De wiebelbillenboogie
Guido Van Genechten
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Uitgeleend
|
Clavis, 2013 |
VERDIEPING 2 : BABILLE : Peuterboeken
Zindelijk zijn |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Clavis, 2013 |
JEUGD : PEUTERBOEKEN :
Zindelijk zijn |
30/04/2014
Op een mooie dag in mei krijgt Olifantje van zijn ouders een pakje. Cadeautjes krijgen en uitpakken is altijd leuk, maar Olifantje heeft geen enkel idee waarvoor dit vreemde rode ding zou kunnen dienen. Van de uitleg van mama en papa dat dit een ‘piepsie-poepsie-potje’ is, wordt hij ook niet veel wijzer. Eerst denkt hij dat het een hoedje is, dan gokt hij erop dat het wel eens een grote drinkbeker zou kunnen zijn en vervolgens fantaseert hij dat dit het stuur van een racewagen is. Plots weet Olifantje heel zeker dat het een zwembadje voor Igor de goudvis moet zijn. Het is dus de hoogste tijd voor mama en papa om in te grijpen. Geduldig herhalen ze dat het een potje is om ‘piepie en poepie’ in te doen. Pas wanneer papa gewillig aanbiedt om voor te doen hoe je een dergelijk potje moet gebruiken, begrijpt Olifantje wat er precies van hem verwacht wordt. Hij gaat op zijn potje zitten en doet er — nog diezelfde dag — zijn eerste plasje in. Een dag later volgt ook zijn eerste hoopje en dat is ongetwijfeld het allermooiste cadeau wat Olifantje voor zijn ouders kon bedenken.
Guido Van Genechten toonde al in een aantal andere boeken dat de zindelijkheid van peuters hem nauw aan het hart ligt. In dit verhaal vertrekt hij vanuit een enigszins ongewone invalshoek. De creativiteit van peuters aanwakkeren om het potje eens op een heel andere, originele manier te gebruiken is best grappig, maar het zal weinig bijdragen tot een adequate zindelijkheidstraining. Ook bij het taalgebruik zijn enkele kanttekeningen te plaatsen. Een ‘piepsie-poepsie-potje’ en ‘piepie en poepie doen’ klinkt wel schattig, maar het blijft toch belangrijk om peuters juiste woordenschat aan te bieden en met de gebruikelijke woorden ‘potje’ en ‘pipi en kaka doen’ is niets mis. De auteur geeft hier de indruk dat hij van zindelijkheidstraining vooral een vrolijk spelletje wil maken. Voor veel peuters blijft dit echter een zwaar karwei, dat ongetwijfeld met wat humor, maar toch ook met de nodige sereniteit moet worden begeleid. Bovendien is er in het verhaal wel erg snel resultaat: dezelfde dag nog plast Olifantje voor het eerst op zijn potje. Dit geeft peuters geen erg realistisch beeld van het werkelijke proces. Veel kinderen hebben eerst voldoende tijd nodig om op dat potje te leren zitten. Er daadwerkelijk iets in doen is dan een volgende stap.
De illustraties zijn precies zoals we van Van Genechten mogen verwachten. Hij tekent een lief olifantengezin, met de voor hem zo kenmerkende, sprekende ogen. De woonkamer is ingekleurd in frisse, zachte kleuren. De plaat waar Olifantje Igor de goudvis net niet in het potje kiepert, zal groot en klein doen glimlachen. Een ander leuk detail is de haast echt uitziende olifantenhuid, die al eerder opdook in de boeken rond Kai-Mook. Jammer genoeg slagen deze sublieme illustraties noch de bijgeleverde beloningsstickers erin om de magere verhaallijn naar een hoger niveau te tillen.
[Katrien Maris]
Eva Kramer
Olifantje krijgt een cadeautje van papa en mama: het is een ‘piepsie-poepsie-potje’. Olifantje begrijpt het niet. Is het een hoedje? Is het een fraai stuur voor een raceauto of een zwembadje voor vis Igor? Papa doet het even voor en gaat op het potje zitten. Maar dat is veel te klein voor papa. Olifantje heeft een beter idee: voor hem past het precies. Nu kan Olifantje oefenen en voorzichtig een eerste plasje doen en ‘floep’ een hoopje erbij. Wat een super cadeau. Kostelijk, vrijwel vierkant prentenboek van de bekende illustrator/auteur over zindelijk worden. Grote vriendelijke prenten in gemengde techniek (potlood, krijt, collage, stempeltechniek) vullen steeds twee pagina’s. De tekst, gedrukt in de illustraties, is kort en in verschillende lettertypen om uitroepen aan te geven. Mooie, verzorgde uitgave. Fijn prentenboek voor 'alle beginnende potjesgebruikertjes' en hun ouders of begeleiders. Vanaf ca. 2 jaar.
Tinne Geuens
ua/an/22 j
Olifantje krijgt een cadeau. Maar wat is het? Is het een stuur van een race-auto? Een nieuwe bokaal voor de vis? Of …? Op verschillende zacht gekleurde prenten zonder veel details zien we olifantje de verschillende mogelijkheden van een potje uittesten. Maar geen van de dingen die olifantje probeert, zijn de echte bedoeling van het nieuwe potje dat hij gekregen heeft.
“Nee hoor,” zeggen mama en papa olifant, “het is een piepsie-poepsie-potje”. En zo leert kleine olifant voor wat het vreemde cadeautje dient. En hij leert het helemaal alleen gebruiken. Het boek eindigt dan ook humoristisch met de kleine lettertjes: “papa, ik ben klààr!”.
Met dit boek kan je je peuter duidelijk maken waarvoor een potje dient. Zindellijkheidstraining blijft een populair onderwerp voor peuterboeken en daar doet Guido van Genechten graag aan mee. Als extraatje worden er bij dit boek beloningsstickers toegevoegd. Veel verder reikt de originaliteit niet.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.