Dik en dun

Om kleuters vertrouwd te maken met tegenstellingen, heeft Guido van Genechten in dit kartonboek opnieuw een heuse dierentuin bij elkaar getekend. Olifanten, pinguïns, krokodillen, zebra’s, vissen, varkens, kippen en uilen passeren allemaal de revue en elk dier heeft, samen met een aantal soortgenoten, zijn eigen dubbelbladige zoekplaat. Bij elke plaat komen drie soorten opdrachten aan bod. Eerst wordt aan de kleuter gevraagd om de groep te classificeren volgens klassieke, en bovendien duidelijk zichtbare, tegenstellingen. Zo moeten de olifanten ingedeeld worden in grote en kleine olifanten, terwijl bij de zebra’s dan weer gevraagd wordt welk dier blij is en welk verdrietig. De tweede opdracht zal, vanwege zijn humoristische invalshoek, meteen in de smaak vallen, maar vraagt tegelijkertijd ook een meer nauwkeurige observatie. Hier moet het kind telkens op zoek gaan naar dat ene dier dat het grappige buitenbeentje vormt tussen zijn soortgenoten. Zo moet je de krokodil vinden die al zijn tanden kwijt is, de zebra die net een hoopje gedaan heeft of het varkentje dat net een boterham met choco gegeten heeft. Tot slot valt er in elke plaat ook één dier te ontdekken dat naar een feestje mag. Maar ook hier moet bijzonder goed gekeken worden om de kleine fijne potloodtekeningen van een feesthoedje, een cadeau, een kroon, vlaggetjes, serpentines, kaarsjes en toeters op te merken. Het boek eindigt met een prachtige overzichtsplaat waarop de dieren met al hun attributen uiteindelijk gearriveerd zijn op een verjaardagsfeest. Maar niet allemaal, want het visje is er om één of andere reden niet geraakt. Maar wie is er nu precies jarig en waarom kon dat visje, dat de vlaggetjeslijn al aan zijn staart gebonden had, uiteindelijk toch niet komen? Het zijn vragen die een nieuwsgierig aangelegde kleuter ongetwijfeld zullen intrigeren. Het einde van dit boek is in elk geval een leuke uitnodiging om creatief aan de slag te gaan met zelfverzonnen verhalen over mysterieuze jarigen en afwezige genodigden.
Guido van Genechten tekent schattige dieren in vrolijke, levendige kleuren. Vooral hun grote, sprekende ogen en hun expressieve, guitige snoeten trekken kinderen meteen aan. Door de dieren af te beelden tegen een sobere witte of zwarte achtergrond, raakt de plaat niet overladen. De aandacht kan op die manier gemakkelijker gefocust blijven op het waarnemen van gelijkenissen en verschillen. Het is de cognitieve gelaagdheid die dit boek tot iets unieks maakt. Met de eerste vraag rond basale tegenstellingen kunnen de allerjongste kleuters vlot aan de slag. Maar de zoektocht naar de buitenbeentjes en de feestgangers vraagt toch meer taakspanning en volgehouden speurwerk van oudere kleuters, omdat details hier belangrijk zijn. Een bijzonder kartonboek dus, met veel meer mogelijkheden dan je op het eerste gezicht zou vermoeden. [Katrien Maris]