De jongen, de neushoornvogel, de olifant, de tijger en het meisje
Peter Verhelst
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Prometheus, 2015 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : Kast 10-13 VERH |
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Niet beschikbaar |
Prometheus, 2015 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F |
Jan Stevens
ru/eb/25 f
"Ik weet nu wat kil geweld is en hoeveel geluk een mens moet hebben. Mijn auto botste nergens tegenaan en de vrachtwagen denderde niet over me heen, anders was ik herleid tot confituur. Natuurlijk had dat ongeval invloed op mijn verdere leven. Ik neem nu iets bewuster afscheid van mijn geliefden, want ik weet hoe kwetsbaar alles is."
"Een paar jaar geleden beleefde ik een kleine existentiële crisis. 'Werken is het enige wat ik doe', piekerde ik. 'Ik schrijf en maak theater, dag in, dag uit.' Later kwam het besef: 'Dat zijn wel díé momenten waarop ik voel dat ik leef.' Ik ben er om dingen te maken en heb het voordeel dat ik restanten van mijn tijd overhoud met mijn romans, poëzie en theater. Daardoor heb ik niet het gevoel dat de tijd weg is, wel dat hij waanzinnig snel vliegt.
"Maar op het moment van mijn auto-ongeluk, vertraagde hij fenomenaal. De airbags sloten me van de buitenwereld af, waardoor mijn bewustzijn vergrootte. Ik kan niet zeggen hoeveel seconden de crash duurde. Hoelang duurt het om tegen 120 kilometer per uur drie keer over de kop te gaan, tot de auto op zijn dak stilstaat? Het leek een uur. Ik zag de vezels van mijn airbag tot in het kleinste detail en dacht: 'Dit spul is goed gemaakt.' Tezelfdertijd was het alsof mijn oren groeiden: ik hoorde hoe de kitschmuziek van Kruder & Dorfmeister zich vermengde met het schrapen van het autodak over het wegdek. Ik besefte: 'Dit is het einde', en dacht: 'Het is iets te vroeg.' Op geen enkel moment was ik in paniek. Ik bleef heel sereen. 'Het is oké.' Dat is een geruststelling voor later."
Interessante ervaring
"Ik hing in mijn veiligheidsgordel. 'Hoezo? Moet ik op het dak stappen?' Maar het dak was onder mij. Mijn mobieltje bengelde aan een kabel naast mijn hoofd. Ik begreep er niets van. De kooi van de auto was intact, al de rest was weg. Ik kon me niet oriënteren. Toen hoorde ik voetstappen.
"De man opende de deur en ik zag zijn verbijstering. 'Leef je nog? Dat kan niet.' Dat zinnetje hoor ik soms nog. Hij hielp me uit de auto. Ik kon stappen en putte daar moed uit. Tot iemand in de ziekenwagen zei: 'Inwendige bloedingen.' Maar ik had geen pijn, de adrenaline werkte en ik dacht: 'Dit was best een interessante ervaring, bijna literair.'
"De eerste maand na het ongeval kon ik niet denken. Het was of ik bij elke gedachte een kast opentrok en de inhoud over me heen kreeg. 's Nachts droomde ik over de crash, overdag kreeg ik er ongevraagd flitsen van. Op de een of andere manier voelde ik me erdoor aangetrokken. Het was net als die onthoofdingsfilmpjes op YouTube: je wilt ze niet zien, toch kijk je. Achteraf voel je alleen weerzin.
"De aantrekking tot het herbeleven van mijn ongeval had vooral te maken met een zwart gat van drie verdwenen seconden: het moment waarop mijn airbag openknalde, is weg uit mijn herinnering. Het klinkt waarschijnlijk kinderachtig, maar het is alsof er met die drie verdwenen seconden een orgaan van mij weggesneden is, terwijl mijn bestaan al zo veel nutteloze seconden telde. Het gemis van die drie verdwenen seconden werd voor mij levensbelangrijk en vormt de basis voor De kunst van het crashen.
"Het is niet het gemis van vroeger, maar een ontroostbaar verlangen naar een aanwezigheid. Dat is ook de motor van mijn creativiteit: ik wil telkens iets aanwezig hebben, steeds opnieuw een wereld creëren. Daarom zijn de natuurbeschrijvingen in de roman zo gedetailleerd. In Zuid-Afrika ben ik naar levend model beginnen schrijven. Ik observeerde er planten en bomen en schreef wat ik zag. Ik beschrijf dat ene detail dat alles doet oplichten, dat ene detail dat primaire gevoelens oproept en lezers een teken van herkenning geeft."
Populisme
"De kunst van het crashen is een ode aan vermiste mensen, of ze nu lichamelijk aanwezig zijn of niet. Ik zie veel ontreddering rond mij. Op de een of andere manier passen die mensen niet meer, zijn ze vermist. Dat lijkt de baseline te worden van de tijd waarin wij leven.
