonge vrouw gaat die al lezend en schrijvend haar weg zoekt door het leven, pagina na pagina.
Als u nu een beeld in het hoofd hebt van een boek dat op populaire wijze de lof van de literatuur wil zingen en waarin personages met elkaar discussiëren over boeken en hoeveel die voor hen betekenen, vergeet u dit maar beter meteen weer. Zo schrijft Bennett niet en in haar boek wordt er niet gediscussieerd. Er wordt alleen op intuïtieve wijze getoond.
Mooi is bijvoorbeeld de scène waarin de leraar van de vertelster achter in haar oefenschrift een verhaal van haar ontdekt en hoe hij haar aanzet om meer te schrijven. Iedere vrijdag geeft ze hem een nieuw verhaal, wat haar manier is om een paar dagen bij hem te zijn. Het is literatuur die liefde veronderstelt, en die fel contrasteert met wat haar later overkomt, wanneer ze samen met haar vriendje in Ierland gaat wonen en hij haar schrift uit jaloezie verscheurt. Hij hield van het idee om samen te zijn met een schrijfster, maar niet van de aandacht die ze aan het schrijven besteedde.
En dergelijke mannen komen wel vaker voor in het leven van de vertelster. Zo is er bijvoorbeeld Dale, die een hele tijd haar vriendje was en die haar Sylvia Plaths The Bell Jar gaf om het meteen weer terug te nemen. Wanneer ze op een dag na een bezoekje aan Brighton met een paar boeken onder de arm bij hem voor de deur staat, blijkt hij gedronken te hebben, amper aandacht te kunnen opbrengen voor wat ze zegt en maar één ding te willen: seks. En dus laat ze zich verkrachten en probeert ze haar gedachten op andere zaken te richten, zoals roken, waarbij de sigaret in en uit, in en uit, en in en uit haar mond gaat.
bonzende belofte
Ooit schreef ze een verhaal over een naaister wier vingers in draden veranderden en die opbrandde toen ze te dicht bij een kaars kwam. Later, toen ze literatuurwetenschap studeerde, leerde ze dat verhaal in een marxistisch kader plaatsen en ging ze inzien dat haar verhaal over het verlies van macht over de eigen productiemiddelen ging en over het slaaf worden van de eigen arbeid. 'Is er iets ergers wat een jonge vrouw kan overkomen dan beroofd te worden van aandrift? Dan haar bonzende belofte verspild te zien worden?', schrijft Bennett.
Je zou er de passage elders in het boek aan kunnen koppelen waarin ze beschrijft hoe de uitvinding van de tampon vrouwen het recht heeft ontnomen om ongesteld te zijn. Voortaan kon je een roze frisbee door de lucht gooien en wild ronddraaien op je rolschaatsen, herinnert ze zich de reclames die ze vroeger op tv zag. Wees productief en presteer als altijd, was de impliciete boodschap.
De Japanse schrijver Junichiro Tanizaki zei ooit dat het verschil tussen de oosterse en de westerse cultuur hierin ligt dat de oosterse het leven erkent, en dus ook het vuil, het roet en de pijn, terwijl de westerse alles netjes, nieuw en rimpelloos wil, schrijft Bennett. In Kassa 19 plaveien boeken geen weg naar het licht of het geluk, maar verdiepen ze de ervaring. Ze laten de lezer rondtasten in het duister en hem zijn hele leven lang zoeken naar die ene zin, of misschien maar een paar woorden, die rechtstreeks toegang geven tot de wereldziel.
Alexandra De Vos
i /un/11 j
Kunnen boeken de wereld redden? Ach welnee, driewerf helaas, dat is te mooi om waar te zijn. Maar boeken kunnen wél de lezer redden. Achter en tussen de woorden van een goed boek zit een schat verborgen voor wie ernaar zoekt. Daar steken woorden het vuur aan in een ontvankelijk gemoed; daar zijn woorden flitsen van inzicht, gensters in het donker. Daar is het boek een vallende ster aan het firmament. En sommigen van ons zitten te wachten op die ster.
Claire-Louise Bennett was zo'n lezer die op leven en dood bladzijden omsloeg, op jacht naar eigen en andermans diepste zelf. Kassa 19 is de neerslag van haar queeste, een logboek van een ziel in wording. Het is een sprankelende tekst, wrang, bevreemdend en betoverend.
