Wat voel ik ?
Oscar Brenifier
Oscar Brenifier (Auteur), Clément Devaux (Illustrator), Kolet Janssen (Bewerker)
2 exemplaren
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Davidsfonds, 2005 |
VERDIEPING 2 : BABILLE : IK EN DE WERELD INFO (PAARS) : GELOVEN-DENKEN
Geloven - Denken |
Aanwezig |
Davidsfonds, 2005 |
VERDIEPING 0 : THEMACOLLECTIE ENKEL VOOR ONDERWIJS EN DIENST
Geloven - Denken |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Davidsfonds, 2005 |
Jeugdinfo (paars): Geloven - Denken
Geloven - Denken |
31/12/2005
Heeft u wel eens een glimp opgevangen van het tv-programma 'The nanny'? Niet de hilarische Amerikaanse sitcom, maar het programma waar een opvoedster als een soort deus ex machina een gezin van zichzelf komt redden? Het is een soort horrorshow voor wie onbevangen en vol goede moed een gezin wil stichten. Je wordt geconfronteerd met krijsende, wild rondschoppende kinderen en wanhopige volwassenen die de controle over hun huishouden compleet kwijt zijn. Iedereen is over zijn toeren en afgaande op de lichaamstaal van de betrokkenen wordt niemand hier gelukkig van. Een gezin is een microsamenleving en een samenleving zonder spelregels wordt een chaos.
We hebben het al lang afgeleerd om kinderen zonder meer onze wil en wensen op te leggen. Maar met de keuze voor een open communicatie hebben we wel voor een zeer veeleisende opvoedingsmethode gekozen. Wie regels en emoties bespreekbaar wil maken, moet precies weten wat die regels en emoties inhouden en welke de consequenties op korte en lange termijn zijn. Je kunt als volwassene onmogelijk alles ten gronde aan kinderen uitleggen, maar je kunt wel manieren aangeven om na te denken over jezelf en om te onderzoeken hoe de wereld in elkaar zit. Wie die opvoedingsmethode toepast, moet rekening houden met het gegeven dat alles in vraag kan worden gesteld en dat lang niet elke vraag beantwoord kan worden. Het is dus zaak om je kinderen te leren omgaan met twijfel en onzekerheid en dat is iets wat zelfs menige volwassene niet lekker afgaat.
Hoewel kinderboeken vaak gebruikt worden als slaapmiddeltje, is het de moeite waard om ze te evalueren op hun vermogen om kinderen wakker te maken. Een goed kinderboek kan kinderen wapens aanreiken tegen de onzekerheden van het leven en leren omgaan met angst en twijfel. "De invloed van vroege boeken gaat diep. Zo veel van onze toekomst ligt op de boekenplanken; wat je in je jeugd leest, heeft meer invloed op het gedrag dan welk godsdienstonderricht ook", meende schrijver Graham Greene. Het is dus zaak om heel goed na te gaan wat er op die boekenplanken ligt. Niet alleen omdat daar voor een stuk de toekomst van je kinderen ligt, maar ook omdat je daar werktuigen vindt voor een goede communicatie met hen.
In de loop der tijd hebben heel wat pedagogen een grote voorkeur aan de dag gelegd voor kinderboeken met een expliciete moraal. De triomf van goed over kwaad moest duidelijk uitgesproken worden; als je er even stil bij staat, slaat dat nergens op. Het impliceert dat goed en kwaad te allen tijde duidelijk van elkaar onderscheiden en gescheiden kunnen worden en dat is zelden het geval. Bovendien berooft het leven je vrij snel van de illusie dat het goede altijd wint, dus kun je maar beter over de morele, intellectuele en emotionele middelen beschikken om jezelf desondanks in balans te houden. Toen Maurice Sendak in de jaren '60 in zijn boeken, en vooral met Where the wild things are (Max en de Maximonsters), van een veel minder eenduidige visie op de functie van een morele strekking in kinderliteratuur blijk gaf, moest hij zich voor heel wat verontwaardigde pedagogen verantwoorden. Bruno Bettelheim, die overigens grif toegaf dat hij het boek nooit gelezen had, had ernstige bedenkingen. Op de tegenwerping van een moeder dat het boek niet per se schadelijk was voor kinderen, antwoordde hij ferm: "Niets is per se schadelijk. Uit het raam van de eerste verdieping vallen is ook niet altijd schadelijk, maar ik zou het niet aanraden". Dooddoeners heb je in alle soorten, het belette Maurice Sendak niet om een genuanceerd antwoord te formuleren: "Natuurlijk willen wij onze kinderen beschermen tegen nieuwe en pijnlijke confrontaties, die boven hun emotionele bevattingsvermogen liggen en hen een gevoel van onveiligheid geven. En tot op zekere hoogte kunnen we die ook inderdaad vermijden. Dat is overduidelijk. Maar wat even duidelijk is -- en wat dikwijls over het hoofd wordt gezien -- is het feit dat kinderen van hun vroegste jaren af al met schokkende emoties te maken krijgen. Dat bijvoorbeeld angst een onverbrekelijk deel van hun dagelijks leven uitmaakt en dat ze voortdurend met frustraties moeten worstelen. Het is via de fantasie en de humor dat kinderen dit kunnen doorbreken. Met andere woorden: geef kinderen de kans zélf met hun emoties om te gaan".
