Trofee
Gaea Schoeters
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
2 items uitgeleend
|
Querido, 2025 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : NIEUW (kasten voor de balie) SCHO |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Querido, 2025 |
VOLWASSENEN : ROMANS : SCHO |
Carl De Strycker
i /un/07 j
Tevreden en zelfvoldaan is de Duitse bondskanselier H.C. Winkler als in het parlement zijn Ivoorwet wordt aangenomen die “de voorwaarden voor de import van exotische jachttrofeeën aanzienlijk verscherpt. Een maatregel die niemand tegen de borst stoot, maar die hij als pasmunt kan gebruiken om de groenen ervan te weerhouden de boeren het leven lastig te maken met nieuwe stikstoftaksen. Voor wat hoort wat. Zo werkt goed bestuur nu eenmaal.”
Het is een knap staaltje machtspolitiek, dat evenwel als een boemerang terugkeert. Een dag later duiken in Berlijn plots overal olifanten op. Twintigduizend. Ze blijken een geschenk van de president van Botswana. Die schetst de problemen en uitdagingen voor wie dag in dag uit moet samenleven met deze beschermde diersoort. Als de Duitsers zo begaan zijn met de olifant moeten ze dat maar eens aan den lijve ondervinden.
Stront ruimen
Het verplicht Winkler te dealen met de consequenties van zijn beleid. Na een moment van ontreddering valt hij terug op realpolitik en pragmatisme. Experten worden geraadpleegd, er worden maatregelen genomen om veilig om te gaan met de dieren. Als hij de greep op de crisis dreigt te verliezen, stelt hij een regeringscommissaris aan: een vrouwelijke partijgenoot die de shit mag opkuisen. Letterlijk, want de immense drollen veroorzaken overlast. Er komt een spreidingsplan, de olifanten worden ingezet als toeristische attractie, en een mestactieplan wordt opgesteld waarbij hun uitwerpselen worden gebruikt voor bemesting. Zo wordt het probleem uiteindelijk economisch gerecupereerd.
De strategie om met de olifanten proberen samen te leven blijkt evenwel onhoudbaar. Als de uiterst rechtse tegenstander van Winkler, die vindt dat deze invasieve exoten niet in Duitsland thuishoren, aan populariteit wint, gooit de regeringsleider zijn partijgenoot voor de bus. Waarna hij zelf met een krachtdadige oplossing komt en de held van het verhaal wordt.
Met Het geschenk heeft Gaea Schoeters een tegelijk vermakelijke en onbehaaglijke parabel geschreven over de milieuproblematiek, de vluchtelingencrisis, neoliberalisme en neokolonialisme. Daarmee ligt deze kleine roman in het verlengde van haar succesboek Trofee, ook een fabel over de omgang van het Westen met Afrika. De covers van beide boeken onderstrepen de samenhang: een neushoorn siert die van Trofee; op de flap van Het geschenk prijkt een olifant.
Dit nieuwe verhaal is ondanks de geringe omvang minstens even straf. Het is zowel grappiger (al is de humor vooral bijtend) als wranger. De genadeloze inkijk in de coulissen van de macht, waar politique politicienne, machtswellust, ijdelheid en cynisme regeren, en waar niet verder gekeken wordt dan de volgende verkiezing, levert geen fraai beeld op van de politiek. Anders dan Trofee, dat aan het einde ruimte laat voor hoop op verandering, is Het geschenk defaitistischer. Daarmee lijkt dit boek misschien een vergiftigd geschenk, maar niets is minder waar. Het geschenk is een prachtig cadeau.
Bo Van Houwelingen
i /un/07 j
Zet een groot, exotisch dier in een stad en je hebt meteen een filmisch beeld. In La grande bellezza slentert Jep Gambardella door Rome bij nacht en loopt een giraffe tegen het lijf. Dat majestueuze dier in een stedelijke omgeving - het is onverwacht ontroerend.
Het werkt ook met olifanten. Het geschenk, de vierde roman van de Belgische schrijver Gaea Schoeters (1976) opent er veelbelovend mee. De schemer is in Berlijn nauwelijks opgetrokken als er plots een enorme Afrikaanse olifant verschijnt, badderend in de Spree.
