De ommelanden
Elvis Peeters
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Podium, cop. 2012 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 9504 |
Mark Cloostermans
rt/aa/02 m
Op de vorige roman van Elvis Peeters kleefde een stickertje met 'Waarschuwing: expliciete roman'. De nieuwe verdient ook een waarschuwing: 'Kan uw waarden en normen schaden'.
Wat krijgen we nu, dacht ik, na de eerste bladzijden van Dinsdag. Een bejaarde man ontwaakt, staat op, denkt aan zijn overleden echtgenote. Het meisje van de sociale dienst wil hem graag in een bejaardentehuis hebben, hij peinst er niet over. Man drinkt koffie. Man rookt sigaret. Banale handelingen, de laatste schaduwgevechten van iemands leven.
Dat is niet wat Elvis Peeters normaal gezien serveert. In De ontelbaren (2005) beschreef hij wat er zou gebeuren als Europa echt overspoeld zou worden door migranten. Wij (2009) ging over zinloos geweld. En nu een portie platgekookte literaire melancholie?
Er zijn echter tekenen aan de wand. 'Hij beschikt niet meer over de kracht van toen hij nog jong was maar oud genoeg om een geweer of een granaatwerper te dragen', bedenkt de oude man. En in een mijmering over de dood passeert deze frase: '...als een ziekte daar anders over beslist, zal ik over de dood beslissen, zoals ik al eerder gedaan heb'. Herinneringen, in flarden, over een periode in Congo en een verblijf in de gevangenis, maken het af: de lezer weze gewaarschuwd, hier is iets meer aan de hand.
Congo
Het is dinsdag, mogen we afleiden uit de titel. Zomaar een dag. Zomaar een leven, dat wordt beschreven in de derde persoon. In de eerste persoon echter kijkt de hoofdpersoon terug op dat leven. Eerst vernemen we pekelzonden. Een beetje fraude hier, wat Belgische 'plantrekkerij' daar. Maar dan vernemen we hoe de 'held', na de groepsverkrachting van een jonge vrouw, door zijn ouders naar Congo gestuurd wordt, naar de plantage van zijn zus, om het schandaal te ontlopen. Het zijn de late jaren '50. In Congo wordt geschreeuwd om onafhankelijkheid. Voor een levenslustige jongeman is de kolonie één grote speeltuin, met gewillige vrouwen, avontuur en racewagens.
Onze bedaagde bejaarde heeft nog meer om over te mijmeren. Zijn deelname aan de onafhankelijkheidsoorlog van de provincie Katanga, bijvoorbeeld. En daarna aansluiting bij de Simba's, de wreedste partij in de burgeroorlog. Gedenkwaardig is de scène waarin een dichtbundel van Guido Gezelle kan beslissen over leven en dood van een pastoor en waarin een zwarte soldaat in de houding gaat staan voor een Gezelle reciterende commandant: 'Timpe, tompe, terelink; vliegt van hier na Derelijk'.
Hedonisme
Ongeveer halverwege gaat de hoofdpersoon op jacht en schiet een aap. De tanden van het dier draagt hij aan een kettinkje rond zijn hals; ze boezemen de Congolezen ontzag in. Die tanden zijn een krachtig beeld. Peeters' protagonist zet zijn tanden in het leven. Hij is een hedonist, iemand die zijn eigen genot najaagt, zonder uit de weg te gaan voor anderen. Vrouwen, zwarten, dieren: allemaal betalen ze een hoge prijs voor zijn genot. Maar hij bereikt het wel!
Déze lezer slaagde er niet in de held te zien als de gewetenloze egoïst en opportunist die hij misschien wel is. Nee, in de hoofdstukken in het heden blijft hij de doorsnee 'uitbollende' bejaarde, die toevallig kan terugblikken op een rijkgevuld leven met ups en downs. Een leven dat ik hem... nou ja, benijdde.
