Ultimatum
Thomas Heerma van Voss
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Das Mag Uitgevers, 2024 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : Kast 10-13 HEER |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Das Mag Uitgevers, 2024 |
VOLWASSENEN : ROMANS : HEER |
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
In verwerking |
Das Mag Uitgevers, 2024 |
VOLWASSENEN : ROMANS : HEER |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Das Mag Uitgevers, 2024 |
VOLWASSENEN : ROMANS : HEER |
Maarten Moll
te/ep/14 s
Het literaire tijdschrift. Een blad dat gezien wordt als kweekvijver voor nieuwe, toekomstige Nobelprijs-winnaars. Zo wordt het in Het archief gebezigd. De roman die Thomas Heerma van Voss schreef over de opkomst en ondergang van Pierre Rosenau, redacteur van het ooit roemruchte literaire tijdschrift Arabesk.
Het archief is een sleutelroman, laten we dat er meteen maar bij zeggen. Heerma van Voss was zelf redacteur van het literaire blad De Revisor, en de vader van Pierre was de vader van Heerma van Voss, een bekende journalist en bestuurder.
Ook zonder te weten wie wie is - zoekt u dat zelf maar uit - staat de roman op zichzelf. Het is een terugblik op het redacteurschap, en een portret van een jonge man die in de schaduw van zijn vader leeft. Eigenlijk is Het archief, meer dan een mooi en treffend beeld van wat een literair tijdschrift heden ten dage is, een vader-zoonroman.
Lulligheid
Het omvangrijke eerste deel is een spiegeling. Pierre is een beetje saai, geremd, introvert. Een anti-mijn vader (zijn naam wordt ergens genoemd); minder daadkrachtig, minder door de stad zwervend, minder rondhangend in cafés. Minder leven opbouwend, minder verzamelend.
Tegenover de 'leegheid' van de zoon - die wel steeds raad vraagt aan zijn vader - staat de niet ophoudende stortvloed van verhalen over 'toen', en de overvolle werkkamer van de vader (twee keer een archief).Dat eerste, lange deel over Arabesk is leuk, inzichtelijk, maar ook wel treurig. Om te lezen dat een literair blad een fletse pedant is van dat van vroeger. Een zekere lulligheid is er ook in af te lezen - Pierre wordt benoemd tot chef ongevraagde kopij - maar dat lullige kenmerkt ook het liefdevolle werk dat de redacteuren in het blad met nog geen tweehonderd abonnees stoppen.
Het tweede deel van de roman gaat over het sterfproces van de vader. Die vader blijft in het verleden hangen, en er mag niets worden weggegooid uit zijn werkkamer. Pierre heeft dan bijna niets meer om weg te gooien. Hij begint in dat tweede deel juist meer te verzamelen. Over zijn vader, in zijn hoofd (ook een archief). Dat zijn ontroerende bladzijden in deze plezierig en goed geschreven geschiedenis. Dat heeft het redacteurschap in een kwakkelend literair blad dan wel weer opgeleverd: Pierre heeft er een roman over geschreven.
Das Mag, 274 p., 23,50 euro.
Steven Van Ammel
us/ug/31 a
Thomas Heerma van Voss kijkt al enkele jaren achter de façade van het literaire bedrijf en schrijft daar jaloersmakend sterke stukken over. Zo volgde hij recent het spoor van onverkochte boeken - waaronder drie van zijn eigen titels - van groothandel tot versnipperaar, schreef hij pijnlijk eerlijk over een signeersessie in zijn oude school - “van je broer hebben we meer boeken op voorraad” - en de langzame opkomst en razendsnelle ondergang van de uitgeverij waarvan hij mede-eigenaar was wist hij te vereeuwigen (nu ja) in twee fraaie boekjes. Als Heerma van Voss al niet de schrijver is met de grootste liefde voor het literaire bedrijf, dan mogelijk wel die met de scherpste blik erop.
Dat mag ook blijken uit zijn nieuwe roman. In Het archief brengt hij de wereld van het literaire tijdschrift in beeld. Wanneer de jonge Pierre Rosenau gevraagd wordt toe te treden tot de redactie van Arabesk aarzelt hij geen moment. Zijn baan als redacteur van scripties bij een online bedrijf is lucratief, maar vreugdeloos. Bovendien treedt hij op deze manier in de voetsporen van zijn vader, een publiek intellectueel uit de tijd dat er nog een publiek bestond voor intellectuelen. Wie nu de vinger opsteekt en roept 'net als Arend Jan Heerma van Voss, de vader van Thomas' mag een bank vooruit. De gelijkenissen tussen de personages en de mensen uit het leven van Heerma van Voss doen vermoeden eindelijk nog eens met een sleutelroman te maken te hebben.