Als de stad ontwaakt, blijkt de olifant in de rivier niet alleen te zijn. Overal duiken ze op, het worden er steeds meer. Dat leidt tot chaos in het verkeer, platgestampte auto's, geplunderde winkels, kaalgevreten parken en heel veel olifantenpoep. Het is aan de sociaaldemocratische bondskanselier Hans Christian Winkler om de 'olifantencrisis' op te lossen, liefst zonder al te veel pijnlijke maatregelen, want hij staat er slecht voor in de peilingen.
Saillant detail: een dag voor het verschijnen van de olifanten heeft Winkler de ivoorwet ingevoerd, die de invoer van jachttrofeeën uit Afrika bemoeilijkt. De president van Botswana is niet blij met deze 'imperialistische maatregel' die westerse trofeejagers zal afschrikken, waardoor het land de broodnodige inkomsten van kostbare jachtvergunningen misloopt, er minder budget is voor de bescherming van de nationale parken en ivoorstropers meer kans krijgen.
De trofeejacht in Afrika is het grote thema van Schoeters' vorige roman, Trofee (2020). In Nederland werd het boek nogal over het hoofd gezien (ook door de Volkskrant), maar in Duitsland werden er ruim veertigduizend exemplaren van verkocht. Niet gek dus dat Schoeters haar nieuwste in Berlijn heeft gesitueerd.
En dat succes is terecht. Trofee is een razend interessant boek dat ongemakkelijke vragen stelt over (post)kolonialisme, trofeejacht, dierenbescherming en ontwikkelingshulp. De Amerikaan Hunter White (what's in a name) is in Afrika om zijn big five compleet te maken: hij hoeft alleen nog een neushoorn te schieten. Maar dan neemt het verhaal een huiveringwekkende wending waarin zowel Hunter als de lezer flinke ethische dilemma's te verhapstukken krijgt: wat als je door iets slechts te doen eigenlijk iets goeds doet?
Het geschenk sluit aan op Trofee, als een tweeluik - het is duidelijk bedoeld als pendant: wat als je een Europees land opzadelt met Afrikaanse problematiek?
Twintigduizend olifanten in Berlijn, het is goed bedacht: de grappigste terroristische aanslag ooit. Omdat de olifanten beschermd zijn, mogen ze niet worden afgeschoten en als ze worden opgesloten, verdubbelen ze zich op dezelfde magische wijze als ze in eerste instantie verschenen zijn. Ze moeten dus alle ruimte krijgen.
'Jullie Europeanen willen ons vertellen hoe we moeten leven. Misschien moeten jullie zelf maar eens proberen hoe het is om met megafauna samen te leven', aldus de president van Botswana.
De maatregelen die worden getroffen om de situatie enigszins beheersbaar te houden, doen denken aan die van de coronacrisis (afstand houden, avondklok) en die van de vluchtelingencrisis (geruzie over landelijke spreiding, een 'olifantenquotum'). Uiteraard profiteert populistisch rechts hiervan, terwijl de regerende partij van Winkler bijna ten onder gaat aan het impopulaire beleid.
Uiteindelijk moet de bondskanselier een keuze maken: draait hij mee met het rechtse plan de olifanten ergens te dumpen om zijn machtspositie te behouden, of maakt hij een ruk naar links door voor een aanpak te kiezen die ervoor zorgt dat er in harmonie met de dieren samengeleefd kan worden?
Van het laatste zal het land op de lange termijn beter worden, maar het vergt zo'n radicale verandering van ieders leefwijze dat het de vraag is of er ooit draagvlak voor wordt gevonden. De analogie met de aanpak van de klimaatcrisis is zonneklaar.
Het geschenk is een politiek pamflet verpakt in een leuk verhaal - een beetje Jan Terlouwerig. Pamfletten zijn niet subtiel, ook dat van Schoeters niet. Waar de lezer bij Trofee steeds heen en weer werd geslingerd tussen verschillende visies op (de ethiek rondom) de jacht - heel knap gedaan - is het in Het geschenk niet te missen welke richting we op moeten denken. Hunter White is in al zijn goede-slechtheid een gelaagd personage, bondskanselier Winkler in Het geschenk is daarentegen een weergave van de politicus die zijn dromen heeft ingeruild voor macht.
