De droomfant
Monique van der Zanden
2 exemplaren
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
2 items aanwezig |
Zwijsen, 2011 |
VERDIEPING 2 : BABILLE : EERSTE LEZERS : AVI 1 |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Zwijsen, 2011 |
JEUGD : VERHALEN GEEL-GROEN (6-7 J.) : AVI 1 |
15/04/2012
Wat een lef! van Monique van der Zanden en Loes Riphagen is een fris uitziend boek met speelse tekeningen. Het vertelt een uit de hand gelopen dagelijkse gebeurtenis vanuit kinderogen. Wanneer Eef met haar mama met de bus naar oom Bas gaat, kan ze nog niet vermoeden welk avontuur haar onderweg te wachten staat. De kip van boer Gijs zit naast haar en ontsnapt uit haar doos, waarna de kat van de slapende Nel achter de kip aan rent. Terwijl de kip door de bus loopt, gaat ook Bul de hond zich er mee moeien en probeert de kat te bijten. Zo wordt het in de bus algauw één grote chaos. Er zit echter ook een bij in de bus, die de paniek compleet maakt. De dieren gaan geschrokken terug naar hun baasje, maar Eef houdt het hoofd koel en helpt de bij voorzichtig door het raam naar buiten. Op deze manier eindigt dit energieke verhaal op een knap hoogtepunt.
Dit boek voor eerste lezers maakt deel uit van de reeks ‘Maan roos vis’ van de gelijknamige schoolleesmethode van uitgeverij Zwijsen. Er worden enkel woorden van maximaal drie klanken gebruikt, van het type medeklinker-klinker-medeklinker. Het boek is dus geschikt om zelfstandig te lezen na amper enkele weken leesonderwijs. Er komen ook geen hoofdletters in voor en de zinnen zijn maar twee tot zeven woorden lang. Van der Zanden gebruikt dus eerder een punt in plaats van een komma, met soms onechte zinnen als gevolg: ‘de kip is dol. de kat ook. en bul!’. Dit is een van de nadelen van de beperkingen van de onderverdeling in AVI-niveaus, maar echt hinderlijk is het voor de beginnende lezers niet. Van der Zanden is er ondanks de strikte regels opnieuw in geslaagd om een rijk en spannend verhaal te maken op kinderniveau.
Op elke bladzijde vind je kleurrijke schilderijtjes waarop een hapklaar stuk van het verhaal netjes gepresenteerd wordt. Op deze sprekende prenten schilderde Riphagen fijn afgelijnde personages op grote heldere kleurvlakken met enkele fraaie details zoals sproetjes, rondvliegende veren of een meekijkende knuffelbeer in de jaszak. Hoewel de opvallend grote, ronde ogen, de maanvormige monden en de soms al even kromme armen en benen niet echt waarheidsgetrouw zijn, stoort dit niet en benadrukt het juist de speelsheid van het verhaal.
Eef is weliswaar de spilfiguur in het boek, maar toch is zij niet de verteller. Het verhaal wordt verteld uit het perspectief van een buitenstaander, als het ware door de ogen van een geïnteresseerde vlieg – of bij – die alles van op een korte afstand meemaakt. Het lijkt zo alsof je er zelf bij bent. Ook de ik-persoon wisselt telkens onopvallend, omdat het steeds diegene is die aan het woord is. Wat een lef! vertelt niet alleen een verhaal, maar benoemt ook de afgebeelde mensen en begrippen met korte woorden. Dit kan handig zijn om de meest gebruikte woorden al in te oefenen voordat het hele verhaal gelezen wordt. Er worden ook dingen benoemd die niet expliciet vermeld worden in het verhaal, maar die verduidelijken of verlevendigen vaak de vertelde situaties. Ook de verpersoonlijking van de dieren en andere personages, zoals de erg vriendelijke buschauffeur Pim, zorgt ervoor dat het verhaal vertrouwd aanvoelt. [Katrien Maes]
B.M. Middelaar
Eef gaat met mam naar oom Bas. Zij gaan met de bus. In de bus zit boer Gijs met zijn kip. Maar ook Nel zit in de bus met haar kat en Bul, de hond. Dan gaat de kat achter de kip aan in de bus. Hond Bul ziet de kat. Dat gaat niet goed! Met zijn drieën maken ze de bij boos. Gelukkig heeft Eef lef. Het boekje sluit aan bij de eerste weken leesonderwijs. Er is gebruikgemaakt van korte zinnen in een duidelijk schreefloos lettertype, zonder hoofdletters en een zeer beperkt aantal leestekens. Elke zin begint op een nieuwe regel en bestaat uit eenlettergrepige woordjes, AVI-Start. Bij verschillende onderdelen van de illustraties staan losse woordjes. De illustraties beslaan de hele pagina en soms zelfs twee. Het zijn vrolijke potloodtekeningen die ingekleurd zijn met heldere kleuren. De illustraties sluiten goed aan bij de tekst. Op het omslag de bij, de kat, de hond en de kip die elkaar achternazitten. Een aantrekkelijk eerste leesboekje in de serie 'maan. roos. vis.'* dat lezen voor kinderen leuk maakt. Vanaf ca. 6 jaar.
Annie Beullens
ua/an/22 j
Eef en mama gaan met de bus naar oom Bas. Op de bus zit Eef naast een boer met een kip. Maar op de bus zit ook een dame met een kat. De kat gaat achter de kip aan, ze wil haar opeten. Maar op de bus is er ook nog Bul, de hond; die gaat achter de kat aan. Het geeft een enorm tumult op de bus tot er een bij binnenvliegt. Zo klein als ze is, zij kan de wildebrassen temmen: de kip, de kat en de hond gaan vlug terug naar hun baasjes. Dan richt de bij zich op de passagiers. Mama wil haar doodmeppen met een boek, maar Eef heeft een betere oplossing, eentje waarvoor je lef moet hebben!
In dit boekje zit duidelijk al een heel verhaal. Maar omdat het te veel op maat van aanvankelijke lezers geschreven is, lopen de zinnen soms mank. Bijvoorbeeld: 'de dag is fijn!', 'daar is de paal.' (halte) Maar omdat het een verhaal met vaart is, gaan ook de zinnen gaandeweg beter klinken. De woorden 'dol' en 'lef' zullen wel moeten verklaard worden. En het lijkt me onwaarschijnlijk dat katten volwassen kippen aanvallen, laat staan opeten. De illustraties sluiten goed aan bij het verhaal. Een boekje op maat van het betere soort.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.