Fabels
Jean De La Fontaine
Ed Franck (Auteur), Gaston Leroux (Naar het werk van)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Davidsfonds/Infodok, 2007 |
VERDIEPING 2 : BABILLE : AVONTUUR : VERHALEN : FRAN |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Davidsfonds/Infodok, 2007 |
JEUGD : VERHALEN BLAUW (12-14 J.) : FRAN |
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Niet beschikbaar |
Davidsfonds/Infodok, 2007 |
JEUGD : VERHALEN BLAUW (12-14 J.) : FRAN |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Davidsfonds/Infodok, 2007 |
Kinderhoek :
|
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Davidsfonds/Infodok, 2007 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : FRAN |
31/12/2007
Het spook van de opera is doorgaans bekend als musical, maar zag voor het eerst het daglicht als een roman van de hand van Gaston Leroux. Hoewel die gotische roman oorspronkelijk niet bedoeld was voor het witte doek of het theater, had hij wel al de dramatische kwaliteiten die van de latere bewerkingen zo'n succes zouden maken. In het nawoord van deze hervertelling beweert Ed Franck de soms melodramatische gevoelsuitbarstingen uit de originele tekst versoberd te hebben, wat echter niet wegneemt dat de lezer nog een flinke dosis dramatiek te verwerken krijgt. De schrijver zou dan ook tekort doen aan de klassieker, mocht hij Leroux' typische stijl helemaal aangepast hebben aan de eisen van de moderne lezer. Franck gaat in zijn pogingen om de lezer terug te voeren naar het Parijs van de 19e eeuw op zowel stilistisch als inhoudelijk vlak echter soms wat ver, zodat het inlevingsvermogen van de lezers danig op de proef gesteld wordt. Bijna archaïsch aandoende woorden zoals 'indertijd' en 'snode plannen' moeten de tekst de flair van een 19e-eeuws verhaal meegeven, terwijl de belangrijkste personages echte kinderen van hun decadente tijd zijn. Het zijn tragische personages die zich laten meeslepen door hun emoties en voor wie het leven steeds alles of niets is.
Het verhaal volgt het mysterieuze 'spook' dat zich schuilhoudt in de donkere gangen van het Parijse operagebouw, en in een onzichtbare gedaante zangles geeft aan de jongere zangeres Christine. De geheimzinnige geest, in werkelijkheid een misvormde, bittere man, wordt verliefd op haar en eist dat ze haar grote liefde Raoul voor hem opgeeft. Die laatste is bereid zich voor zijn geliefde "voor de paarden te werpen", hoewel zijn eerste verliefdheid hem alleen nog maar ellende heeft gebracht.
Niet alleen de overdreven dramatische reacties van de personages maken het de lezer moeilijk om zich met hen te identificeren, Franck zorgt er ook nog op een aantal andere vlakken voor dat personages eerder bevreemdend zijn. Zo speelt hij met dramatische ironie. Het spook wordt door de schrijver bv. al vrij vroeg in de roman 'Erik' genoemd, zodat de lezer al snel kan vermoeden dat de onzichtbare zangleraar in werkelijkheid een man is. De naïeve Raoul komt pas veel later tot diezelfde constatering, waardoor zijn personage eerder medelijden dan medeleven wekt. Daarnaast zorgt Francks portrettering van 'de geest van de opera' ervoor dat ook dat personage niet echt serieus te nemen is, waardoor scènes die heel spannend zouden moeten zijn hun geloofwaardigheid verliezen. In zijn nawoord noemt de schrijver het spook "een hartverscheurend personage" maar omwille van zijn typeringen wordt Erik eigenlijk een zielig, bijna belachelijk mannetje. Vooral wanneer in een lange opsomming al zijn magische trucs ontmaskerd worden als structurele mechanismen die hij als architect zelf gebouwd heeft, hebben de spannende scènes, die daarna nog volgen weinig impact.
Franck zegt dat hij de exposés waarin Leroux de verhaallijntjes aan elkaar knoopt, weggewerkt heeft. In zijn bewerking kunnen lezers die verbanden in de loop van het verhaal gemakkelijk zélf leggen. Maar de schrijver lijkt zijn lezers toch nog te onderschatten en voert een vierde hoofdpersonage op om alle mechanismen en alle verbanden nog eens tot in de puntjes uit te leggen. Het spook van de opera eist heel wat inlevingsvermogen van de lezer en voor wie dat niet kan opbrengen, is de roman, ondanks zijn korte lengte, een zware dobber. [Lien Fret]
T.H.
Stemmen, schaduwen, vurige ogen, geschuifel; maar verder onzichtbaar. Er waart een spook in de opera van Parijs. Hij jaagt iedereen de stuipen op het lijf, behalve Christine die zich ontpopt als zangeres met een goddelijke stem. Een bezoeker, Raoul, is op slag verliefd en gaat op zoek naar haar. Maar zij is letterlijk en figuurlijk in de ban van de onzichtbare Stem. Intussen verdwijnt er een paard uit de stallen en vallen er doden. De auteur bewerkte eerder verhalen in de serie 'Klassieker', onder andere 'De hut van oom Tom' en 'De klokkenluider van de Notre-Dame'*. Hier gaat het om een bewerking (hertaling) van Gaston Leroux' klassieker uit 1910. De verhaallijn wordt chronologisch verteld met een wisselend perspectief bij Christine, Raoul en anderen. Een verteller legt tussendoor uit en blikt terug. De personages zijn zwart-wit uitgewerkt waardoor het verhaal ongeloofwaardig overkomt. De stijl is verhalend met weinig dialoog, ouderwets aandoend. Opgenomen brieven zijn in ander lettertype gezet. Achterin verantwoording en achtergrondinformatie over het oorspronkelijke verhaal en de auteur. Het boek heeft (wellicht terecht) in de loop der tijd niet veel bekendheid gekregen, maar de bewerkingen voor film, theater en musical des te meer. Voor goede lezers vanaf ca. 12 jaar.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.