Ook de andere personages komen niet ver. De rechtse opponent is een typisch vervelend mannetje, de idealistische regeringscommissaris een vurige vrouw met 'vastbeslotenheid in haar ijsblauwe ogen'.
Het opvallendst is het stilistische verschil tussen beide romans. Trofee blinkt uit in zinderende natuurbeschrijvingen, weet de kunst van de jacht in precieze woorden te vangen en gonst van de rake observaties. Het geschenk lijkt haast door iemand anders te zijn geschreven, zo anders is het: vol clichés, politiek jargon en overbodige uitleg. 'Nu zet ook de chef van de Staatsveiligheid zijn stekels op', of: 'als hij dit daadkrachtig afhandelt, kan hij ongetwijfeld een paar percenten terugwinnen op rechts en zit hij meteen weer een stuk stabieler in het zadel in zijn eigen regering.'
Snel terug naar dat eerste mooie beeld, die olifant in de Spree: 'De opkomende zon kleurt het dier geelgrijs; alleen de plekken waar haar huid nat is, steken donker af tegen de rest. De waterdruppels die uit haar mondhoeken spatten, fonkelen in het zonlicht.'
bvds
i /un/03 j
Terwijl u dit leest, wordt de theaterversie van haar roman 'Trofee' opgevoerd in Zwitserland. De Duitse vertaling 'Trophäe' ging al meer dan vijftigduizend keer over de toonbank. De nieuwe roman van Gaea Schoeters, die zich sinds enkele weken ook laureaat van de Ultima Letteren mag noemen, verschijnt daarom tegelijk in het Duits en in het Nederlands. 'Het geschenk' is een niet ongeestige, maar wat overladen satire, als een goedmoedig extraatje voor het welwillende publiek dat ze met 'Trofee' heeft opgebouwd.
Het groteske 'Het geschenk' speelt zich af in een door verkiezingskoorts getroffen Berlijn, waar op een goede dag olifanten opduiken. Consternatie alom: waar komen die ineens vandaan? En gaan die niet voor overlast zorgen? Bondskanselier Hans Christian Winkler, die gelooft in 'grondigheid en routine', krabt zich in de haren: hoe kan hij deze crisis in zijn voordeel gebruiken? Hij richt meteen een crisiscel op. Voor zijn uitdager, de populist Holger Fuchs, is de olifantenplaag dan weer een ideale stormram om in te beuken op het beleid van de kanselier.
HET GROTE KAKPLAN
Denken de protagonisten eerst nog aan een terreuractie, dan blijkt al snel dat de olifanten - meer dan twintigduizend - een vergiftigd geschenk zijn van president Tebogo van Botswana. De Duitse regering heeft immers net de Ivoorwet gestemd, die de invoer van ivoor verstrengt en die aan het publiek wordt verkocht als een natuurbeschermingsmaatregel. In een telefoontje aan Winkler legt Tebogo uit waarom hij Duitsland zo'n horde olifanten cadeau doet: 'Het Westen heeft ons gevraagd in te zetten op bescherming van bedreigde diersoorten en dat hebben we gedaan. Te goed. Zo goed dat we veel te veel olifanten hebben.' Zijn volk lijdt honger omdat landbouwgrond is opgegeven voor olifanten. 'Misschien moeten jullie zelf maar eens proberen hoe het is om met megafauna samen te leven. [...] De bevolking moet zich maar aanpassen.' Die zit.
Wat volgt, heeft iets weg van een 'F.C. De Kampioenen'-aflevering, maar dan op politiek niveau. Gretig en met zwier stelt puppetmaster Schoeters scherp op het gehannes van politici die geconfronteerd worden met een probleem waartegen ze niet opgewassen zijn. Wir schaffen das, zegt Winkler, maar ondanks pogingen om de olifanten in een goed daglicht te stellen, nemen de problemen toe.
Zijn opponent bespeelt zijn publiek: 'Een Botswaan mag zijn oogst beschermen, maar een Duitser niet de auto die hij met zijn jaarloon heeft gekocht.' Wanneer de olifantenstront zich ophoopt in Berlijn, is de kanselier de wanhoop nabij. Enter Erika Lange: de vorige kanselier, die Winkler aanraadt iemand anders te laten opdraaien voor de crisis. En ja hoor, ook dat wordt een vrouw: Hannelore Hartmann wordt aangesteld als regeringscommissaris voor Olifantenzaken. 'Vrouwen worden alleen gevraagd voor dergelijke topjobs als het risico op falen groot is,' beseft ze.
