Andalusisch logboek
Stefan Brijs
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Uitgeleend
|
Uitgeverij Atlas Contact, 2025 |
VERDIEPING 3 : SIBERIË : NIEUW (kasten voor de balie) BRIJ |
Marijke Arijs
2/ei/31 m
Elf jaar geleden verkaste Stefan Brijs van Koningshooikt naar Cútar, een onooglijk gehucht in de Andalusische heuvels. Sindsdien heeft de voormalige onderwijzer, bekend van historische romans als De engelenmaker en Post voor mevrouw Bromley, bepaald niet stilgezeten. Zijn zelfgekozen ballingschap leverde twee romans op, Maan en zon en Zonder liefde, en tussen het schrijven door maakte de auteur zich zijn nieuwe vaderland eigen.
Zijn verkenningstochten voorzagen hem van de nodige inspiratie voor een Andalusisch logboek, een bundel aantekeningen en anekdotes over de plaatselijke natuur en de cultuur van zijn nieuwe landgenoten, en in Berichten uit de vallei verdiepte hij zich in de Zuid-Spaanse fauna en flora, die fors te lijden hebben onder de aanhoudende droogte. In zijn jongste, Het geduld van de bloemen, focust Brijs op de gevolgen van het nijpende gebrek aan neerslag, dweilt hij natuurreservaten, siërra's en botanische tuinen af op zoek naar bedreigde planten- en diersoorten en steekt hij zijn licht op bij specialisten in de materie.
Voorlopig valt er in de idyllische vallei waar de schrijver met zijn vrouw is neergestreken nog voldoende fraais te bewonderen. Om zijn huis zoemen wespen met de maten van een model en aan het raam van zijn schrijfstek glijden roodstuitzwaluwen voorbij “als vakkundig gevouwen papieren vliegtuigjes”. De bontgekleurde bijeneters doen hem denken aan de barokke Mariabeelden van de zeventiende-eeuwse beeldhouwer Pedro de Mena, terwijl de grauwe huismussen associaties oproepen met de heilige Franciscus, “bleek en mager in zijn bruingrijze pij”. In de lente kijkt de auteur reikhalzend uit naar de boerenzwaluwen die ieder jaar op zijn terras komen nestelen. Als zijn gevederde vrienden te lang uitblijven, wordt hij dodelijk ongerust, en wanneer hun jongen uitvliegen, lijdt hij plaatsvervangend aan het legenestsyndroom.
Aan deze schrijver is een gedreven ornitholoog verloren gegaan, zoveel is zeker. Maar in die vogelvriend schuilt ook een gepassioneerd botanicus met een scherp oog voor slangenkruid en knikkende klaverzuring, kogeldistels en wilde pioenrozen. Als hij een uiterst zeldzaam wit bosvogeltje vindt, kan zijn dag niet meer stuk, en bij het zien van een veld vol vlammend rode klaprozen kan hij het niet drooghouden.
Zoekplezier
Het geduld van de bloemen is geschreven in de ingetogen en beeldende stijl die Brijs eigen is. Behalve een dichterlijk is het ook een leerzaam boek, want de schrijver is naar eigen zeggen “een onderwijzer in hart en nieren”. Enig heimwee naar vroeger is Brijs niet vreemd. Zo vertikt hij het om apps gebruiken om vogels en planten te identificeren, omdat die het zoekplezier bederven. Maar gezien de auteur een groot talent bezit voor verdwalen, blijkt zo'n toepassing af en toe toch wel haar nut te bewijzen. Geholpen door Wikiloc vindt de grootste stuntel feilloos de weg naar een eeuwenoude zilverspar in the middle of nowhere en zelfs het verre verleden ligt binnen bereik. In zijn kielzog dalen we af in een aljibe, een ondergronds waterreservoir uit de tijd van de Moren, en wandelen we door een canuto, “een kijkdoos waarin de aarde is bewaard zoals die er miljoenen jaren geleden uitzag”.
Al dat natuurschoon is jammer genoeg op sterven na dood, en dat ligt niet alleen aan het klimaat. Andalusië, Spanjes dorste en armste regio, is tegenwoordig de moestuin van Europa. Dat is een zegen voor de economie, maar een ramp voor de biodiversiteit. Waterslurpende teelten als de avocado en de mango souperen al het grondwater op en putten de bodem uit, en de toekomst belooft weinig beterschap, want Juan met de pet maakt zich niet druk om klimaatverandering, is schaars bedeeld met milieubewustzijn en doet zelden aan langetermijndenken.
