Zoektocht in Katoren
Jan Terlouw
2 exemplaren
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
2 items aanwezig |
Lemniscaat, 2010 |
VERDIEPING 2 : BABILLE : IK EN DE WERELD : VERHALEN : TERL |
2 exemplaren
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Lemniscaat, 2010 |
JEUGD : VERHALEN ROOD (9-11 J.) : TERL |
Aanwezig |
Lemniscaat, 1993 |
JEUGD : VERHALEN BLAUW (12-14 J.) : TERL |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Lemniscaat, 1993 |
YOUNG ADULT : TERL |
2 exemplaren
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Lemniscaat, 1993 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : TERL |
Magazijn |
Lemniscaat, 1985 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : TERL TERL |
31/01/2012
In de nacht van 31 januari op 1 februari 1953 treft een desastreuze stormvloed de Zuid-Hollandse en Zeeuwse eilanden. Een groot deel komt onder water te staan, meer dan 1800 mensen komen om. Een groots plan wordt uitgewerkt dat moet voorkomen dat een dergelijke ramp opnieuw kan gebeuren: het Deltaplan. Het voorziet in het afsluiten van de zeearmen door dammen. Als de laatste zeearm zal worden afgesloten, zijn er inmiddels bezwaren tegen de uitvoering ervan gerezen en daarover gaat het tweede deel van het boek 'Eb'. In 'Vloed', het eerste deel, gaat het over de ramp die aanleiding was tot de plannen die veiligheid moesten garanderen. De lezer maakt kennis met het boerengezin Strijen: vader, door zijn dochter Anne getypeerd als een ‘achteruitstrevende conservatief’, moeder, de inwonende oma en de kinderen Piet, Hennie en Anne, die verloofd is met een student waterbouwkunde. Het verhaal begint met een daverende ruzie tussen vader en Anne waardoor meteen duidelijk wordt hoe die twee karakters zich tot elkaar verhouden. Anne is in het gezin een eigengereid buitenbeentje maar, wat voor haar vader nog zwaarder weegt, ze valt door haar gedrag op bij de behoudende bewoners van het eiland Goeree-Overflakkee. Vaak is het de jongste zoon, Piet, die erin slaagt de opgewonden gemoederen tot bedaren te brengen. Even lopen de spanningen hoog op als blijkt dat Anne en Henk moeten trouwen. Maar erger is de verdenking dat Anne iets te maken zou kunnen hebben met de moord op ene Brooshoofd. Een kistje met brieven en krantenknipsels dat Anne tijdens een zeiltochtje heeft opgevist, is aanleiding tot al die ellende, maar dat is haast een verhaal apart. Later zal blijken hoe onterecht die verdenking was. Maar dan heeft zich inmiddels een veel grotere ramp voltrokken.
Op zaterdag 31 januari is het springvloed terwijl bovendien een zware noordwesterstorm het water tussen de eilanden tot ongekende hoogte opstuwt. Op veel plaatsen kunnen de dijken de druk van het water niet weerstaan met als gevolg dat het met allesvernietigende kracht de polders binnenstroomt. Aangrijpende pagina’s beschrijven de dramatische taferelen die zich in dat ijskoude watergeweld afspelen. Ook het gezin Strijen krijgt het nodige te verwerken. In de chaotische dagen die volgen, bevalt Anne van een zoon. Haar broer Piet is in de stormvloed omgekomen.
In 'Eb', het tweede deel, ligt de stormvloed al ruim twintig jaar in het verleden. Henk is afgestudeerd, werkt als ingenieur bij de Deltadienst en woont met Anne en hun zonen Piet (geboren tijdens de ramp en genoemd naar zijn toen verdronken oom) en Valeer in Zierikzee. Drie dammen zijn in het kader van de Deltawerken inmiddels voltooid, die in de Oosterschelde staat op het punt te worden aangelegd. Maar, zoals Terlouw schrijft: ‘Steeds meer mensen beseffen dat het een ramp zou zijn voor het milieu en voor het milieubeleid in Nederland als de Oosterschelde totaal zou worden afgesloten. En niet alleen voor het milieu in Nederland. De Oosterschelde is belangrijk voor het hele Noordzeegebied als kraam- en kinderkamer voor de vissen en als voedsel- en overwinteringsplaats voor talloze vogels.’ Er worden actiegroepen opgericht en bij een ervan heeft Valeer zich aangesloten. Het onderwerp 'dam of geen dam' is in het gezin vaak onderwerp van gesprek en vader Henk moet het dan opnemen tegen zijn zonen die elk vanuit een ander standpunt de afsluiting afwijzen. Piet met argumenten die hij tijdens zijn studie opdeed, Valeer vanwege zijn werk in de mosselvisserij. En moeder Anna moet maar trachten de lieve vrede te bewaren. Het blijft niet bij bekvechten. Op een dag neemt Henk het hele gezin mee langs een aantal locaties om te laten zien waarom er een dam moet komen. Een week later is het de beurt aan de jongens om hun bezwaren zichtbaar te maken. Anne zal tenslotte als ‘rechter’ een oordeel moeten vellen. Ze vraagt een paar dagen bedenktijd, want het is haar wel duidelijk geworden dat beide partijen argumenten hebben die hout snijden. Een uitspraak wordt haar bespaard doordat bekend wordt dat de regering een commissie heeft ingesteld die moet nagaan of er een oplossing kan worden gevonden die recht doet aan de belangen van veiligheid en milieu. Tussen dat alles door speelt ook nog het plan van de actiegroep om de belangrijkste man bij de Deltadienst een hak te zetten. Ingenieur Lievenbach is niet alleen een fervent voorstander van afsluiting, hij aarzelt niet de actiegroep waar het maar kan belachelijk te maken en ensceneert zelfs een bomaanslag om de groep in de verdachtenbank te krijgen. Bovendien is hij ontzettend ijdel en daarvan maakt de actiegroep gebruik om hem in de val te laten lopen. Een kostelijk verhaal dat overigens wel laat zien hoe onverzoenlijk de partijen tegenover elkaar stonden. Maar eind goed, al goed. Uiteindelijk wordt er een oplossing gevonden waarmee zowel voor- als tegenstanders kunnen leven. Er komt een dam waarin zich openingen bevinden die met schuiven kunnen worden gesloten in geval van gevaarlijk hoog water.