Goede boeken kunnen kinderen leren om met hun emoties om te gaan. Goede boeken maken kinderen zowel intellectueel als emotioneel wakker. Als we met kinderen praten over boeken, over de problemen die de personages het hoofd moeten bieden, over de keuzes die ze in moeilijke omstandigheden maken, leren we niet alleen onze kinderen beter kennen, maar -- en dat is een welgekomen extraatje -- ook onszelf. Het is belangrijk om tijdens zo'n gesprek volop vragen te laten opborrelen en die vragen vanuit diverse invalshoeken te beantwoorden. In eerste instantie is het misschien verwarrend en akelig dat er weinig vragen zijn die met stelligheid beantwoord kunnen worden, maar, geloof me, het is ook allesbehalve makkelijk als je als kind de indruk krijgt dat je de enige bent die het allemaal niet zo goed weet. Als je als opvoeder een denkproces op gang kunt brengen waarin zin voor nuance vooraan staat dan kan precies het vermogen om in te schatten waar zwaartepunten van een discussie liggen en waar mogelijke oplossingen liggen, veel steun en troost verschaffen.
Oscar Brenifier, een Canadese filosoof en pedagoog, heeft drie boeken gemaakt die dit denkproces mee op gang kunnen brengen. Het zijn boeken die vooral vragen bevatten en die ruimte laten om de antwoorden die worden geformuleerd opnieuw in vraag te stellen. Brenifier stelt vragen omtrent het handelen, voelen en denken van de mens, veelal bekijkt hij de onderliggende motieven vanuit een persoonlijk perspectief, maar regelmatig plaatst hij ze ook in een maatschappelijke context. Nadenken over je plaats in en omgang met het leven impliceert immers ook dat je je plek vindt in een samenleving die door wetten en regels geordend wordt. De boeken bevatten telkens zes thema's waaraan een hoofdvraag gekoppeld wordt die men vanuit zeer uiteenlopende standpunten probeert te beantwoorden. Brenifier slaagt erin om dicht bij de beleving van kinderen aan te sluiten en tegelijkertijd aan te tonen dat vanuit kinderlijk perspectief gelijkaardige dilemma's en twijfels aan de orde zijn als vanuit een volwassen perspectief. Dat is ongetwijfeld een gegeven waarin volwassenen en kinderen elkaar nader kunnen komen. Het is de bedoeling van de auteur om de onderwerpen te benaderen op een niet dirigerende of moraliserende manier.
Afgaande op de vertaling van de titels, lijkt mij dat de bewerker hier en daar een beetje tendentieus aan de slag is geweest. De oorspronkelijke titel Le bien et le mal, c'est quoi? klinkt objectiever dan Wat is goed, wat is kwaad? De Franstalige titels laten meer ruimte voor reflectie op het overkoepelende gegeven, terwijl de vertaler meteen een scheidslijn tussen goed en kwaad forceert, en dat staat haaks op de globale benadering die in alle opzichten een polariserende benadering van goed en kwaad tegengaat. Thema's met de eraan gekoppelde vragen zijn: 'Wet. Mag je stelen om te kunnen eten?'; 'Lief zijn. Moet je lief zijn voor anderen?'; 'Gehoorzaamheid. Moet je altijd gehoorzamen aan je ouders?'; 'Woord. moet je alles vertellen?'; 'Vrijheid. Moet je altijd kunnen doen wat je wilt?'; 'Goedheid. Moet je anderen helpen?' Op elke vraag wordt een antwoord geformuleerd en dat antwoord wordt vanuit verschillende invalshoeken in vraag gesteld. Je vindt zeer belangrijke vragen als: "Denken alle mensen hetzelfde over goed en kwaad?" Een vraag als deze kun je hele boek door meenemen en gaandeweg raak je doordrongen van de complexiteit ervan. Het onderdeel 'lief zijn' is moeilijk omdat als variant steeds de term vriendelijkheid wordt gebruikt, die toch een iets andere connotatie heeft in de gegeven context. Maar een vraag als "Krijg je het soms niet op je zenuwen van lieve mensen?" maakt dat je je over de betekenis van dit woord buigt en over wat de achterliggende motieven kunnen zijn. De eindconclusie van dit onderdeel lijkt te zijn dat je maar beter lief kunt zijn en dat klinkt net iets moraliserender dan in de gegeven context de bedoeling kan zijn. In het onderdeel 'Gehoorzamen' wordt dit rechtgetrokken door een aantal stevige gewetensvragen die een andere licht werpen op het onderdeel 'Lief zijn'. Het is dus erg belangrijk om de verschillende onderdelen van dit boek bij elke leesbeurt steviger op elkaar te betrekken.