Gegniffel
Toch mag Het archief geen klassieke sleutelroman heten. Je krijgt niet de indruk dat er messen worden geslepen of rekeningen vereffend. Waar (sleutelromans als) Onder professoren van W.F. Hermans en De grachtengordel van Geerten Meijsing tot reuring en relletjes leidden, valt hier minzaam gegniffel te verwachten. Dit leest niet als een wraakoefening, maar als een enigszins onderkoeld verslag van repetitieve redactievergaderingen. De laconieke, soms sardonische stijl die Heerma van Voss hanteert in zijn reportages blijft achterwege.
Van de steeds weerkerende bekommernis over teruglopende abonnees tot de opportunistische natuur van diversiteitspotjes: wie bekend is met cultuurmanagement klinkt het pijnlijk herkenbaar in de oren. Toch weegt het allemaal vaak erg licht. In het eerste deel van de roman lijkt Heerma van Voss bijna achteloos de ultieme droom van Flaubert te vervullen: stijlvol schrijven over niets. In het korte tweede deel staat er plots wel iets op het spel. Het uitgesponnen verslag over stilstand en herhaling verandert door de ziekte van vader Rosenau in een intimistisch verhaal over loslaten. De onderkoelde, registrerende stijl brengt hier het onverdraaglijke net dicht bij de lezer.
Das Mag, 274 blz., € 23,50 (e-boek € 12,99).
Jarl Van Der Ploeg
te/ep/21 s
Het salaris is karig en veel meer dan een bijbaan is het eigenlijk niet, maar kom op zeg: Arabesk! Dat is een absoluut instituut in de literaire wereld en dus zijn kans om eindelijk echt door te breken. En och, zijn vader, die jarenlang bij een soortgelijk blad werkte, wat zal die verschrikkelijk trots op hem zijn. Eindelijk. Daarom zegt de jonge Pierre Rosenau vrijwel direct ja wanneer hem wordt gevraagd toe te treden tot de redactie van het roemruchte literaire tijdschrift Arabesk. Ja, ja, ja!
'Die fijne periode dat Arabesk nog iets voorstelde', zoals oud-redacteuren hun tijd op de redactie steevast omschrijven, mag dan wel voorbij zijn (het blad heeft minder dan honderd betalende abonnees over en veroorzaakt nooit meer een fatsoenlijke literaire rel) maar toch geniet Pierre de eerste maanden volop van de talloze redactievergaderingen waarin minutenlang bevlogen wordt gediscussieerd over de perfecte vertaler voor een ontoegankelijk Noors gedicht. Of het al dan niet publiceren van het hyperintellectuele essay van een debutante uit een Fries dorpje.
Buiten de muren van hun redactielokaal kan het wellicht niemand schelen wat ze precies uitspoken, maar de redacteuren zelf zijn ervan overtuigd dat ze een levensbelangrijke traditie in stand houden. Ook Pierre weet, ondanks de vragende blikken van zijn veel succesvollere vrienden, zeker dat hij via dit werk een essentiële bijdrage levert aan de Nederlandse literatuur. En als hij op zwakke momenten toch twijfelt aan zijn nut, opent hij gewoon het Wordbestand waarin hij alles noteert wat hij bij het tijdschrift meemaakt, omdat hij merkt dat hij in de geschreven versie van zijn leven wel de regie kan houden.
Voor lezers die Thomas Heerma van Voss kennen, klinkt het bovenstaande bekend. Net als Pierre werkte ook Heerma van Voss jarenlang bij een zieltogend literair tijdschrift met een grote naam, maar een zeer klein ledenbestand. En net als Pierre schreef ook Heerma van Voss ondertussen een roman over die periode. Daarnaast hebben ze beiden een vader die in zijn hoogtijdagen een toonaangevende journalist was, een soort voorganger in de linkse kerk met een verleden bomvol verhalen over drankgelagen in cafés waar hun zoons tegenwoordig ook komen, zij het dat zij vooral gemberthee bestellen.
Niet voor niets eindigt de helft van de redactievergaderingen, die eigenlijk over de wankele toekomst zouden moeten gaan, in gesprekken over dat verleden, over die mooie oude tijd dat Arjen nog de scepter zwaaide bij Arabesk en iedereen nog wist wat echte literatuur was. God, wat waren ze toen relevant.
