De gouden baard
Klaas Verplancke
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Davidsfonds, 2003 |
JEUGD : VERHALEN ROOD (9-11 J.) : VERP |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Davidsfonds, 2003 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : VERP |
2/ei/03 m
Ries is een eenzame heuvelwachter die een zaadje vindt en zaait. Even later staat er plots een vent van een boom. Maar Ries vindt het te veel en te veel ineens. Toch krijgt hij er takken van, voor warmte, schaduw voor koelte, vruchten en zingende vogels. En vertelt de boom hem verhalen die hij in zijn wortels hoort. Tot hij doodgaat en omvalt, en zo een brug maakt naar een andere eenzame heuvel. Niet bepaald verrassende illustraties van Boekenpauw-winnaar Verplancke, maar wel een mooie taal en een nuttig gebruik van kleur en typografie. De filosofie achter zijn tweede solo-boek is makkelijk toegankelijk en zet de lezer aan het denken over vriendschap en eenzaamheid. (+6)
KDr
Uitg. Davidsfonds/Infodok, 58 blz., 13,50 euro.
31/12/2005
<4>Klaas Verplancke bewijst met Wortels opnieuw dat hij zo'n integer kunstenaar is. Verplancke maakt geen boeken om een bepaald thema gezellig naar jonge lezertjes over te hevelen. Vanuit een geraaktheid over een sfeer, een onderwerp lijken de woorden en beelden bij hem op te borrelen. Verplancke beschikt bovendien over het vernuft om zijn gevoel glasscherp naar woorden én beelden te vertalen. Hij verenigt de beide artistieke talen tot een symbiotisch duo. Dit levert met Wortels een innemend prentenboek op. Dit prentenboek profileert zich als onoverkomelijke vorm voor het verhaal van deze kunstenaar.
Elk segment van het boek draagt bij tot de wijd vertakkende kracht van het verhaal. Tegen een gangbare prentenboeknorm in, kiest Verplancke een titel die conceptueel gelinkt is aan wat volgt. Hiermee geeft hij de richting en teneur van het boek aan. Het verhaal is de tot op de wortel versoberde versie van hetgeen Verplancke wil vertellen. Het is een rijke soberheid die de lezer naar de verhaalwortels leidt.
Ries, de heuvelwachter, wacht. Net als zijn onbekende collega's. Wachten is zijn werk en leven. Het verstrijken van de tijd ondergaan, is zijn bestaan. Rustig vult hij zijn huisje en zijn heuvel met zijn lichaam, zijn gedachten. Op een dag vindt hij een zaadje. Onmiddellijk ontfermt hij zich over het kleinood. Als lezer voel je de hunkering van Ries naar gezelschap zonder dat hij dat hunkeren erkent. Door alle goede zorgen groeit het zaadje tot een boom van een kerel uit. Het maakt Ries nukkig dat hij nu zijn tijd en zijn heuvel moet delen met de indringer. Kerel is nochtans sympathiek. Hij geeft hout, vruchten, noten, vogels en vertelt, na jarenlang zwijgen, elke avond verhalen die de pieren tussen zijn wortels kriebelen en de mollen neerpennen. Het zijn fijnmazige, fantasievolle verhalen die inzoomen op kleine, alledaagse menselijke onhebbelijkheden met grote existentiële gevolgen zoals schuwheid of egoïsme. Het vertellen van de verhalen creëert langzamerhand een band tussen Kerel en Ries. Een bescheiden band die zich uit in een stuk steunend touw tijdens stormweer, een warme handpalm op een stervende boom, een boek Wortels. Het was Kerels laatste wens dat Ries alle verhalen zou neerschrijven zodat hij ze, bij het haardvuur van Kerels hout, kon nalezen. De omgevallen dode stam van Kerel maakt een brug met een heuvel in de buurt. Ries is niet meer zeker dat hij nog alleen zal sterven op zijn heuvel. Het boek levert het bewijs.
