Liefdesval
Esther Freud
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Bezige Bij, 2014 |
VOLWASSENEN : ROMANS : FREU |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Bezige Bij, 2015 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 12756 |
Fleur Speet
il/pr/15 a
Vraag me niet waarom, maar vader-kindrelaties boeien mij enorm, zeker wanneer ze tragisch zijn. Wanneer het verlangen naar contact gepaard gaat met de onmacht om contact te verwezenlijken. Ik stel mij zo voor dat Esther Freud (°1963), Brits schrijfster en voorheen actrice, zo'n relatie als geen ander kent. Als dochter van de beroemde schilder Lucian Freud, die uitvoerig aandacht krijgt in de nieuwste essaybundel van Julian Barnes, had zij te doen met een afwezige vader die nauwelijks contact zocht. Toch praat ze daar verzoenend over.
In haar nieuwste, achtste roman, Meneer Mac en ik, spelen drie vaders de hoofdrol. De eerste is de vader van de dertienjarige verteller Thomas. Thomas' vader is uitbater van een pub in een vissersdorpje aan de kust van Suffolk. Hij schenkt steeds net een glaasje te veel, waardoor zijn ogen 'zwemmen van het bier'. Thomas' moeder is daar geregeld de dupe van, met 'een blauwe plek op haar wang, die zich als een bloesem naar haar oog verspreidt'. Meerdere keren besluit Thomas, die door een knik in zijn enkel mank loopt, zijn vader naar de andere kant van de wereld te slaan.
Een clichématige strijd tussen vader en zoon dus. Maar aan het einde springen er barsten in dat beeld. Dan blijkt dat de vader het beste met zijn kroost voorheeft. Wat wil je, hij verloor zes zonen en dreigt een van zijn twee dochters te verliezen. Van zijn enige nog levende zoon houdt hij zo veel dat hij iets krankzinnig wreeds met hem uithaalt om hem voor een vissersbestaan te behoeden. Een vader met donkere krochten dus.
Nee, dan liever een vader zoals de geciviliseerde gast in het dorp, de beroemde Schotse architect en schilder Charles Rennie Macintosh, op wie Freud deze roman baseerde. Macintosh probeerde in 1914 in het kustdorp van zijn depressie af te komen door bloemen te schilderen. Samen met zijn vrouw logeerde hij er een jaar. Saillant detail is dat de door Macintosh ontworpen Glasgow School of Art in brand vloog tijdens het drukken van deze roman.
In het boek raakt Thomas 'bevriend' met de kunstenaar. Mac gedraagt zich afwezig, maar merkt Thomas steeds op als die zich ongezien waant. Thomas tekent mee. 'We werken in een dichte, warme stilte. Ik heb die stilte eerder gevoeld, wanneer ik naar hen keek, maar nu ik er zelf deel van uitmaak, is ze tastbaar als een jas.' Hier voel je iets van Freuds ervaringen of wensbeelden. Mac lijkt net zo'n figuur als Freuds vader; afwezig liefdevol, geconcentreerd op zijn eigen ding.
De derde vaderfiguur in de roman is George Allard, die nog touw maakt van hennepdraad en bij wie Thomas in de leer is. Allard schudt de geschiedenis uit zijn mouw. Een 'vertekende' geschiedenis, gericht op persoonlijke details (een baby kwam om toen het plafond instortte), waarmee Freud laat zien wat geschiedenis wérkelijk is, hoe dichtbij oorlog is. Haar personages staan er middenin, de zeppelins brommen bijna tastbaar langs de dakramen.
Klassieke klasse
Deze drie vaderfiguren helpen het jongetje om een jongeman te worden, klaar voor de wereld. Het verhaal lijkt misschien een spannende, plotgerichte, historische coming-of-age-novel in makkelijk verteerbare korte hoofdstukken. Freud timmerde het geheel echter uiterst precies in elkaar, niks geen gemakzucht. Ze is opmerkzaam, nietsontziend en gevoelig met kale woorden, zodat ze zelfs met droge feiten ontroert. Freud tilt het persoonlijke boven de geschiedenis uit en vertelt een subtiel, pijnlijk verhaal over miskenning, over niet gezien zijn.
Het boek is Ian McEwan-achtig in sfeer en poëtische stijl, het doet denken aan A.S. Byatt, die ook over kinderen, kunstenaars en oorlogsdreiging schreef, en er zit een zweem van smerige, lugubere wreedheid in zoals bij Claire Messud. Maar eigenlijk lijkt Esther Freud nog het meest op een geconcentreerde, hedendaagse versie van Jane Austen. Klassieke klasse is dat.
Esther Freud, Meneer Mac en ik, De Bezige Bij, 320 p., 19,90 euro. Vertaling Ineke Lentink.
FLEUR SPEET ■
Kathy Mathys
2/ei/15 m
In 1915 werd de Schotse architect en kunstenaar Charles Rennie Mackintosh even verdacht van Duitse spionage. Dat was in de periode dat hij in het Suffolkse kustplaatsje Walberswick woonde. De verdenkingen leidden zelfs tot een korte arrestatie.
