Luister
Sacha Bronwasser
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Uitgeleend
|
Ambo|Anthos, © 2019 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : BRON |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Ambo|Anthos, © 2019 |
VOLWASSENEN : ROMANS : BRON |
Bo Van Houwelingen
ob/kt/05 o
Vroeg of laat kom je hem op elke bijeenkomst tegen: de vieze oude man die jou al orerend - met 't schuim in de mondhoeken - naar de afgrond van de borrelvloer drijft. Hij verwacht al je aandacht, maar stelt nooit een vraag terug. Precies zo'n man is de spil in Niets is gelogen, de debuutroman van Sacha Bronwasser (1968), die jarenlang kunstcriticus was van de Volkskrant.
Het draait om Pé, een oerlelijke gynaecoloog annex kunstconnaisseur met een voorliefde voor 'Gróte Kunst' ('Met hoofdletters en een accent op de o.'). Hij heeft de missie culturele beschaving te verspreiden in Kortrijk, alwaar hij een fotografe heeft uitgenodigd haar werk te exposeren. Kunstcriticus Gala Versluis houdt er een praatje, en zij is het die door Pé gecornerd wordt met zijn gekout over hoe kunst 'ons innerlijke concentratiekamp kan ontsluiten'. Zij krijgt vijf jaar later een rouwkaart in de bus met de tijding van Pé's dood. Zij is degene die vervolgens die expositieavond reconstrueert.
Bronwasser heeft een overtuigende stem gevonden voor Gala, die haar verhaal vertelt op een prettige, zelfverzekerde manier. Met een wijzende hand haast, als was ze een gids die ons door een museum leidt, achtergrondinformatie geeft, details in een schilderij duidt en je de achterkant van een sculptuur laat bekijken: 'Van Fatima moet je het volgende weten.' 'Die kleine man op de achtergrond, dat is Paul.' 'Maar laten we verder gaan.' En dan toont Gala zich ook nog een onderhoudende wegwijzer, die zo nu en dan fijne aforismen uit haar mouw schudt ('Morele bezwaren zijn zelden meer dan een eufemisme voor 'geen zin'' - heerlijk) of aanstekelijk vertelt over het werk van kunstenaars als Douglas Gordon of Marina Abramovic.
Ze houdt ons bij de les met een keur aan spannende zinnetjes als 'Alles kan gebeuren deze avond', 'Er vormt zich een net', of 'Later, veel later, duiken er twee foto's op'. Gids Gala zwaait met haar rode vlaggetje: let op, in de volgende zaal zult u iets héél bijzonders aantreffen! Nog zoiets: op Pé's rouwkaart staat zijn volledige naam, Petrus Virgiel Derkinderen. Dat Virgiel leest als viriel, Derkinderen is een achternaam die voor een gynaecoloog geen toeval kan zijn. 'Vele nieuwe levens maakte hij mogelijk', staat er ook nog. Het roept al met al een Karbaat-achtig sfeertje op. Wie is deze man? Waarom gaat Gala zo meticuleus na wat er is gebeurd op de avond die ze met hem doorbracht?
Die expositie dus, en een groepje van zes mensen die na afloop nog ergens wat gaan drinken: Pé (als cultureel weldoener kan hij niet achtergelaten worden), Gala, haar vriendin Fatima, de fotografe, haar man en de galeriehouder. Die laatste vier worden door Gala verhoord, met opnameapparaat en notitieboek, als een moderne inspecteur Poirot die precies wil weten hoe laat die gil werd geslaakt en door wie. Er is zelfs een schematisch overzicht van mogelijke tafelschikkingen in het restaurant waar ze later verzeild raken - zoals in Murder on the Orient Express een plattegrond van de trein en de bezetting van de coupés is opgenomen.
Dit is geen whodunit van Agatha Christie, dat begrijpen we ook wel, maar de gebeurtenis-waar-het-allemaal-om-gaat is toch wat teleurstellend, na al het tromgeroffel. Niet dat die niet goed is beschreven. Sterker nog, ze is subliem beschreven. Gala draait het tempo van haar beschrijving terug. Zo heeft ze meer tijd om na te denken, ze kan tussen de beelden door ademhalen en kijken 'wat zich in de plooien schuilhoudt'. De zinnen lijken op dit punt haast van het papier los te komen om zich voor onze neus opnieuw te materialiseren als een driedimensionaal beeld. Alles bevriest, de tijd staat stil en wij lopen met Gala om de scène heen, bestuderen die vanuit elke hoek, op zoek naar... Ja, op zoek naar wat?
De teleurstelling zit hem erin dat er geen overtuigend antwoord op die vraag komt. Om de waarheid gaat het niet, een perfecte getuigenis bestaat niet en dat weet Gala best: 'Wij zijn daar zeker geweest en wij hebben samen iets meegemaakt, naast elkaar en tegelijkertijd. Dat is alle houvast die ik heb. Onze avond ontspringt uit dezelfde bron en mondt uit in dezelfde zee, maar daartussen ligt de rivierdelta van de Nijl. Zwemmen er vissen die elkaar nooit zullen tegenkomen, groeien er planten die de ander niet zal zien, verschillen de geuren en valt het zonlicht onder een andere hoek. Niets is gelogen, het is allemaal even waar.'
Het antwoord waarmee Bronwasser op de proppen komt, heeft te maken met de manier waarop herinneringen worden opgeslagen. Futiele dingen onthoud je soms tot in detail, grote dingen soms alleen schetsmatig. Het lijkt alsof Gala met haar onderzoek haar geheugen wil provoceren. Ze ontbeert herinneringen aan haar vader, die jaren eerder gestorven is. Ze weet er bijna niets meer van. Pas als al haar herinneringen aan Kortrijk zijn kaltgestellt door getuigen die alles heel anders hebben onthouden, ontstaat er ruimte om haar vader te herdenken.
Het is een mooi idee. De uitwerking ervan, zo aan het eind, met de climax al achter de rug, is te gehaast. Het brengt niet de ontroering teweeg die Bronwasser waarschijnlijk voor ogen heeft gehad. De volgende zaal is ineens de museumshop al. Toch is Niets is gelogen een geslaagd debuut; een kunstwerk dat uitnodigt van alle kanten bekeken, bewonderd en bekritiseerd te worden.
****
Ambo Anthos; 256 pagina's; € 20,99.
Marc De Pril
Gala Versluis, