In de week na de Brexit herinnert de 32-jarige Elisabeth zich de innige band die ze vanaf haar zesde had met haar kunstminnende vroegere buurman, nu 101 en woonachtig in een verzorgingstehuis.
Als Arthur, zoon van een zakenvrouw, een vervangster van zijn net weggelopen vriendin meeneemt naar het kerstdiner van zijn moeder, en ook nog de van haar vervreemde zus uitnodigt, zijn de rapen snel gaar.
Via de humanistische Sacha (16), de slim-cynische Robert (13) en hun gescheiden moeder Grace worden de verhalen verteld van de personages uit de eerdere delen, Lente, Herfst en Winter.