Duitsland, 1937: als Kurt en Ruth Friedman gescheiden worden, staat Ruth alleen voor de zorg van hun vier kinderen in een land waar het voor hen streeds onveiliger wordt. Beiden doen er alles aan het gezin te herenigen.
1939. De Tweede Wereldoorlog staat op het punt om los te barsten, en omdat Marie samen met haar zoon naar New York is vertrokken, moet Paul in het Duitse Augsburg in zijn eentje de villa zien veilig te stellen. Een nieuwe liefde kantelt de verhoudingen.
Een 91-jarige Duitse vrouw blikt terug op het verleden dat ze altijd voor haar familie verborgen heeft gehouden. Langzaam ontvouwt zich haar geschiedenis als leidinggevende bij een kindertehuis tijdens de Tweede Wereldoorlog en als moeder van een geadopteerd Joods weesmeisje.
In de lotgevallen van zeven mannen die in oktober 1937 uit een Duits concentratiekamp weten te ontsnappen, geeft de auteur een beschrijving van het dagelijkse leven in het Derde Rijk.
Begin jaren dertig van de twintigste eeuw verkeert een jonge Duitse lerares in de onmogelijke positie dat ze haar leerlingen wil waarschuwen voor het opkomend nazisme en tegelijkertijd mee moet spelen omdat ze anders haar baan verliest.
Autobiografisch verslag van Langhoffs tijd in het concentratiekamp Börgermoor, waar hij samen met een medegevangene het beroemde 'Veensoldatenlied' schreef. Langhoff beschrijft de onmenselijke behandeling, psychische druk en vernederingen, maar ook de onderlinge kameraadschap, levensmoed en humor.
Een Joodse cellist in de jaren dertig wordt het slachtoffer van een meedogenloze intrige wanneer een bakkersjongen, lid van de SA, zijn plaats in het symfonieorkest wil innemen.
Een naamloze ik-persoon identificeert zich steeds meer met het nationaalsocialisme, wordt oorlogsvrijwillige soldaat en gaat een ander land bezetten, maar als hij gewond raakt, verandert hij in een scherpe criticus van de nazi-ideologie.