Bij nadere beschouwing is het verschil tussen Dinsdag en Peeters' vorige roman helemaal niet zo groot. Diezelfde thematiek - een ongebreideld, egoïstisch en tegelijk benijdenswaardig verlangen naar léven - zat ook in Wij. Peeters schreef toen over jongeren uit de 21ste eeuw, die zonder moreel voorbehoud hun begerenswaardige lichamen inzetten om te krijgen wat ze begeren. In Dinsdag beperkt hij zich tot één personage en plaatst dat in de 20ste eeuw. Het effect is opmerkelijk: hoe gelijkaardig de twee romans ook zijn, Wij maakte een enigszins hijgerig-hippe indruk, terwijl Dinsdag, na een slome start, de lezer verleidt tot het laten zakken van zijn morele maatstaven - en daar in slaagt.
Het is ook mogelijk de link te leggen met De ontelbaren. De vloedgolf aan migranten in die roman had niets gewelddadigs: ze namen alleen de ruimte is die ze nodig hadden, stalen alleen wat ze nodig hadden om te overleven. Opnieuw die niet te stoppen behoefte aan leven.
Dinsdag is, kortom, opnieuw een opmerkelijk boek, aanbevolen, net als Elvis Peeters' twee vorige 'amorele vertellingen'.
ELVIS PEETERS
Dinsdag.
Podium, 171 blz., 17,50 ?
Marc Holthof
rt/aa/02 m
De Vlaamse Nicci French. Zo zou je Elvis Peeters, het pseudoniem voor Jos Verlooy en zijn vrouw Nicole Van Bael kunnen noemen. Van Bael - die op het titelblad van 'Dinsdag' voor het eerst expliciet credit krijgt - is vooral sterk in het structureren van het materiaal dat Peeters schrijft. De twee spelen de hoofdstukken aan elkaar door en discussiëren wat herschreven moet worden. Dat alles maakt dat 'Dinsdag' een ijzersterk gestructureerd boek is.
In zekere zin is de nieuwe roman een uitvloeisel van het eerdere 'WIJ'. Peeters en Van Bael wilden een boek maken over de ouders van de acht adolescenten uit die roman. Maar al vlug verdrong één personage - de naamloze oude man - de anderen. We volgen in de roman de man een dag lang. Er gebeurt niets spectaculairs. De man wordt gewekt door een duif op de zolder waar hij slaapt. Hij gaat naar beneden, kleedt zich, wast zich, drinkt een koffie en doet boodschappen. Die doodgewone dagelijkse beslommeringen vormen de aanzet voor de herinneringen van de oude man: 'gedachten komen en gaan, mijmeringen, bedenkingen, kleine voornemens, als een draaimolen, een ritueel, 76 jaar archief, ongeordend, onoverzichtelijk, oncontroleerbaar.'
Aanvankelijk lijkt 'Dinsdag' niet meer dan het verhaal van de wat bizarre en eenzelvige oude man die zijn dagen in bittere eenzaamheid doorbrengt.Stilaan komen we meer over hem te weten. Hij is twee keer gehuwd geweest, maar beide echtgenotes zijn overleden. Hij is nu helemaal alleen. Maar daar houdt hij van. Hij is vrachtwagenchauffeur geweest, heeft in het verleden heel wat meegemaakt en heeft in Congo gezeten tijdens en na de onafhankelijkheid.
Naarmate het boek vordert nemen de Congolese herinneringen de overhand. De man is door zijn familie op 18-jarige leeftijd naar Congo gestuurd omdat hij een meisje verkracht had. Hij maalt er niet om. Voor de boerenzoon zijn seks en dood de meest doodgewone zaken: 'Op zich is een mens niet meer waard dan een kat.'
In Congo toont hij zich een keiharde avonturier die herhaaldelijk van beroep verandert, door heel het land trekt, autocoureur, vliegenier en huurling wordt, maar ook de drukker die de onafhankelijkheidsverklaring van Katanga drukt in opdracht van Tshombe. Hij is gewetenloos maar kan goed met de zwarten om. Hij is geen racist of kolonialist. Hij staat aan geen enkele kant. Hij is een individualist, iemand die enkel om zichzelf geeft. Hij moordt en verkracht, maar alleen omdat iedereen het doet. Spijt over wat hij gedaan heeft, kent hij niet: 'Nooit spijt gehad, of beter, het nooit tot spijt laten komen.'