Ademloos vertelt een meisje over haar school- en studentenjaren. Schaduwen sluiten haar van alle kanten in. Er is het arbeidersgezin thuis, waar vader meedraait in het hamsterwiel van 'werken en kopen, werken en kopen'. Er zijn Laura Ashley-lakens en een Wedgwood-servies. 'Mooie dingen, beeldige dingen' als dam tegen de buitenwereld. Maar als het gezin uiteenvalt beseft de vertelster dat dingen de wereld niet op zijn plek houden.
Er is ook het overgeërfde duister in de familiegeschiedenis. Grootmoeder en overgrootmoeder zaten in psychiatrische klinieken, en wat met de wanhoop en angst die ook dit meisje verstikken? Het houdt geen steek, de vertelster is slim en vol van belofte. Ze kan overal naartoe, alles zijn, 'maar in mijn hart was ik ontroostbaar, in de rouw - had ik heimwee naar een plaats die ik nooit had gezien.'
Die wanhoop vraagt wat anders dan kalverliefde en roddelende klasgenootjes. Thuis in een vitrinekast tussen de servetringen en een afgedankte juskom staat de oplossing. Een armzalig rijtje boeken. Roald Dahl en Alan Sillitoe. Dingen die het meisje niet aangaan, 'illegale dingen die naar ons terugkeken en iets zagen. Iets in ons waar we eigenlijk niets van wisten. De boeken keken terug naar ons en iets roerde zich.'
Geschenk
Het bewustzijn van het meisje ontwaakt met elk boek, elke nieuwe naam op een omslag, elke lading leesvoer uit de bibliotheek. Shakespeare, Blake, Racine, Françoise Sagan. Soms voelt ze de woorden trillen 'alsof ze geschreven worden terwijl je ze leest'. En elke bladzijde redt haar van het donker, bij elke bladzijde gaat ze door met leven. 'Soms is één zin voldoende. Eén zin maar, en daar ben je, deel van iets wat deel van jou is geweest vanaf het begin.' Groter zijn dan jezelf en je eigen schaduw, dat is het geschenk van de boeken.
Maar wat met dat eigen duister, de eigen visioenen, 'het intieme zwart in de kern'? Die broeien in een afgesloten kamer van de ziel terwijl de wereld daarbuiten alle schaduwen uitbant. In moderne huizen, tussen glanzende oppervlakken en apparaten voelt de vertelster zich vreemd, afgesloten van de bron. Tot ze woorden op papier zet. Er ontstaan barokke fabels, Grimm-achtige sprookjes. Een edelman in Venetië moet in een bibliotheek vol lege boeken één zin vinden die alles bevat, 'een sleutel tot oneindige lichtheid'. Een assepoester naait in een donkere kelder kleren voor haar zussen tot haar vingers rafelen en ze spontaan in brand schiet.
Echte wereld
En dan ontmoeten de verhalen het drama in de echte wereld. Een vriendje verscheurt uit jaloezie het notitieboek van de vertelster ('hij vond het leuk dat ik schrijfster was maar hij vond het niet leuk dat ik schreef'). Een relatie gaat kapot door een pijnlijke transgressie en de vertelster vindt de dood op haar pad. Bij de 'walging die overal over mijn onbeschermde hart kroop' heeft ze troost nodig. 'Donkere woorden die glansden in het donker', woorden van ontheemde schrijvers als Anna Kavan en Ann Quin. En dan begrijpt ze dat het duister haar thuis is en niet gebannen moet worden. De wanhoop verstilt en zijn er alleen de schaduwen, 'nabij en nieuwsgierig, metgezellen eigenlijk'.
In het laatste hoofdstuk van Kassa 19 redt Claire-Louise Bennett haar alter ego, haar 'vrouw uit het niets'. Niet met een goede fee, een droomprins, een kasteel. 'Nee, natuurlijk niet. Niemand gaat de boel redden. Er is iets binnen in haar.'
Wie het intieme zwart van de ziel confronteert kan overleven. En kan erover schrijven, in briljant proza dat reist naar het eind van de nacht en terug. Kassa 19 is stream of consciousness voor de eenentwintigste eeuw, dansend tussen leegte en levenslust. Het is een koortsige monoloog die geen last heeft van de valkuil van autofictie, het kijk-mij-eens-bijzonder-zijn. Kassa 19 hoeft niet te faken want het ís bijzonder. Is het een boek dat de lezer kan redden? Ja, alvast van de vloek van middelmatigheid.
