Zomervacht
Jaap Robben
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Geus, © 2022 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : Kast 10-13 ROBB |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Geus, © 2022 |
VOLWASSENEN : ROMANS : ROBB |
Dries Muus
ob/kt/01 o
Hoe dóét hij dat toch? Geen woord op de verkeerde plek, geen zin die níét glanst of geladen is, en zeker richting het slot geen alinea die je níét tot in je diepste vezels raakt.
Toch vestigt Jaap Robben in zijn derde roman voor volwassenen nergens de aandacht op zichzelf, op de rijkdom van zijn stijl, op zijn schrijverschap, dat hij in het prachtige Schemerleven volledig in dienst stelt van zijn verhaal. Nee: van het verhaal van zijn hoofdpersoon Frieda Tendeloo. Want dat is hoe het de hele roman door voelt, in ieder goedgekozen woord. Als háár hartverscheurende verhaal.
De kern daarvan speelt zich maar een paar jaar voor de grote jarenzestigrevoluties af. In het Nijmegen en omgeving van 1963 werden vrouwen nog geacht te gehoorzamen aan ouders en geloof, te trouwen, baren, zorgen, zwijgen. Het gezin als hoeksteen van de samenleving, de vrouw als de stille kracht in het gezin.
In die streng burgerlijke wereld wordt de jonge Frieda hulpeloos verliefd op de getrouwde Otto. En hij op haar. Veel meer onthullen over die onmogelijke liefde zou zonde zijn, zonde van Robbens vlekkeloze compositie, het kalme maar dwingende tempo waarin hij Frieda's levensloop, en de verzwegen kink daarin, onthult.
Het volstaat hier om te zeggen dat Frieda pas op hoge leeftijd begint terug te kijken op de episode die haar leven heeft getekend. 'Terugkijken' is nog een te bewuste term: de episode met Otto dringt zich, ongewild, in alle hevigheid aan Frieda op.
Het knappe is dat de lading zelden direct benoemd wordt, maar ongekend sterk invoelbaar wordt gemaakt, via schijnbaar onschuldige verschijnselen. Een stekje van een lidcactus. Een washandje over het gezicht. Een nachtvlinder. Twee voeten.
Een groot deel van het drama schuilt in die steeds minder neutrale symbolen, zonder dat Robben ze ooit vet aanzet. Sterker nog: Frieda is zich er zelf nauwelijks van bewust. Samen met de lezer aarzelt ze richting openheid, erkenning, naar de even pijnlijke als diep ontroerende antwoorden op haar laatste levensvragen.
Maria Vlaar
te/ep/17 s
Ietje werkt in een bloemenwinkel en wordt in 1963 zwanger van haar geliefde Otto, die met een andere vrouw getrouwd is. Ze hebben elkaar ontmoet op het ijs van de rivier de Waal bij Nijmegen, tussen de bevroren en opstaande ijsschotsen, een prachtige scène in een onbekend landschap, alsof ze even in een ander leven zijn gestapt. In Schemerleven, de derde roman van Jaap Robben, ontrolt zich het hartverscheurende verhaal van een vrouw die haar kind moest 'vergeten'. In vroegere jaren lagen, zeker in gelovige kringen, uitstoting en eeuwige schande klaar voor ongetrouwde moeders en hun 'bastaards'. Sommige kindjes werden meteen afgenomen ter adoptie, andere stierven en werden weggemoffeld; op veel begraafplaatsen in Europa en daarbuiten zijn perceeltjes te vinden waar ongedoopte kinderen, soms samen met zelfmoordenaars, zijn begraven. Geen kruis, geen steen. En erger nog: geen naam.
Robben voert in zijn romans en in zijn jeugdliteratuur, gedichten en theaterteksten altijd personages op die niet gehoord worden; als hij geen begenadigd schrijver was geweest, was hij vast sociaal werker of trauma-onderzoeker geworden. Zijn bekroonde roman Birk gaat over een jongen op een verlaten Scandinavisch eiland die zijn vader verliest, Zomervacht gaat over de dertienjarige Brian die opgroeit in een stacaravan bij een alcoholische vader en een gehandicapte broer. Het zijn romans die even goed bij volwassenen en jongeren aankomen, onder andere door de bedrieglijk eenvoudige schrijfstijl en de licht absurdistische en humoristische situaties. Robben weet ontroering op te wekken met zijn verhalen over verschoppelingen.