Maar keuze heeft ze niet. Ze komt met een Kakplan: de olifantenstront blijkt geschikt te zijn als meststof, die ook nog behoorlijk kostbaar is. Maar wanneer die mest zaden van invasieve exoten blijkt te bevatten, valt het plan in duigen. Ze verzet zich hevig tegen het Derdelandenplan van Winkler, die de dieren wil herlokaliseren naar Rwanda. 'Meen je dat nu?' vraagt ze. 'Wil je echt twee keer dezelfde fout maken? Olifanten zijn geen vluchtelingen!'
Maar haar idealistische ideeën over een permanent en duurzaam samenleven tussen de Duitse bevolking en de olifanten zullen het niet halen. Na een persoonlijke fout verliest ze haar baan en neemt ze ontslag. 'Alles hangt ervan af wat je wilt,' zegt Erika Lange aan bondskanselier Winkler: 'Het goede doen of aan de macht blijven. Die twee dingen gaan steeds slechter samen, dezer dagen.'
De jury van de Ultima Letteren prijst Schoeters om haar 'maatschappelijke betrokkenheid', in een artistieke praktijk die 'uitzonderlijk veelzijdig' is. Ze omschrijft zichzelf als auteur, librettist, scenarist en journalist, en is in al die hoedanigheden erg productief en aanwezig in het publieke debat, recent bijvoorbeeld nog op de cultuurwebsite De Lage Landen met een opiniestuk over het feit dat vrouwelijke Vlaamse schrijvers veel minder vaak prijzen winnen. Samen met kolonialisme, censuur en politiek onvermogen is genderongelijkheid haar favoriete boksbal. Al dat engagement valt absoluut toe te juichen, zeker als het morele complexiteit onderkent en wordt vormgegeven zoals in het diepe, complexe 'Trofee'. In het wat karikaturale 'Het geschenk' ziet deze al te vlotte virtuoos zichzelf te graag nóg maar eens een kunstje uithalen.
Saskia Pieterse
i /un/07 j
Gaea Schoeters' Trofee (2020) werd goed onthaald in België en Nederland, en was een regelrechte bestseller in Duitsland. Schoeters schilderde daarin de innerlijke wereld van trofeeënjager Hunter White, een beursspeculant die in Afrika een nijlpaard hoopt af te knallen.
Haar nieuwe novelle Het geschenk speelt zich af in Berlijn. Ook dit keer blijven we opgesloten in het wereldbeeld van een machtige man, een politicus. En wederom draait het verhaal om de westerse verhouding tot de Afrikaanse wildpopulatie. Het verhaal begint op de dag dat bondskanselier Hans Christian Winkler ontdekt dat er Afrikaanse olifanten zijn losgelaten in Berlijn. Eerst lijkt het er slechts een handjevol te zijn, maar al snel blijkt het om een onbeheersbaar aantal olifantenkuddes te gaan.
Hoe komen die beesten in het hart van de Europese democratie terecht? De lezer wordt uitgenodigd zich over de logistieke vragen niet al te lang het hoofd te breken. Het gaat in dit boek niet om een realistisch scenario, maar om een onderzoek naar de grenzen van het westerse geloof in beheersbaarheid en maakbaarheid.
Vaardig plaatst Schoeters haar fictieve bondskanselier (prototypische politicus van het 'redelijke midden') in een wereld waar zijn strategie van pappen en nathouden onhoudbaar lijkt. Zijn populistische rivaal Fuchs kan daarom voortdurend roepen dat Winkler veel te weinig doet aan 'het olifantenprobleem'. Maar als Winkler resoluut de olifanten zou laten afknallen, dan houdt hij zich niet meer aan zijn eigen natuurbeschermingswetgeving, en de eerbiediging ervan is cruciaal om de relatie met de Groenen goed te houden. Een eigen ideologische visie heeft Winkler niet, behalve dan dat hij meent de enige te zijn die Fuchs van de macht kan afhouden.