Vertaald door Karina van Santen en Martine Vosmaer, Koppernik, 219 blz., 23,50 €. Oorspr. titel: 'Checkout 19'.
Joachim Stoop
il/pr/26 a
*****
De Britse Claire-Louise Bennett slaat in haar uitmuntend vertaalde essaybundel ‘Kassa 19’ een onontgonnen weg in die zigzagt tussen een gefictionaliseerde autobiografie, literaire kritiek en een stoutmoedige blik op het schrijverschap. Ze geeft haar stem aan een naamloze vrouw die via herinneringen en verzinsels vertelt over hoe een leven vol boeken en verbeeldingskracht haar heeft gevormd als individu, lezer en schrijfster. Over hoe ze een met menstruatiebloed doordrenkt slipje op de toonbank van Dior wilde leggen en zeggen: ‘Dit is het volmaaktste rood ter wereld’; hoe die ene onvergetelijke leraar haar allereerste verhaaltjes wilde lezen; hoe in de supermarkt waar ze werkte (aan kassa 19, inderdaad) een Rus twee vingers van zijn vrouw liefkozend in zijn mond stopte; hoe ze door haar eigen lief werd verkracht. Een simpele opsomming van thema’s en anekdotes schiet tekort: onverwachte wendingen, herhalingen en zijpaadjes die zomaar tien bladzijden in beslag nemen, geven je meermaals het gevoel alsof je in een vijvertje duikt dat uiteindelijk een meer blijkt. De meeste bijdragen worden doorspekt met titels van romans en namen van collega-schrijvers, van E.M. Forster tot Anaïs Nin, want: ‘Een goed boek sluit je niet echt. Dat blijft terugkeren en infiltreren in je leven.’ Voor Bennett dient literatuur als gids voor het leven en als aanvulling, niet als afleiding: ‘We lezen om tot leven te komen.’ ‘Wil je de vogels binnenbrengen?’ is de titel van het formidabele moederessay waarrond de andere stukken wentelen. Bennett heeft het daarin over haar eerste, mislukte poging een roman te schrijven over ene Tarquinius Superbus, in een bewustzijnsstroom waarbij ze uit vage herinneringen een nieuw verhaal modelleert dat ze voortdurend afbreekt en weer opbouwt. Personages ontspringen uit haar fantasie, maar lijken ook hun eigen leven te leiden, los van de auteur. Het is revolutionair hoe loepzuiver en daardoor haast onmerkbaar Bennett heen en weer springt tussen beschouwingen over het schrijfproces, de buigzaamheid van de verbeelding en de impact van lezen. Met oog voor de muren waartegen een auteur kan botsen (de eigen achtergrond en sekse, de correctheid bij historische fictie), vraagt ze zich af hoe vrij ze werkelijk is. Die zoektocht loodst haar naar een ongekende vrijheid, want boven elke regel en elk obstakel overheerst ‘dat constante verlangen om uit je eigen huid en naar een andere werkelijkheid te ontsnappen’. Elke situatie – tot een wachtrij aan een saaie supermarktkassa toe – kan een aanleiding vormen voor een mentale vlucht. Wie denkt dat dit boek geen hapklare brok is, heeft niet meteen ongelijk, maar de uitdaging wordt haalbaar door de verfijnde humor, de sympathieke zelfspot, de geveinsde nonchalance en de variatie in de taal, van alledaagse spreektaal tot afgemeten poëzie. Bennett balanceert op een slappe koord tussen uitersten: ‘Kassa 19’ is met geen enkel ander boek te vergelijken en staat bol van vrije associatie en referenties, maar bevat voldoende zuurstof en leidt tot leesgenot in overvloed. Net als in die andere fenomenale vertelmozaïek, ‘De jaren’ van Annie Ernaux, ontwaren we in het weefsel uiteindelijk de contouren van de schrijfster zelf. Boekenliefhebbers en dagdromers aller landen, koop dit onovertroffen eerbetoon aan lezen en schrijven in honderdvoud, en leg het overal te vondeling.