"We voelen dat er iets gaande is, we weten niet precies wat en we hopen dat het nog de goede kant opgaat, al vermoeden we van niet. We zien wat er gebeurt in Oekraïne en Syrië; het opperste cynisme regeert en gewone mensen zijn er het slachtoffer van. Wij, West-Europeanen, zijn opgegroeid in het humanisme, met onze verlichtingsideeën en onze ethiek. Maar onze traditie staat zwaar onder druk. Buiten Europa worden onze ideeën op de korrel genomen.
"In de Zuid-Afrikaanse sloppenwijk Khayelitsha ontmoette ik fantastische mensen, maar ik schrok van hun reactie op mijn verlichtingsdenken. Ze hadden medelijden met me en noemden me 'ontworteld'. Toen ze hier op bezoek waren, raakten ze de kluts kwijt. 'Jullie werken te veel', zeiden ze. 'Jullie missen een groter geheel.' Na een paar dagen weigerden ze nog kopjes of schoteltjes in de vaatwasser te stoppen. De verspilling van honderden liters water vonden ze decadent.
"Ons concept van democratie ligt ook binnen Europa steeds meer onder vuur, en dat baart me zorgen. Ik kijk met verbazing naar wat er nu in eigen land gebeurt. Verworvenheden waar tientallen jaren voor gevochten is, verdwijnen met een vingerknip. Het klinkt misschien pathetisch, maar als ze in dit tempo onze vrijheden aan banden blijven leggen, leven we over drie jaar in een wereld zoals ik in het eerste hoofdstuk van mijn roman beschrijf.
"Kunstenaars worden nu al op populistische wijze opzijgezet. Ik heb geen probleem met besparen, maar ik hoop dat de kunstinstellingen niet nog meer aangetast zullen worden, zoals in Nederland. Daar maakte de regering het mogelijk dat de ambtenarij de fundamenten van veel kunstorganisaties kon vernielen. Het resultaat is dat cultuur er een hobby voor rijken geworden is: in Nederland kost een theaterticket 35 euro. Eenzelfde scenario dreigt zich hier te voltrekken, want de weerzin wordt constant aangewakkerd. Kunstenaars zijn iets te vervelend geweest. Daarom is het nu payback time."
Zwarte plassen
Toen een nog piepjonge Peter Verhelst op een tentoonstelling voor het eerst schilderijen van Francis Bacon zag, voelde hij meteen verwantschap. Toen Verhelst die bewuste dinsdagmiddag crashte en drie seconden van zijn leven in een peilloos zwart gat verdwenen, betekende dat ongewild en ongevraagd zijn levensechte confrontatie met de 'zwarte plassen, zwarte spiegels' die Bacon op triptieken schilderde nadat zijn vriend zelfmoord had gepleegd.
Het 'gemis' van drie luttele seconden bleef een jaar lang in Verhelsts kop spoken, tot de schrijver die verloren seconden in twee maanden tijd op Baconiaanse wijze boetseerde tot het verbluffende De kunst van het crashen. Want het gemis móést hersteld worden met een gloednieuwe creatie, die dat 'ontroostbaar verlangen naar aanwezigheid' misschien kon helpen stelpen. Een tot mislukken gedoemde opdracht volgens Verhelst, want 'elk woord dat het lichaam meer tot leven lijkt te brengen, maakt tegelijk de onmogelijkheid groter dat lichaam ooit te kunnen aanraken, waardoor je het al begint te missen zodra je de eerste letters ervan leest'.
Gelukkig heeft die 'onmogelijkheid' Peter Verhelst er niet van weerhouden om De kunst van het crashen te schrijven. Bij aanvang lijken de verschillende verhalen als spookeilanden ver van elkaar te drijven; gaandeweg vloeien ze samen tot een indrukwekkend eerbetoon aan 'de verliezers, de verlorenen, zij die verloren gewaand zijn, de abandoned, de spoorlozen'.
Het boek wordt morgenavond voorgesteld in de Minardschouwburg in Gent. De expo Verhelst XL en het theaterstuk Hotel Malaria lopen nog tot 21 maart in de Minard (reserveren via www.ntgent.be).
Peter Verhelst, De kunst van het crashen, Prometheus, 320 p., 19,95 euro.
JAN STEVENS ■
Sofie Gielis
ru/eb/13 f
Op Peter Verhelsts website prijken foto's van een autowrak. Een auto die op de E40 struikelde over een vrachtwagenwiel, drie keer over de kop ging en de auteur die erin zat hardhandig ondersteboven liet landen. De foto's staan in een opmerkelijk rijtje elementen die een rol spelen in De kunst van het crashen: verkeersinformatie die het ongeval sec samenvat, het schilderij Gorilla with microphones (1947-'48) van Francis Bacon, de fotoreeks van een klapwiekende vogel Flying vulture (1887) van Eadweard Muybridge en een afbeelding van het spookeiland Sandy.
Verhelsts werk walst wel vaker met beeldende kunst, maar hier krijgen de werken een bijzondere rol: bewijslast. Ze bewijzen niet, zoals de wrakfoto's op het eerste gezicht doen vermoeden, wat heeft plaatsgevonden maar getuigen net van wat niét heeft plaatsgevonden. Het zijn blijken van wat had kunnen zijn of nooit zal zijn, van wat ontsnapt in de kieren van de tijd en waar je slechts een glimp van opvangt in de paniekmomenten waarop de tijd oprekt en versplintert. 'Er zijn veel meer waarheden die we nog niet kennen, die we ons niet eens kunnen voorstellen. En toch is elk ervan waar.'