Nietzsche
De naamloze man uit 'Dinsdag' is een rechtse opportunist, een Nietzscheaanse (anti-)held die zich niet om de anderen of om welke morele waarde dan ook bekommert. Peeters had een karikatuur van de man kunnen maken, had op moralistische manier dat soort neoliberale mentaliteit in zijn hemd kunnen zetten. Maar dat doet hij niet.
Dat wordt heel duidelijk in de meest ijzingwekkende scène uit het boek. De hoofdfiguur maakt deel uit van een Congolese rebellenbeweging. Als ze een klooster binnenvallen, verkracht de man een non om haar te redden. Als een minder kwaad. Minder erg dan wat zou gebeuren als ze in de handen viel van zijn collega's. Het is een scène die koel beschreven wordt maar die ten volle de morele dubbelzinnigheid van het personage illustreert.
De hoofdpersoon uit 'Dinsdag' is bepaald geen heilige, maar hij wordt nooit antipathiek. Je begrijpt zijn beweegredenen, ook al kan je ze niet goedkeuren. Een groot schrijver kan ook in de huid kruipen van personages die de tegenpool zijn van zijn eigen waarden. Verlooy en Van Bael slagen daar moeiteloos in. Haast vanzelf groeit hun hoofdfiguur boven zichzelf uit en wordt een allegorie voor ons aller individualisme.
Elvis Peeters
- Pseudoniem voor Jos Verlooy, geboren in 1955.
- Zanger van Nederlandstalige punkgroep 'Aroma di Amore' die in 1982 de finale van Humo's Rock Rally haalde.
- Debuteerde als schrijver met 'Het uur van de aap' in 1990. In 1992 verscheen een eerste verhalenbundel, en zes jaar later een eerste roman: 'Spa'. Een tweede roman 'De Ontelbaren' (2005) stond op de shortlist voor de Libris Literatuurprijs.
Elvis Peeters, Dinsdag. 2012, Amsterdam, Uitgeverij Podium, 176 blz., 17,5 euro.
Marnix Verplancke
ru/eb/29 f
Waarom heeft het hoofdpersonage van 'Dinsdag' geen naam?
ELVIS PEETERS: Omdat hij om het even wie kan zijn. Hij woont in een buitenwijk van Brussel, maar het zou ook ergens anders kunnen zijn. Hij is een Elckerlyc, de opportunist die nooit zelf initiatief neemt, maar de dingen die op hem af komen zo weet te manipuleren dat hij er voordeel bij heeft. Hij is niet sociaal of asociaal, maar gewoon een individu uit onze hedendaagse samenleving. Je weet als buitenstaander niet welk vlees je in de kuip hebt, maar hij weet wel wat hij wil, ook al heeft hij geen grote idealen of verwachtingen. En hij zorgt ervoor dat hij achteraf geen spijt heeft. Een echte Rudy De Leeuw dus.
Word je niet woedend van dat soort mensen?
PEETERS: Achter de meeste zaken die wij schrijven, zit verontwaardiging of woede, maar we willen wel literatuur brengen, geen ideologie. Daarom moeten we onze woede, die vooral tegen het vrijemarktdenken gericht is, beheersen. Vandaar ook die oude man. Die doet geen vlieg kwaad, denken we dan al gauw, maar kijk naar de Eternitbaron van 91 die recent tot zestien jaar cel veroordeeld werd. Die draagt verantwoordelijkheden uit het verleden, en dat geldt ook voor onze hoofdfiguur.
Zouden we hem kunnen zien als de personificatie van wat filosofe Hannah Arendt de banaliteit van het kwaad noemde?