De gevolgen zijn catastrofaal. Afgelopen najaar lieten de weergoden zich aan gene zijde van de Pyreneeën van hun guurste kant zien, met oudtestamentische hoosbuien, overspoelde straten en apocalyptische modderstromen. In de buurt van Valencia vielen meer dan tweehonderd doden. Volgens Brijs is er maar een schuldige voor deze ramp, en dat is de mens. Die “gedraagt zich in de natuur als in een all-you-can-eatrestaurant” en die roofbouw blijft niet ongestraft, waarschuwt de schrijver. Zelfs het eindeloze geduld van de bloemen raakt ooit op.
Bookarang
Een indringend verslag over de kwetsbaarheid van de natuur in Andalusië, waar het klimaat steeds onvoorspelbaarder wordt. De auteur observeert de schoonheid van flora en fauna in de omgeving. In zijn ode aan de Spaanse provincie beschrijft hij onder meer nestelende zwaluwen, wilde pioenrozen, de Spaanse zilverspar en de kaalkopibis. Het boek is zowel een lofzang op de veerkracht van de natuur als een treurzang over de achteruitgang ervan. Brijs benadrukt dat, hoewel de natuur geduldig is, er grenzen zijn aan wat ze kan verdragen. Hij uit zijn bezorgdheid over de toekomst van de natuur. In persoonlijke, reflecterende stijl geschreven. Geschikt voor een brede tot geoefende lezersgroep. Stefan Brijs (Genk, 1969) is een Belgische schrijver en essayist, woonachtig in Andalusië. Hij schreef vele boeken. Zijn ‘Andalusisch logboek’ werd genomineerd voor de Bob den Uyl-prijs voor reisverhalen, en ‘Berichten uit de vallei’ werd genomineerd voor de Jan Wolkers-prijs voor het beste natuurboek.
Ilse Van Heusden
i /un/21 j
In Het geduld van de bloemen beschrijft Brijs de natuur rond zijn huis in Zuid-Spanje gedurende één jaar. Het is een zwaarmoedig, pessimistisch verhaal over extreme droogte, extreme regenval, bestrijdingsmiddelen, erosie. Alle details van bloemblaadjes en verenkleden beschrijft hij, maar aan één diersoort wil hij niet te veel woorden vuilmaken: de mens. 'Sommige dagen praat ik meer tegen dieren dan tegen mensen.'
Vreugde haalt Brijs uit zijn waarnemingen, vooral die van vogels. 'Ik kon wel een dansje maken. Nooit eerder zag ik drie hoppen tegelijk.' Maar als hij ergens een lichtpuntje ontdekt, remt hij zichzelf meteen af. 'Nu iedereen ziet hoe ongenadig de klimaatverandering hier de laatste jaren heeft toegeslagen, is blijkbaar bij velen het besef ingedaald dat er maar beter meer aandacht en zorg aan de leefomgeving moet worden geschonken. Al behoed ik mezelf ervoor al te optimistisch te zijn.'
De Vlaamse schrijver is een doemdenker die veel over de vorm van de doem denkt. 'We gaan niet eens slaapwandelend onze ondergang tegemoet. Met wijdopen ogen hollen we naar de horizon die in vuur en vlam staat.' Toen Brijs een paar weken geleden in het programma Vroege Vogels mocht vertellen over zijn boek, kon hij zulke mooie woorden niet vinden. Er vielen op de radio lange stiltes in het interview omdat hij te geëmotioneerd was. In het boek beschrijft hij hoe hij ontroerd raakt door een boom.
Wat de schrijver en daarmee de lezer op de been houdt, is zijn ongekende kennis over en liefde voor de natuur. Hij kan alinea's vol schrijven over één vogelsoort die hij tegenkomt. 'Ze hadden koppen en snavels van papier-maché.' Tussendoor staat hij zichzelf af en toe zelfs een tikje humor toe.
Brijs schreef over het gebied al eerder Andalusisch logboek en Berichten uit de vallei. En nu is er dit boek met een vrije, ietwat rommelige vorm. Soms voelt het als dagboek, dan weer als een uitgebreid reisverslag of volgt een paragraaf van maar één zin.
Het geduld van de bloemen is mooi somber. Heel af en toe vindt Brijs troost in wat hij ziet. Een boom met meer zwaluwen dan bladeren. Hoop is niet iets dat Brijs beschrijft, maar lijkt eerder iets waaraan hij zich vastklampt. De hoop dat 'de bloemen alles op aarde overwoekeren'.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.