Die mogelijke waarheden situeert Verhelst op het in 1876 in de buurt van Australië ontdekte, maar ondertussen weer onvindbare eiland Sandy. Het eiland werd afgedaan als een luchtspiegeling, een drijvend rif of misschien wel een walvisrug en werd van de kaarten geschrapt. Maar Verhelst boetseert het terug tot 'een traumaruimte waar in comatijd wordt gerekend en dat zich bevindt op alle lengte- en breedtegraden ter wereld waar levende wezens enkele seconden of enkele uren verloren'. Het is de vrijplaats in ons hoofd waar andere werelden vertrekken en aankomen.
Lichaam
De fotoreeksen Animal locomotion van Eadweard Muybridge zijn een terugkerende factor in De kunst van het crashen. Muybridge wilde op het einde van de negentiende eeuw met zijn beelden beweging ontleden, maar legde zo ook een structuur van de tijd bloot. Zijn foto's breken een moment op waarin zelfs een seconde bestaat uit een eindeloze, zichzelf in de staart bijtende reeks. Plus de gaten ertussen. Muybridge plaatste zijn beelden namelijk op glasplaten die hij op een cirkel bevestigde zodat ze konden ronddraaien. Elke reeks bestaat uit een aantal stilstaande frames die ieder een stukje van de beweging vastleggen, maar de beweging zelf ontstaat pas in de spaties tussen de frames. Althans: in die lege ruimte maken onze hersenen de beweging, het beeld suggereert ze alleen maar.
Verhelsts figuren zitten, net als de onderwerpen van Muybridge, vast in een tredmolen van opgerekte, onbestaande tijd. Als verzetsfiguren in een stedelijke omgeving of amper overlevend in een primitieve oerwereld, steeds speuren ze naar de spatie waarin ze weer kunnen samenvallen met het lichaam waaruit ze als een schaduw opsprongen.
Verhelst presenteert ook verschillende plaatjes die door zijn lezer verbonden moeten worden tot een vloeiend geheel. Hij dwingt je in de rol van poëzielezer door je zonder veel houvast te droppen in de verschillende verhaallijnen. In dat halfduister moet je de zinnen aftasten om te weten waar je beland bent.
Verhelst schrijft 'naar levend model'. Niet om een zo realistisch mogelijk lichaam te scheppen, maar om een lichaam te schrijven dat als een stilleven ligt te wachten om bekeken te worden. 'Het woord wordt pas lichaam door de blik, de hoogstpersoonlijke toevoeging van de lezer. Een nieuw, onuitspreekbaar lichaam.'
Het woord wil hier nog verder springen: het hertekent de contouren van de tijd en van de waarheid. Wie zijn blik wil toevoegen aan het recept, wordt inzichten (en twijfels) rijker, maar loopt het risico te crashen op de kortsluiting tussen de vele lijnen die Verhelst uitzet.
PETER VERHELST
De kunst van het crashen.
Prometheus, 304 blz., 19,95 ?. Verschijnt op 18 februari.
De auteur: publiceerde romans, poëzie, theaterteksten en een jeugdboek. Hij brak door bij het grote publiek toen zijn roman 'Tongkat' in 2000 bekroond werd met de Gouden Uil.
Het boek: een verkenning van de gefragmenteerde werelden die ontstaan door de impact van een crash.
ONS OORDEEL: gevaar voor kortsluiting tussen lezer en schrijver.
¨¨¨èè
Sofie Gielis ■
Leonie Wolterink
In april 2013 vliegt Verhelst (1962) drie keer met zijn auto over de kop. Het is een wonder dat hij nog leeft. En gelukkig maar, want na het zien van de brokstukken van zijn auto bedenkt hij de opzet voor deze prachtige roman. Van brokstukken van verhalen wordt opnieuw een groot verhaal gevormd, met alle problemen van dien. De verschillende brokken verhalen lijken allemaal iets met het leven te maken hebben en spelen zich af in allerlei tijdslagen. Van een jongen die schildert in een dierentuin gaan we naar een jungle, om vervolgens te lezen over een vliegtuigongeluk en uit te komen bij het eiland Sandy. Op dat eiland krijgen alle vermiste mensen die verloren gaan een plek, maar ook de dodo’s, sabeltandtijgers en de sokken die na elke wasbeurt verdwijnen. Het eiland staat symbool voor de tussenplek waar Verhelst was gedurende de drie seconden die verloren zijn gegaan tijdens de crash. Verhelst probeert het grote ontroostbare verlangen naar aanwezigheid te dichten door telkens iets aanwezig te stellen, zo ook in deze autobiografische roman. En altijd in een zeer poëtisch, beeldend taalgebruik. Een prachtig, ontroerend verhaal over de diffuse ruimte en tijd tussen leven en dood. Voor mensen die van experimentele literatuur houden.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.