PEETERS: Het was niet de bedoeling, maar je zou wel eens gelijk kunnen hebben. Ik hou enorm van Arendts werk, onbewust heeft het dus misschien meegespeeld. Zij wees er al op dat de mens als individu niet bestaat. Hij krijgt slechts betekenis door zijn relaties met anderen. Pas wanneer het slecht gaat, komt het woord solidariteit weer naar boven, zoals vandaag in Griekenland. Als je geld hebt en in een verzorgingsstaat woont, heb je geen solidariteit meer nodig. Dan hoef je geen verantwoordelijkheid meer te dragen. Vroeger was je bijvoorbeeld solidair met je bejaarde ouders en kwamen ze bij jou inwonen, nu trekken ze naar een serviceflat. Daardoor is het al individu en zelfontplooiing wat de klok slaat, met een weerzinwekkend opportunisme als resultaat.
Marnix Verplancke
ru/eb/29 f
Elvis Peeters , PODIUM, 171 BLZ., euro 17,50.
Je haat ze of je bent er absoluut weg van, maar de boeken van Elvis Peeters laten niemand onberoerd. Wij , de vorige roman, toonde de seksuele uitspattingen van acht jonge individualisten heel expliciet zonder ze te veroordelen. In Dinsdag gaat Peeters subtieler, maar misschien ook wel dieper te werk bij het portretteren van een 76-jarige man. Enerzijds houdt die van de duif die over de nok van zijn dak schuifelt en denkt hij met weemoed terug aan de twee vrouwen die hij overleefd heeft, anderzijds vertelt hij zonder enige gêne hoe hij gestolen, gemoord en gebrandschat heeft.
Op zijn zestiende verkrachtte hij zijn eerste slachtoffer, waarna hij door zijn ouders naar 'de Congo' werd gestuurd om te helpen op de plantage van zijn zus. Al na een paar weken hield hij het daar voor bekeken en trok hij er alleen op uit, eerst als automecanicien en copiloot voor een koloniale Brusselse autoracer die zonder verpinken zijn eigen zwarte mecanicien doodrijdt, daarna als drukker en uiteindelijk als huurling bij de gevreesde Simba's. Zo strijkt hij neer in de missiepost die gerund wordt door een Guido Gezelle lezende priester die hem ooit uit de nood heeft geholpen. Wat volgt is een typische Elvis Peetersscène, waarin de schatplichtigheid aan Bret Easton Ellis duidelijk wordt. In uiterst precieze, koelbloedige bewoordingen wordt beschreven hoe paters verminkt worden en met het mes op de keel verplicht worden om een stel nonnen te verkrachten. De man houdt zich aanvankelijk wat op de vlakte, tot de Simba's zich op hun beurt aan Gods bruiden beginnen te vergrijpen. Dan stapt hij af op de mooiste non van allemaal en met een air van 'iemand moet het toch doen'verheugt hij zich al op het doorboren van haar maagdenvlies.
In het leven komt het erop aan de spijt niet toe te laten, weet de man, en daar heeft hij geen enkele moeite mee. Elvis Peeters slaagt er fenomenaal goed in de ziel van de collaborateur te doorgronden, hij die geen idealen heeft en slechts het eigen opportunisme als leidraad neemt. Hij doet dit zonder ooit sloganesk of platvloers te worden. Dinsdag is een teder portret van iemand die net zo goed je buurman kan zijn en grossiert in levenswijsheden als: 'Een mens moet zijn plek kennen en die ligt uiteindelijk altijd onder de grond.' Precies, beste vriend, denk je nadat je dit verontrustende, en tegelijk bijzonder relevante boek gelezen hebt, en het is daar dat je thuishoort.
31/07/2012
Met Wij, de vorige roman van Elvis Peeters, bezorgde de schrijver zijn lezers een stomp in de maag. Het ontluisterende portret van een groepje pubers die elk moreel besef verliezen, viel op door de emotieloze stijl en de hardheid van de scènes waarmee een escalatie aan perversiteiten en geweld werd getekend. Op hetzelfde elan gaat Peeters door in zijn nieuwe boek, Dinsdag. Opnieuw is dit een keihard, choquerend boek. Opnieuw krijgen we een verhaal over volstrekte amoraliteit.