De Engelse schrijfster Esther Freud, die afwisselend in Londen en Suffolk woont, liet zich door dit incident inspireren voor Meneer Mac en ik, een klassieke vertelling over oorlog, natuur, kunst en opgroeien. De schrijfster kiest voor een jonge verteller. Thomas Maggs is de zoon van een caféhouder. Hij is dertien en heeft een moeizame relatie met zijn pa die te veel drinkt en anderen de schuld geeft van de mislukkingen in zijn leven. Wanneer de vader 'aan de loop is', zoals Freud de alcoholescapades omschrijft, kan hij gewelddadig uit de hoek komen. Thomas houdt van boten, van de zee en van tekenen. Zijn moeder wil hem weghouden van het water, ze heeft veel baby's verloren en wil niet dat haar enige zoon schipper of visser wordt.
Vaderfiguren
Freuds hoofdpersonage is een dromerige jongen die oog heeft voor 'het wit fluisterende moeras', voor de dorpelingen en dieren in het kustplekje dat leegloopt tijdens de lange winterdagen. Er gebeurt niet veel, de jaarlijkse komst van de haringmeiden die de vis kaken is al een evenement. En dan arriveren de excentrieke Mackintosh en zijn vrouw Margaret MacDonald.
Op een terloopse manier raakt Thomas bevriend met het kunstenaarspaar uit Glasgow dat betere tijden heeft gekend. Mackintosh en MacDonald zijn beroemde vertegenwoordigers van de arts-and-craftsbeweging. Van hem zijn de Glasgow School of Art bekend en 'Huis voor een kunstminnaar', van haar de schilderijen 'Zeven prinsessen' en 'De geheimzinnige tuin'. Wanneer ze neerstrijken in Suffolk is Mackintosh haast al zijn opdrachtgevers kwijt. Hij schildert nu asters, rozen, winterviolieren. 'Het leven is het groene blad', hoort Thomas hem zeggen. Wanneer Margaret naar Glasgow reist, stuurt haar man brieven die Thomas stiekem leest voor hij ze op de post doet. Thomas en zijn zus Ann verbazen zich over de woorden waarmee de geliefden elkaar aanspreken.
Dan dient de oorlog zich aan. Op sommige avonden horen de dorpelingen het gebulder van de kanonnen in Vlaanderen. Vakantiegangers ontvluchten het dorp, het kunstenaarspaar blijft want Parijs, hun initiële bestemming, is inmiddels te gevaarlijk.
Een spoortje zee
Freud schreef met Meneer Mac en ik een traditionele roman. Ze is goed in eenvoudige, sprekende details, heeft oog voor de beweging in natuur en landschap. Haar stijl is toonvast met af en toe een beeld dat blijft hangen: 'Ze heeft een stem diep uit het binnenland, zonder een spoortje zee.' Het decor is zinderend, je voelt dat Freud de plek in het bloed heeft zitten.
Naast Mackintosh creëert de schrijfster een andere vaderfiguur voor Thomas, George Allard bij wie de jongen een baantje heeft. Thomas leert van beide mannen over het leven.
De beschrijvingen van de kunstwerken zijn scherp; je kunt je er iets bij voorstellen. Esther Freud is de dochter van schilder Lucian Freud. Wellicht heeft ze haar vader ooit gadegeslagen in zijn atelier.
Dat Meneer Mac en ik niet echt nazindert, komt doordat de schrijfster weinig verrassingen in petto heeft. Het verhaal gaat traag - dat is niet erg -, maar het is ook wat voorspelbaar. Toch maakt het boek nieuwsgierig, zowel naar de locatie als naar het Schotse kunstenaarspaar.
ESTHER FREUD
Meneer Mac en ik.
Vertaald door Ineke Lenting, De Bezige Bij, 318 blz., 19,90 euro (e-boek 14,99 euro). Oorspronkelijke titel: 'Mr. Mac and me'.
De auteur: Britse schrijfster, dochter van schilder Lucian Freud en achterkleindochter van Sigmund Freud.
Het boek: een jongensleven in Suffolk wordt overhoopgehaald door de Eerste Wereldoorlog en door de komst van een koppel kunstenaars.
ONS OORDEEL: toonvast maar niet zo verrassend.
Kathy Mathys ■
Redactie
Engeland, 1914: de elfjarige Thomas woont in het kleine kustplaatsje Walberswick in Suffolk. Hij is de zoon van de uitbater van de lokale pub en vanwege zijn klompvoet mag hij naar school. Hij tekent graag en sluit vriendschap met de mysterieuze Schot en zijn vrouw die in het plaatsje komen wonen en beiden ook tekenen en schilderen. Die Schot is Charles Rennie Mackintosh (1868-1928), de bekende architect en ontwerper (o.a. van de beroemde Glasgow School of Art, in 2014 door brand verwoest) en een van de bekendste vertegenwoordigers van de Arts-en craftsbeweging. Mackintosh woonde toen daadwerkelijk in Walberswick (de auteur heeft daar ook een huis), ziek en verbitterd door de weinige erkenning voor zijn werk. De andere dorpsbewoners bekijken hem met argwaan, zeker als WO I uitbreekt en ze hem - mede vanwege zijn verrekijker en aquarelleersessies in de duinen - van spionage verdenken. In deze goed geschreven, mooie en sfeervolle roman worden, vanuit het perspectief van het jongetje, zowel diens (fictieve) vriendschap met deze bekende architect als het dorpsleven in die tijd daar beschreven. De auteur (dochter van schilder Lucian Freud, achterkleindochter van Sigmund Freud) schreef o.a. 'De kleur van henna' (verfilmd) en ‘Huis in zee’ dat ook in Walberswick speelt. Normale druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.