Roderik Six
il/pr/27 a
Je ziet hem zo voor je, Tarquinius Superbus: knap, goedgekleed, op het randje van het flamboyante, een tikkeltje verwend en terend op een familiefortuin dat hij verkwist aan esoterische grillen en gastronomische hoogstandjes. Zijn dagen spendeert hij met flaneren door Venetië, tenzij hij in Wenen vertoeft, waar hij natuurlijk een pied-à-terre heeft zodat hij met de intellectuele goegemeente diepgaande discussies kan voeren. Om dat elitair imago nog op te krikken besluit hij zich een bibliotheek aan te schaffen, alle klassiekers in één keer, maar wanneer die geleverd worden, blijkt dat hij opgelicht is: alle boeken zijn dummy’s, alle pagina’s blanco.
Alle pagina’s? Neen, op één bladzijde zou de perfecte zin staan, de zin die alles verklaart, de enige zin die je in je leven nodig hebt. Bijgestaan door Dokter en huishoudhulp Rosalie begint hij aan zijn queeste door de leegte, op zoek naar die ene, zielreddende regel. Maar het is niet zeker dat Rosalie, ondanks haar kookkunsten, wel bestaat, en ook Dokter blijft een vage verschijning. Daarnaast is het onduidelijk in welk tijdvak Superbus zich beweegt. Leeft hij in de late renaissance of is hij een godenkind van het interbellum? Zijn schepper, Claire-Louise Bennett, is er nog niet helemaal uit, maar ze weet wel hoe het verhaal afloopt: in een inferno, natuurlijk – dan kun je netjes verwijzen naar de boekverbrandingen van de nazi’s.
Superbus is niet het enige onvoltooide schepsel in Kassa 19 . We maken ook kennis met ‘het meisje met de naald in de kerker’, dat geboren werd in haar schoolschrift, en met Charlotte Bartlett, een negentiende-eeuwse vrouw die een stormachtige affaire begint met de man van haar beste vriendin. Enfin: misschien, eventueel – eerst eens zien of het kladje uitgroeit tot een roman.
Misschien moet Bennett eerst nog wat lezen, zo staat het in Kassa 19 . Jorge Luis Borges bijvoorbeeld, of Robert Musil, zodat ze haar eigen man zonder eigenschappen beter kan inkleden. Liever zou ze eerst Sylvia Plath en Anne Sexton verorberen, maar dat vindt haar vriendje Dale, een doorzopen dichter, geen goed idee: fragiele vrouwtjes als Bennett blijven beter weg van zelfmoordpoëzie.
Maar schrijven zal ze, en Kassa 19 is de geniale neerslag van de eeuwige mislukking die schrijven is. De bovenstaande personages liggen bedolven onder dikke puinlagen taal en het is aan de lezer om zijn weg door die labyrintische ruïne te vinden. Onderweg zul je brokstukken poëzie, flarden memoires en splinters scherpzinnige essayistiek ontdekken, allemaal in brute, praatzieke alinea’s gepropt die samen een moker van boek vormen. Kassa 19 laat je knock-out achter.
*****
Koppernik (oorspronkelijke titel: Checkout 19), 256 blz., € 23,50.
Redactie
Een roman over de kleine trauma’s en triomfen die het leven definiëren, over lezen en over schrijverschap. In een arbeidersstadje ten westen van Londen krabbelt een schoolmeisje, betoverd door de eerste vonken van haar verbeelding, verhalen achter in haar oefenschrift. Terwijl ze opgroeit verandert alles en iedereen in brandstof voor haar talent: een Russische man met een kleine bruine auto, haar stapels met boeken, en zelfs een op een verwoestende manier ontsporende vriendschap. De opwinding waarmee ze personages en scenario’s oproept, wordt geëvenaard door de vreugde waarmee ze haar eigen weg door de wereld creëert. ‘Kassa 19’ is in een talige en enthousiasmerende literaire stijl geschreven. Voor een voornamelijk literaire lezersgroep die zich wil verwonderen over de vreugde die verbeelding en literatuur in een leven kunnen oproepen. Claire-Louise Bennett is de Britse auteur van ‘Pond', dat op de shortlist stond van de Dylan Thomas Prize, en ze won de White Review Short Story Prize. Haar verhalen en essays zijn gepubliceerd in The New York Times Magazine, Harper’s en andere tijdschriften. Ze woont in Galway, Ierland.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.