Het kaderverhaal doet nochtans niets van dat alles vermoeden: het is een doordeweekse dag, de zon valt binnen, een bejaarde man staat op en zal aan het einde van de dag gewoon weer gaan slapen. Tussen de ochtend en de avond krijgen we via een reeks flashbacks zijn levensverhaal. Deze vriendelijke oude man blijkt voorwaar geen doetje te zijn geweest. Het begint al in zijn jeugd, met een verkrachting, waarna hij naar de plantage van zijn zus in Congo verhuist. Al gauw ontpopt de man zich tot een vrijbuiter: hij gaat jagen met de zwarten, vrijt met piepjonge inheemse meisjes en als hij uitgekeken is op een plaats en/of vrouw, verdwijnt hij zonder meer. Lijken dat in het begin vooral dolle avonturen van een kwajongen – schieten, vliegen, racen, diefstallen – wanneer de onafhankelijkheidsstrijd losbarst, wordt hij een nietsontziende huurling die meer dan één mensenleven op zijn geweten heeft. Ook terug in België betert hij zijn leven niet: hij liegt en bedriegt, steelt en hoereert. En ook al komt hij twee keer in zijn leven een vrouw tegen voor wie hij zoiets als liefde voelt, hij is toch vooral een genadeloze, gevoelloze egoïst. Zelfs aan de grootste gruweldaden – moord en verkrachting – denkt hij zonder de minste emotie terug, laat staan dat hij spijt zou voelen. Hij percipieert zijn daden niet als misstappen, maar eerder als collateral damage bij een gulzig geleefd leven.
De ene herinnering roept de andere op, zodat de flashbacks niet chronologisch worden gepresenteerd. Dat is een uitgekiende vertelstrategie waardoor de misdaden van het hoofdpersonage accumulatief verteld kunnen worden. Denk je aanvankelijk dat dit een schelmenroman is (knoeien met de tijd als vrachtwagenchauffeur; de lampen van een tunnel stukrijden om sneller naar huis te komen; lading laten verdwijnen) over een sympathieke schurk, hoe verder je leest hoe meer je inziet dat je hier met een psychopaat te maken hebt die alles en iedereen offert op het altaar van de persoonlijke vrijheid. Daarmee is Dinsdag niet alleen een Congo-roman in ware Jef Geeraerts-stijl, het is ook en vooral een kritiek op het doorgeslagen individualisme. En ook al herhaalt hij alle trucs uit Wij (misselijkmakend geweld, het gebrek aan ethiek, de afstandelijke verteltoon), opnieuw zorgt Peeters met deze roman voor een rake klap in het gezicht van zijn lezers. [Carl De Strycker]
Drs. W.A. Fasel
Een oude man kijkt terug op zijn leven, waarin hij geleefd heeft zonder ooit een keuze te betreuren: of hij nu in de Congo moordde, verkrachtte of dieren doodde, als vrachtwagenchauffeur zijn baas bestal -alles is gebeurd zoals het gebeurd is, en over niets wil hij een gedachte van spijt of medeleven toestaan. Ook over de twee vrouwen die hij min of meer liefhad, wordt slechts verteld wat ze deden, niet wat hij daarbij voelde. Niet alleen de beschrijving van een gruwelijke moordpartij in de Congo (waarnaar het boek langzaam maar onontkoombaar naar op weg is), maar ook de compositie, de heldere stijl en de feitelijke beschrijvingen maken deze meesterlijke roman beklemmend. Wat aanvankelijk een willekeurige dag uit het leven van een willekeurige man lijkt, wordt een vertelling over een gruwelijk verleden, dat nog zo dichtbij is, dat het gewoon onder ons voortleeft. Vrij kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.