De drie boeken werden door evenveel illustratoren verlucht. En dan zie je meteen wat de kracht van een illustratie kan zijn. Clément Devaux in Wat is goed, wat is kwaad? en Serge Bloch in Wat voel ik? verdiepen zich al tekenend mee in het onderwerp. Hun benadering is eigenzinnig en humoristisch, ze geven lucht en maken openingen waar de vragen en conclusies dreigen dicht te slibben. De illustraties van Jérôme Ruillier in Waarom leef ik? zijn veel kinderlijker van lijnvoering en enger in hun benadering. Dat maakt dat jonge lezers iets minder hulp krijgen bij het speuren naar nieuwe denksporen en nuances.
De boeken van Oscar Brenifier leveren prima materiaal om de gesprekken tussen kinderen en in opvoeders wagenwijd open te trekken. Het levert ongetwijfeld verrassende en wellicht soms verwarrende gedachtegangen op. Misschien vreest u dat al die verrassing en verwarring u in de chaos zal doen verzinken die machthebbende nanny's aan uw keukentafel laat verschijnen? Onterecht, denk ik, want als je iets leert uit dit soort huiveringwekkende realityshows dan is het dat niet de oplossing van een probleem, maar de constructieve omgang ermee een bepalende factor is voor een relatieve harmonie in gezin en samenleving. [Marita Vermeulen]
Andrea Oostdijk
In dit deel in de nieuwe reeks "Filosofie voor kids" wordt het vraagstuk 'goed of kwaad?' behandeld. Dit gebeurt aan de hand van thema’s als 'vrijheid' en 'gehoorzaamheid en de wet', die snel op te zoeken zijn door de handige gekleurde tabs. Elk thema wordt behandeld d.m.v. een vraag, zoals: "Mag je stelen om te kunnen eten?". Hierop worden verschillende antwoorden gegeven, met telkens een kanttekening in de vorm van een 'ja, maar'. Dit zorgt ervoor dat een vraagstuk van vele, soms onverwachte kanten wordt bekeken, hetgeen aanzet tot denken. Erg jammer is het daarom dat de auteur aan het eind van elk thema een lesje in normen en waarden heeft toegevoegd dat de lezer in de richting van verantwoordelijk gedrag moet sturen. Dit gaat in tegen de essentie van de filosofie, waarbij het denkproces belangrijker is dan een (hier van tevoren vastgestelde) uitkomst. Ook ontbreekt een handleiding over de kunst van het filosoferen, waardoor het niet zo duidelijk wordt hoe je het boek kunt gebruiken. De hilarische gekleurde illustraties in gemengde techniek maken wel wat goed: ze zijn zeer beeldend en zetten aan tot denken. Deze uitgave dient gebruikt te worden door opvoeders en kinderen (vanaf ca. 7 tot 12 jaar) die weten wat werkelijk filosoferen inhoudt.
Annie Beullens
ua/an/22 j
Dit boek maakt deel uit van de reeks ‘FiloSofie voor kids’ en is ontwikkeld als filosofieproject gesteund door de stad Nanterre en getest in de scholen aldaar. Het boekje ziet eruit als een stevig schrift met tabbladzijden. Het bestaat alleen uit vragen, geen antwoorden. Na elk hoofdstuk/facet is er een heel korte conclusie. De reeks boekjes is bedoeld voor gebruik in het gezin en in de school en, waarom niet, in de jeugdbeweging. De lay-out is leuk en uitnodigend. Cartoonachtige figuurtjes geven de teneur van de vragen aan en vertellen soms ook iets over het antwoord. Er wordt achtereenvolgens nagedacht over volgende items: wet, lief zijn, gehoorzaamheid, woord, vrijheid, goedheid. Telkens is er een startvraag, bijvoorbeeld: Moet je altijd gehoorzamen aan je ouders? En een antwoord: Ja want anders krijg ik straf. Dan volgen bedenkingen: ja maar…gehoorzaam jij alleen maar uit angst voor straf? Zou je gehoorzamen als je ouders je steeds alles vriendelijk uitlegden en je nooit straf zouden geven? Begrijp je altijd waarom je ouders je straffen? Moet je bang zijn voor straf? Enkele andere opmerkelijke vragen vond ik deze: waarom is de waarheid soms niet leuk om te horen? Of: Ik heb het recht om alles te zeggen want we leven in een democratie. Ja maar…heb je echt het recht om zomaar alles te zeggen? Er is geen handleiding, je kan zo diep gaan als de kinderen toelaten. Ze zullen waarschijnlijk nog nieuwe vragen opwerpen. De kinderen kunnen in groep, klassikaal of met hun ouders over de vragen nadenken.Deze boekjes zijn aantrekkelijk en gebruiksvriendelijk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.