Melkmachine
In Schemerleven is Ietje, voluit Frieda Tendeloo, aan het woord. Ze is een innemend eigenwijze bejaarde die nog maar net in een kamer van een verzorgingstehuis woont, omdat lopen niet meer gaat en haar man en mantelzorger Louis plotseling is overleden. Haar zoon Tobias moet alles regelen, zoals de verkoop van het ouderlijke huis, maar krijgt toch geregeld op zijn kop van haar. Het knettert tussen moeder en zoon. Robben laat in realistische scènes zien hoe frustrerend het kan zijn als je op hoge leeftijd de regie over je leven moet inleveren in ruil voor verzorging. In de eerste helft van Schemerleven zijn de gesprekjes en gebeurtenissen nogal uitgesponnen - zo spannend is het nu eenmaal niet in een aanleunwoning. Het werkelijke drama in de roman dient zich al wel aan in details en vooruitwijzingen, maar Robben kiest ervoor om zijn verhaal langzaam op te bouwen en zo gewoontjes mogelijk te houden. Des te harder komt het in de tweede helft van het boek binnen. Daar lezen we, via Ietjes gedachten en herinneringen, hoe Otto haar in haar kraambed alsnog alleen laat, en hoe ze bij de nonnen terechtkomt die Ietje behandelen op een wijze die we nu mensonterend vinden.
In het recent verschenen Een geest in de keel van Doireann Ni Ghriofa gaan hele passages over borstvoeding, over hoe het voelt als de melk uit je stroomt, hoe de stuwing opkomt als een kindje huilt, hoe uitgeput maar ook trots een moeder zich een melkmachine kan voelen. Zo dicht op de huid, zo lichamelijk schrijft Robben ook als Ietje haar kindje baart, waarmee hij de bevalling hopelijk definitief ontdoet van het stigma van een alleen door vrouwen beschreven thema in de literatuur. Robben heeft aan het serieuze onderwerp van de bastaardkinderen geen absurdistische of grappige uitsteeksels willen of durven toevoegen. In Zomervacht zitten hilarische scènes, , maar die droge humor ontbreekt in Schemerleven; een bejaarde vrouw is misschien ook minder grappig dan een brutale puber. Het had wat tegenwicht kunnen bieden aan het levensverhaal van Ietje, dat getekend is door een trauma waarvoor ze ternauwernood heling vindt, en dat door Robben voorzien wordt van een bijna therapeutisch slotakkoord.
De Geus, 312 blz., 23,99 € (e-boek 14,99 €).
Maarten Steenmeijer
te/ep/10 s
In zijn eerste twee romans houdt Jaap Robben het klein. Zijn debuut Birk (2014) speelt zich af op een vrijwel onbewoond eiland waar een jongen van 9 op zijn moeder is aangewezen nadat zijn vader is verdronken. Zomervacht (2018) gaat over een jongen van 13 die in een caravan woont met zijn vader, een ritselaar die zich steeds meer in de nesten werkt. Hoe leef je met goed fatsoen als je opgroeit met een ouder die zelf niet goed weet hoe je dat zou moeten doen? Hoe overleef je in zo'n kleine wereld waarin je nog niet de baas bent over jezelf? In beide romans werkte Robben deze vragen knap uit tot een beklemmend verhaal dat in een strakke taal is gegoten.
Schemerleven is uit ander hout gesneden. Het verhaal wordt verteld door een vrouw van 81 die terugkijkt op een leven dat je in bijna alle opzichten gewoon zou kunnen noemen. Frieda Tendeloo groeide niet in afzondering op maar is geboren en getogen in een grote stad (Nijmegen), werd opgevoed door beide ouders in een kinderrijk gezin, was werkzaam bij een bloemist, trouwde met een aardige man, kreeg een zoon met hem en staat nu op het punt om grootmoeder te worden.
Maar dan overlijdt haar man Louis tegen alle verwachtingen in eerder dan zij. Zijn dood hakt erin, ook bij de lezer: 'Alles wat Louis ooit is geweest, alles dat ik ooit heb liefgehad is een stoffig hoopje as (...). Alles dat Louis zijn leven lang heeft gewassen, gepoetst, geflost, gekamd en verzorgd, alles dat hij is geweest ligt hier voor mij tussen de grassprieten. (...) Klaar om weg te waaien.'
Louis' overlijden hakt er ook in een ander opzicht in. Het legt, in combinatie met de zwangerschap van Frieda's schoondochter, een trauma bloot dat zich ruim zestig jaar lang schuil had gehouden onder haar doorsneebestaan als getrouwde vrouw en toegewijde moeder. Frieda (koosnaam: Ietje) had wel haar buien (vooral nadat het gezin weer eens op bezoek was geweest bij haar ouders) en dan was er geen land met haar te bezeilen, maar niemand die daar iets achter zocht.
Het trauma werd veroorzaakt door het dramatische slotakkoord van een geheime relatie die zij in 1963 had met een getrouwde man, Otto Drehmann. Hij was ruim tien jaar ouder dan zij maar een geroutineerde schuinsmarcheerder kun je hem niet noemen. Daarvoor is hij, om maar wat te noemen, te onhandig tijdens de eerste keer dat ze het met elkaar doen. Je zou het ook zo kunnen zeggen, in de stijl van de roman: zoals Frieda bij hem de vrouw in zichzelf ontdekt, zo ontdekt hij bij haar de 'andere man' in zichzelf.