Fort Europa
Schoeters is een vaardige verteller, die elk hoofdstuk met genoegen de spartelende Winkler dieper de olifantenstront in duwt. De beelden zijn geestig en soms ontroerend; Berlijn overwoekerd met de tropische plant kudzu, de geboorte van een olifantenbaby.
Zoals hoort bij politieke satire, is dit geen novelle die het moet hebben van psychologische nuance. Dat is geen bezwaar, we kunnen in de Lage Landen veel meer literatuur gebruiken die politiek durft te zijn. En Schoeters durft: ze zet lekker vet de kloof aan tussen het pragmatische zelfbeeld van de macht en het kortzichtige handelen.
Het geschenk heeft bovendien overduidelijk de ambitie iets te zeggen over fort Europa, onze verhouding tot mensen op de vlucht. Al snel roept Winkler: 'Wir schaffen das'. Maar is dat zo? Schoeters voert een Angela Merkel-achtige figuur op, die achter de schermen Winkler van advies dient. Droogjes constateert zij: 'Olifanten zijn geen vluchtelingen. Dit is geen perceptieprobleem, maar een echt probleem. Dat los je niet op met wat handige propaganda.'
Heel even kantelt er iets in Winklers houding. Een kort moment lijkt ook voor hem de olifantenpopulatie een visioen te bieden voor een nieuw soort politiek. Zijn de olifanten niet daadwerkelijk een geschenk, een bron van utopische hoop, mits er de bereidheid is organisch met ze samen te leven? De plot wordt voortgestuwd door die vraag.
Geworteld in racisme
Toch vond ik zowel Trofee als Het geschenk te weinig nieuws brengen. Schoeters gebruikt in beide boeken een overbekende vertelstructuur: een zelftevreden witte man raakt in confrontatie met 'Afrika' (een continent dat in zijn beleving eenvoudig te reduceren is tot een aantal overbekende clichés over zijn flora en fauna) al zijn zekerheden kwijt.
Tot echt nieuwe inzichten kwam ik daarmee niet, al was het maar omdat in de koloniale tijd dit schema al volop gebruikt werd. Rond 1900 schreef Joseph Conrad Heart of Darkness, ook al over westerse kolonialen die hun verstand verliezen als ze diep Congo inreizen. Er is door onder meer Chinua Achebe uitentreuren geanalyseerd hoe deze literaire verbeelding van Afrika niet leidt tot werkelijk antikoloniaal denken, omdat ze wortelt in racisme. 'De Afrikaan' wordt nooit opgevoerd als een complex individu, maar dient enkel als middel om de westerling in een geestelijke crisis te storten, zodat zijn verdrongen gewelddadigheid zichtbaar wordt.
Nu voert Schoeters zeker ook personages op die zo'n kijk op Afrika stevig bekritiseren. De premier van Botswana wrijft in de opening van de novelle Winkler goed in dat het Westen via regelgeving het stropen van bedreigde dieren in Afrika probeert tegen te gaan, maar dat ze niet met de gevolgen hoeven te leven van hun beleid. Grote olifantenkuddes vernielen de oogsten en dragen bij aan hongersnood. Cynisch merkt hij op: 'Jullie Europeanen willen ons vertellen hoe we moeten leven. Misschien moeten jullie zelf maar eens proberen hoe het is om met megafauna samen te leven. Daarom heb ik besloten Duitsland twintigduizend olifanten te schenken. Als het goed is, is mijn cadeau intussen in Berlijn aangekomen.' Daarna echter verdwijnt Botswana - als interessante politieke casus op zichzelf - uit het verhaal.
Zijn twintigduizend Afrikaanse olifanten in staat Europa te genezen van zijn dodelijke politiek? Dat pragmatische politici à la Winkler op een meer gevoelig moment vatbaar zijn voor ontroering en sentimentele dierenliefde, ik geloof het meteen. Schoeters zelf speelt nadrukkelijk in op die empathie voor het dier, door het emotionele zwaartepunt van Het geschenk te leggen bij het tragische lot van de olifanten. En via het dier cirkelen we weer terug naar het lot van de witte man, want ook Winkler is evident een mastodont die nog maar heel even aan zijn laatste beetje macht kan vasthouden.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.