Dit is een summiere interpretatie van de poëtische woorden die Verplancke letter voor letter op de bladzijden beitelde in een eenvoudige, weinig originele verhaalstructuur. Die lichtheid van de structuur balanceert perfect met het sfeervolle gewicht van de tekst en prenten. De gewaagde illustratieve relatie tussen de beelden en de woorden van Ries en Kerel is een geslaagde, completerende verhouding. Het boek is zodanig zorgvuldig vormgegeven dat men duidelijk eerst naar de prent kijkt en pas dan de tekst op de tegenoverliggende pagina leest. Of omgekeerd. Want met dit ritme wordt doordacht gespeeld. Verplancke dirigeert het kijk- en leespatroon van de kijker zodat het verhaal zich optimaal kan ontplooien. Op die manier ervaart men de woorden van Ries niet zozeer als een neergeschreven relaas maar eerder als zijn gedachten. Daarom worden Kerels verhalen niet illustratief ondersteund en krijgt de lezer hier wel de ruimte, net als Ries, om zich beelden te vormen. Ries bezit een Afrikaans maskerachtig gezicht waardoor hij iets onwezenlijks, sombers maar tegelijk een waardige verstilling met zich torst. Zijn gedrongen lichaam is één met die kleine, aardappelachtige heuvel. Die verstilling uit zich ook in het warme, 'overschaduwde' kleurenpalet dat Verplancke secuur hanteert. Zijn tekende hand verraadt zich in de inktzwarte omlijning van Ries, in de houtskoolschaduwen... waarmee hij die intieme sfeer versterkt.
Verplanckes Wortels stammen uit zijn integerheid als kunstenaar. Ze vertakken zich in de geest van de lezer tot een rijk verhaal in woorden én beelden over eenzaamheid, angst voor vernieuwing en voor warme geborgenheid, over de verandering van een verstild leven dat eigenlijk alleen maar geleefd wilde worden. Het lot besliste er anders over. Gelukkig. Deze Wortels horen te vertakken in elke boekenkast en niet enkel op de laagste planken.
Els Van Steenberghe
Twee fragmentsuggesties: (het kiezen valt zwaar bij zoveel moois)
- "Op deze heuvel is niets bijzonders,
maar er is genoeg om van te leven.
Er is veel en wijde lucht
en nu en dan eens wind
die van over de andere heuvels komt aangewaaid
en naar ginder en overkant ruikt
Er is veel plaats
tussen hier en de wolken,
tussen de grassprieten en de kluiten.
Er is tijd,
veel tijd,
de tijd die wachten heet.
En ik ben er,
een heuvelwachter
zoals je die op elke heuveltop vindt.
Ik vul op mijn eentje en met gemak de dagen
en het huis tot in de kleinste hoeken. (p. 9) [Els Van Steenberghe]
Conny Meijer
Op een kale heuvel woont een eenzame heuvelwachter, die zijn dagen slijt met eindeloos wachten. Als hij op een dag een zaadje vindt, stopt hij het in de grond. Dit verandert het leven van de wachter. Hij voelt zich gedwongen te communiceren met de boom, maar vindt dat dit zijn vertrouwde bestaan verstoort. Langzaam wint de boom enig vertrouwen door verhalen te vertellen. Deze zijn op warm terra afgedrukt. Kleur van papier en lettertype benadrukken de afstand tussen boom en wachter. Op poëtische wijze speelt de schrijver/tekenaar in deze prentvertelling met woorden en hun betekenis. De boodschap 'wachten en niets doen' levert weinig op en krijgt vorm bij de dood van de boom. "De tijd heeft hem omgehakt."; zo vormt hij een brug naar de dichtst bijzijnde heuvel. Op de laatste pagina hoort de heuvelwachter iemand naar hem toekomen over de brug. Ogenschijnlijk simpel verhaal met eenvoudige, paginagrote tekeningen in zachte tinten waarachter een diepere betekenis zit. De tekst in de ik-vorm is verdeeld is vele korte tekstblokken. Vanaf ca. 11 jaar.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.