Na een aangrijpende beschrijving van de stormvloedramp slaagt Terlouw erin een politiek en emotioneel zo zwaar beladen onderwerp inzichtelijk te maken. Hij hangt zijn verhaal op aan gewone mensen, voor- en tegenstanders, verweeft er fictieve elementen in die ertoe bijdragen dat de verschillende opvattingen tot hun recht komen. Dat hij zo nu en dan erg uitweidt over bepaalde onderwerpen en niet wars is van enig moralisme doen aan het verhaal nauwelijks iets af. Onduidelijk is de functie van de kaart achterin het boek. Op de ingetekende dammen na is er geen verschil met de stormrampkaart voorin. [Herman Kakebeeke]
Redactie
Te midden van een aantal spannende avonturen rond een moord, breekt geheel onverwacht een overstromingsramp uit (1953). Op indringende wijze wordt de ramp beschreven. De afwikkeling van het eerste deel is wat te snel; in te korte tijd vinden de hoofdfiguren elkaar terug, wordt de moord opgelost en een kind geboren. Het tweede deel speelt twintig jaar later, de hoofdfiguren uit het eerste deel, hebben nu kinderen. Centraal staat de vraag of de Oosterschelde afgesloten moet worden, veiligheid staat tegenover visserij, recreatie en vooral natuurbehoud. Deze aspecten worden helder uitgelegd. De spanning wordt verhoogd door een bomaanslag. De uiteindelijke oplossing, een stormcaissondam, wordt gezien als een aanvaardbaar compromis, maar wel een veel te dure oplossing. Drie kaartjes van het gebied in verschillende periodes verduidelijken het geheel. Ook is er een literatuurverwijzing. In een nawoord geeft de auteur zijn eigen mening; ook is er een naschrift over de situatie in 1978. De karakters van de hoofdfiguren staan, ondanks dat ze erg spontaan overkomen, te veel in dienst van de behandelde problematiek. Goede sfeerbeschrijving, soms wat te moeilijke woordkeuze. Paperback met foto-omslag, kleine druk. Vanaf ca. 12 jaar.
Lieve Raymaekers
ua/an/22 j
Het boek bestaat uit twee delen: vloed en eb. In het eerste deel leven we mee met de vrijgevochten Anne Strijen, die vaak in de clinch gaat met haar strenge vader. Stoom afblazen doet Anne op haar zeilboot. Op zo’n tocht vindt ze een kistje in het water; dat blijkt van ene meneer Brooshoofd te zijn. Anne en haar vriend Henk gaan naar de man op zoek. Wanneer maanden later het lijk van Brooshoofd wordt gevonden, valt de verdenking op Anne, intussen zwanger van Henk. Op 31 januari 1953 breekt de dijk en komt een groot stuk van Zeeland onder water te staan. Henk en Annes veertienjarige broer Piet helpen levens te redden, waarbij Piet zelf verdrinkt. De boerderij van Strijen wordt door het water weggeslagen en ook de inwonende opoe komt daarbij om. 1834 Nederlanders zullen bij deze ramp het leven laten. In een opvanghuis schenkt Anne op haar eentje het leven aan een zoon: Piet.
Dan maakt het boek een sprong van twintig jaar. Piet studeert voor burgerlijk ingenieur, met specialisatie waterbouwkunde, zoals zijn vader. Zijn zeventienjarige broer Valeer werkt in de mosselkweek. De discussie die in heel Nederland woedt over het sluiten van de Oosterschelde, wordt ook binnen het gezin gevoerd. Henk en Anne, getekend door de ramp, vinden sluiten de enige optie; Piet en Valeer pleiten voor een verhoging van de dijken, waarbij milieu en visserij gespaard blijven. Op 20 november 1974 stemt de Tweede Kamer voor het compromis van de stormstuwcaissondam: een dam met kokers die open- en dichtgedaan kunnen worden.
Het boek is een belangrijk tijdsdocument. Niet alleen over de afschuwelijke ramp die Nederland trof in 1953, maar misschien nog meer over het opkomende milieubewustzijn in de jaren zeventig, over het ontstaan van actiegroepen, over kinderen die voluit in opstand kwamen tegen het gedachtegoed van hun ouders. Dat maakt wel dat er zoveel boodschap in het boek zit, dat deze af en toe de bovenhand neemt en het verhaal wat langdradig wordt.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.