Lanark : een leven in vier boeken
Alasdair Gray
Alasdair Gray (Auteur), Robbert-Jan Henkes (Vertaler)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Koppernik, © 2025 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : NIEUW (kasten voor de balie) GRAY |
Sam De Wilde
il/pr/05 a
Een verhaal dat stinkt “naar alles wat ziekelijk was” in de “allerziekelijkste eeuw”. Van je eigen personages moet je het hebben, want zo omschrijft een van de hoofdfiguren uit Arm ding de zesde roman van Alasdair Gray (1934-2019), de vader van de hedendaagse Schotse literatuur. De lezer die zich tot dat punt in de postmoderne hervertelling van Mary Shelley's Frankenstein heeft laten voeren, kijkt van een geestige meta-analyse dan allang niet meer op.
De onder meer uit brieven, illustraties en commentaren opgetrokken roman wordt bevolkt door allerlei rare figuren, waaronder wetenschapper Godwin Baxter en de verdronken vrouw Bella die hij weer tot leven wekt door haar het brein van haar ongeboren kind te geven. Het boek uit 1992 was excentriek genoeg om Yorgos Lanthimos, boegbeeld van de Griekse weird wave-cinema, te verleiden tot de verfilming Poor things (2023) met Emma Stone in de hoofdrol. En dan heeft Lanthimos nog niet eens het vreemdste boek van Gray gekozen, dat is 's mans debuut en magnum opus Lanark , ook een eigenzinnige en gedurfde mix van genres en stijlen.
Arm ding won destijds de Whitbread Novel Award en de Guardian Fiction Prize, en hoewel het wellicht het toegankelijkste boek uit Gray's oeuvre is, valt het niet zomaar samen te vatten. De hoofdmoot bestaat uit de “van de schroothoop geredde memoires van een negentiende-eeuwse dokter”. Die worden gekaderd door een inleiding van Gray zelf én door een nawoord dat alles wat eraan voorafgaat vrolijk weer in twijfel trekt.
Zeker is dat Gray het verhaal rond dokter Baxter en zijn zelfbewuste en seksbeluste creatuur gebruikt om slimme, satirische commentaar te geven op kolonialisme, imperialisme, godsdienst en man-vrouwverhoudingen. Een literaire optelsom die bij mindere goden weleens tot loodzwaar werk leidt, maar Gray weet zijn kritische engagement speels en luchtig te houden.
Het is dan ook geen toeval dat onder meer Jonathan Coe, nooit vies van met slimme humor doorspekte maatschappijkritiek, zich tot de bewonderaars rekent. Gray kon bij leven rekenen op het ontzag van critici en collega's, maar zag die waardering nooit vertaald in verkoopcijfers die een comfortabel leven toelieten. Daar kan de lezer van vandaag niets meer aan veranderen, maar hij kan zichzelf wel een plezier doen door onversaagd in het oeuvre van de meester te duiken. En laat Arm ding dan een uitstekende springplank zijn.
Emilia Menkveld
rt/aa/29 m
'Hal lo God win, hal lo nieu we man.'
Heb je de film gezien, dan is het moeilijk om Alasdair Grays roman Poor Things, nu vertaald als Arm ding, te lezen zonder te denken aan het fenomenale acteerwerk van Emma Stone (waarvoor zij vorig jaar een Oscar kreeg). Regisseur Yorgos Lanthimos vond in haar de perfecte Bella Baxter, een jonge vrouw die na haar zelfverkozen dood weer tot leven is gewekt door de dokter Frankenstein-achtige Godwin - ook wel God, zoals zij hem liefkozend noemt.
Dat heeft God gedaan door haar het brein van haar ongeboren baby aan te meten in zijn operatiekamer aan huis. Nu is Bella een kind in het lichaam van een volwassene. Zij leert in hoog tempo praten, lopen en denken, niet gehinderd door sociale codes en ongevoelig voor wat de laat-19de-eeuwse maatschappij van haar verwacht; Bella vindt seks heel lekker, dus heeft ze heel veel seks.
Dit duister-komische verhaal werkt heel goed als film: door Stones acteerwerk, de toverachtige decors, Godwins spectaculaire grime. Wat heeft het boek te bieden?
Alasdair Gray (1934-2019), die bij leven vooral in zijn eigen Schotland faam genoot, was nooit vies van een vormexperimentje; zijn bekendste roman Lanark begint bij 'Boek Drie'. Op de eerste pagina van Poor Things (1992) kondigt Gray zich aan als 'de tekstbezorger'. Hij heeft het verslag van Bella's werdegang, opgetekend door haar echtgenoot Archibald McCandless, in handen gekregen via een Glasgowse stadshistoricus, die het weer uit de vuilnis had gevist. Gray waarschuwt alvast voor een brief van ene Victoria McCandless, die hij als epiloog heeft toegevoegd, volgens hem het werk van een 'gestoorde vrouw die haar oorsprong in dit leven probeert toe te dekken'.
Bella's avonturen zijn dus - heel 19de-eeuws - ingebed in een constructie met onbetrouwbare, elkaar beconcurrerende vertellers. Gray maakt zijn pastiche compleet met schitterende 'victoriaanse' gravures en etsen van zijn personages, zogenaamd vervaardigd door ene William Strang.
Al deze strapatsen leveren ook nog iets op. Het boek is duidelijk feministisch te lezen. Alleen draait het hier niet, of niet alleen, om Bella's weg naar zelfstandigheid. Doordat de vertellers elkaar steeds tegenspreken, moet je je als lezer onvermijdelijk tot hen verhouden: wie besluit ik te geloven? En ook: wie heeft het recht om gehoord te worden? De brief die tekstbezorger Gray zogenaamd achterin wegmoffelt, zet alles in een ander licht.
En hoe klinkt Bella Baxter zelf op papier? De hakkelige peuterzinnetjes maken snel plaats voor een woordenstroom: 'Ik neem Candle mee uit wandelen slenteren kuieren op een tippel voettocht ommetje voor een luchtje een pan-toffel-pa-rade.'
In de loop van het boek wordt Bella steeds wijzer, maar in haar taal blijft ze onmiskenbaar Bella: 'Dus eindelijk ziet het ernaar uit dat het mysterie van de Totstandkoming van de Bell Baxter-Soort opgelost gaat worden. Wat fluisterde dat dokterstype je in je oor, God?' Vertaler Robbert-Jan Henkes verdient een groot compliment.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.