Maar Otto wil niet weg bij zijn vrouw. 'Ik blijk gewoon meer liefde in me te hebben, voor allebei', zegt hij. Dat zit Frieda niet lekker: 'Ik mocht mezelf wel in hem verliezen, hij zich nooit helemaal in mij.' Dat wordt op pijnlijke wijze duidelijk wanneer zij zwanger wordt van hem. Tot haar verbazing ziet hij de vrucht in haar buik niet als hún kind, maar als háár kind. Zijn huwelijk, zijn baan op de universiteit, zijn positie in de kerk, hij wil het niet opgeven voor een nieuw leven met haar.
Ook haar ouders laten Frieda in de steek. Robben beschrijft de ellende waarin ze dan terechtkomt met Dickens-achtige allure en dat levert indringende pagina's op. Ook de passages over Louis' dood en Frieda's verhuizing naar een verzorgingshuis maken indruk. En er zijn zinnen in Schemerleven die je bijblijven, zoals deze, die Frieda te binnen schiet wanneer de receptioniste van het tehuis haar zegt dat ze er weer mooi uitziet: 'Op mijn leeftijd complimenteren ze daar vooral de kleren mee die we hebben aangetrokken of wat de kapper nog van het haar heeft weten te maken.'
Maar Robbens nieuwe roman mist de alomtegenwoordige beklemming van Birk en Zomervacht. Dat heeft te maken met het vertelperspectief van Schemerleven, dat nadrukkelijk dat van een volwassene is terwijl je in Robbens eerste twee romans juist het idee hebt de gebeurtenissen mee te beleven met de jonge hoofdpersoon. En in het algemeen wordt Schemerleven in een adequate stijl verteld, maar vaak niet meer dan dat. En soms minder dan dat, zoals in deze kitscherige passage: 'Hij hoefde me nauwelijks aan te raken tussen mijn benen of ik voelde hoe de smeulende kooltjes tot gloeien werden geblazen.' Ook de veelvuldig gebruikte uitroep 'Ietje toch (...). Och Ietje toch' en varianten hiervan vallen uit de toon. Op dit soort momenten wordt Schemerleven iets wat Frieda absoluut niet is: een beetje tuttig.
***
De Geus; 309 pagina's; € 23,99.
(jk)
te/ep/06 s
*****
Louis is dood – op een dag viel hij zomaar neer op het tuinpad. Zijn vrouw Ietje, van wie iedereen had gedacht dat ze eerder zou gaan dan hij, blijft alleen achter. In haar nieuwe kamer in een verzorgingstehuis overdenkt ze wat geweest is. ‘We hebben het altijd goed gehad,’ zei Louis vaak. Toch is het niet zíjn naam die rondspookt in haar gedachten, ook al was ze meer dan een halve eeuw met hem getrouwd. In haar hoofd vol mist klinkt onophoudelijk een stem uit het verleden: Otto, Otto, Otto…
Jaap Robben is de zachtaardigste schrijver van Nederland. In zijn nieuwe roman ‘Schemerleven’ weet hij dan ook overtuigend de stem neer te zetten van die arme Ietje, die het leven dat ze had door haar vingers voelt glijden. Gelukkig staan daar de hoofdstukken met de 21-jarige Ietje tegenover, die een veel onstuimiger, hartstochtelijker geluid laten horen. ‘Schemerleven’ is een echt kitchen sink drama – oersentimenteel, maar ook rauw realistisch en geëngageerd. Robben laat met zijn krachtige hoofdpersoon zijn feministische hart spreken. Als lezer slaak je een zucht van verlichting dat de maatschappij tegenwoordig rechtvaardiger is ingericht – al is een blik over de schouder ook altijd een waarschuwing voor de toekomst.
Bookarang
Een delicate roman over liefde en verlies. Op een late wintermiddag in 1963 stapt de jonge, vrijgevochten Frieda Tendeloo de dichtgevroren Waal op. Haar ontmoeting tussen de ijsschotsen met de getrouwde Otto is er een die ze nooit meer zal vergeten. Samen beleven ze een liefde die onstuimig begint, maar noodlottig afloopt. Haar leven lang houdt Frieda haar herinneringen hieraan voor zichzelf, maar als ze op eenentachtigjarige leeftijd opeens weer alleen is, dringt het verzwegen verdriet zich onontkoombaar aan haar op. ’Schemerleven’ is in een fijnzinnige, doch directe stijl geschreven vanuit het perspectief van Frieda. Geschikt voor een breed tot literair lezerspubliek. Jaap Robben (1984) is een Nederlandse schrijver. Zijn romandebuut ‘Birk’ werd onder meer bekroond met de Nederlandse Boekhandelsprijs, en ‘Zomervacht’ haalde de longlist van de Intenational Booker Prize 2021. Zijn werk verschijnt inmiddels in vijftien talen.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.