In het heden zijn er soms ook wat kleine successen te vieren, bijvoorbeeld als de redactie een diversiteitspotje binnenhengelt en spokenwordartiest Josephine inhuurt als gasthoofdredacteur. Of als de Maastrichtse Boekhankel Dominicanen zowaar zeven exemplaren bijbestelt van hun nostalgie-special. Maar toch is de algehele tendens duidelijk: het schip zinkt. Of, zoals redacteur Lisa het verwoordt wanneer ze eindelijk ontslag neemt: 'Zoveel mensen spugen op wat wij belangrijk vinden, literatuur wordt marginaler en marginaler en wij vormen het allermarginaalste stukje. De kelder van de Titanic. Nobody fucking cares.'Heerma van Voss, die zelf dus jarenlang bij literair tijdschrift De Revisor werkte, beschrijft de ondergang van zo'n Titanic erg geestig, vooral omdat het doorspelende orkest van dienst, hier in de vorm van een vierkoppige redactie, maar blijft vergaderen over het juiste gebruik van het beletselteken, ook al stroomt het water inmiddels met liters tegelijk naar binnen.
Net als het verhaal een tikkeltje repetitief dreigt te worden - Jongens, er is nog steeds geen financiering voor het tijdschrift, zullen we een themanummer maken over het slavernijverleden? Jongens, we hebben nauwelijks abonnees, laten we iets met podcasts doen - begint deel twee van het boek. Het deel waarin de schrijver, Willem Elsschot indachtig, met de humor op de linkerpagina de ernst op de rechterpagina indrukwekkender maakt en andersom.
In deel twee krijgt Pierre namelijk een bericht van zijn vader: hij gaat dood.
Vanaf dat moment verdwijnt Arabesk naar de achtergrond en verandert Het archief in het intieme portret van een stervende vader die eveneens vergankelijk blijkt, ondanks de onverwoestbare status die hij geniet bij zijn bewonderende zoon. Heerma van Voss, die tijdens het schrijven ook zijn eigen vader verloor, noteert hun laatste dagen samen secuur en oplettend, alsof hij iedereen die aan de vooravond van een rouwproces staat op het hart wil drukken vooral niet te slordig om te gaan met dergelijke laatste momenten samen. Het laatste ritje in de oude Opel, het laatste voetbalpotje dat je samen keek; het zijn juist die momenten die je nooit meer wil laten glippen.
De twee belangrijkste instituten in het leven van Pierre lijken allebei hun strijd tegen de tijd te verliezen. En hoewel dat tragisch is, bewijst de onvermoeibare aandacht die hij besteedt aan zowel het zieltogende tijdschrift als aan zijn stervende vader, dat ook buiten het zicht van de buitenwereld, of misschien juist daar, heel veel liefs gebeurt.
Waarom ben ik eigenlijk hetzelfde gaan doen als jij, vraagt Pierre vlak voor zijn vader sterft. Welke 'mengeling van genetisch verlangen, volgzaamheid en geldingsdrang' hebben me daartoe verleid? 'Je doet iets heel zeldzaams', antwoordt zijn vader. 'Je bekommert je om de kleinste, mooiste details.'
Het is precies die aandacht voor details, waarin ook Heerma van Voss uitblinkt, die van Het archief een prachtige ode maken aan het gepruts in de marge; aan werk dat vrijwel nooit wordt opgemerkt en dat waarschijnlijk weinig winstgevends oplevert, maar voor de prutsers zelf buitengewoon waardevol is, simpelweg omdat het ze voldoening geeft. En is dat niet waar het uiteindelijk om draait in het leven, om de zoektocht naar die kleine, onvervangbare momenten van geluk?
Het antwoord op die vraag nadat je Het archief hebt gelezen: jazeker.
Das Mag; 274 pagina's; € 23,50.
Bookarang
Een roman over een jonge schrijver die redacteur wordt bij een literair blad. De jonge, ambitieuze Pierre wordt gevraagd als redacteur van het literaire tijdschrift Arabesk en accepteert zonder aarzeling. Hij komt uit een gezin waar veel gelezen wordt en zijn vader was hoofdredacteur tijdens de gloriedagen van het geschreven woord. Terwijl Pierre zich ontwikkelt in zijn rol, dalen de abonneecijfers van het tijdschrift. Zijn vader lijkt de enige die de charme van het blad nog begrijpt, maar hij trekt zich steeds meer terug in zijn werkkamer. De roman onderzoekt hoe lang tradities in stand gehouden moeten worden, en wanneer het tijd is om los te laten. In vloeiende, invoelende stijl geschreven. Geschikt voor een brede tot literaire lezersgroep. Thomas Heerma van Voss (1990) schreef enkele romans en verhalenbundels, waaronder ‘Condities’ en ‘Passagiers/Achterblijvers’. Hij was zeven jaar redacteur van literair tijdschrift De Revisor.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.