Herberg De Goede Dood en andere verhalen
Emile Verhaeren
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Lannoo, 2016 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : POEZIE : VERH |
Paul Demets
il/pr/06 a
Niemand minder dan Rainer Maria Rilke schreef naar aanleiding van Verhaerens dood aan een vriend: 'Je kan je indenken hoeveel ik geleden heb sinds het leven monsterlijk is geworden. De vreselijke dood van Verhaeren heeft me onderge-dompeld in een onpeilbare droefheid.'
Waarom kennen we deze internationale Vlaamse dichter, die in 1855 geboren werd, zo slecht, als hij zo beroemd was? Waarom heeft hij zijn plaats niet naast Guido Gezelle en Paul van Ostaijen? Omdat er in ons flamingantische taalgebied decennialang veel te weinig belangstelling voor hem bestond.
Het duurde tot de jaren 90 van de voorbije eeuw tot Stefaan Van den Bremt actuele vertalingen van Verhaerens poëzie publiceerde. Niet toevallig misschien, want in die tijd was Europa onze utopie van vrede, samenwerking en verdraagzaamheid en was de tendens om zich terug te plooien op de eigen taal en cultuur minder groot dan nu. Hopelijk biedt de lectuur van de bloemlezing Veerman die Koen Stassijns samenstelde en vertaalde een tegengewicht.
Slagader
Verhaeren had veel bewonderaars, onder wie de Oostenrijkse schrijver Stefan Zweig. Over zijn poëzie schreef Zweig: 'Zijn ritme is dat van de gehaaste man die rent en zich opwindt. Vaak houdt hij geen maat en hoor je het hijgen van de mens die zich een weg baant naar zijn doel, de galm van zijn voetstappen op de kasseien.'
Zweig had deels gelijk. Want in de beste gedichten van Emile Verhaeren zit een onstuimige, vitale dynamiek. Je voelt in zijn werk dan de brede, onstuitbare stroming van de altijd veranderende Schelde, die langs zijn geboortedorp stroomt. Het is de slagader die je tot vandaag blijft voelen in Verhaerens poëzie.
Afkomstig van het platteland keek hij gefascineerd en ook wel sceptisch naar de oprukkende industrialisering van zijn tijd. Maar hij was helemaal niet enggeestig. Steden fascineerden hem. En hij verbleef er graag. Vanuit Brussel en later Parijs speelde hij trouwens een belangrijke rol in de internationale kunstscene.
Tijdens zijn rechtenstudie liep hij stage bij Edmond Picard, die in 1883 het kunsttijdschrift L'Art Moderne oprichtte. In datzelfde jaar publiceerde Verhaeren zijn debuutbundel Les Flamandes en vond hij aansluiting bij het tijdschrift. Hij werd een promotor van de toenmalige avant-garde en raakte bevriend met de kunstenaars Théo van Rysselberghe, Leon Spilliaert, Fernand Khnopff, James Ensor en Auguste Rodin en met schrijvers als Maurice Maeterlinck en André Gide.
Boze onderpastoor
Verhaerens poëzie laat een sterke evolutie zien. Zijn debuutbundel is bijna naturalistisch, zoals hij de taferelen van Vlaamse kunst typeert: 'En velen, nog gekker en dociel,/Hebben hun naakte heupen toen gerond/ net als hun mooie, vlezige kont/ Waarop hun haar als een cascade viel.'
Niet verwonderlijk dat Verhaeren de conservatieve critici van die tijd over zich heen kreeg en dat de onderpastoor van Sint-Amands boos in zijn pen kroop. Op het einde van de jaren 1880 werd Verhaerens poëzie tijdelijk donkerder van toon. Hij vond ermee aansluiting bij de symbolisten.
Toen hij de Luikse kunstenares Marthe Massin leerde kennen, veranderde dit. In 1896 publiceerde hij met Les Heures Claires een hommage aan Marthe en de liefde. Verhaeren beschrijft die ideëel, maar ook sensueel, zoals in het gedicht dat ik koos.
Verhaeren was een optimist, die onverbiddelijk in de toekomst geloofde. Hij dacht dat de mensen 'het nieuwe universum van de onverza- digbare utopie' zouden scheppen.
De Eerste Wereldoorlog bezorgde hem een grote desillusie en deed hem met zijn Duitse vrienden breken. Maar het was uiteindelijk een trein, symbool van de internationale verbinding, die deze veerman tussen Europese culturen genadeloos meesleurde.
Arjen van Meijgaard
Koen Stassijns verzamelde en vertaalde gedurende drie jaar een groot aantal gedichten van de Vlaamse dichter Emile Verhaeren (1855-1916). Naast de oorspronkelijke Franse gedichten staan steeds op de rechterpagina de vertalingen in het Nederlands ervan. In het boeiende voorwoord schetst Stassijns zijn liefde voor de dichter en vat hij diens poëtica samen: 'Verhaeren was een intrigerende cocktail van doorleefd socialisme en begrip voor een vooruitstrevend humaan liberalisme met als bindmiddel een scheut anarchisme (...).' De titel van het boek verwijst naar het gedicht 'Veerman', een symbolisch gedicht waarin de strijd van een veerman om zijn passagier te bereiken centraal staat. Dr. Rik Hemmerijckx, conservator van het Verhaerenmuseum, geeft in de inleiding een mooi beeld van het werk en leven van de dichter, die volgens hem tussen Gezelle en Van Ostaijen staat, maar geen echte plek heeft in de Vlaamse canon. Fraai vormgegeven, met de verzamelde gedichten in chronologische volgorde en achterin foto's en schilderijen waarop Verhaeren staat afgebeeld.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.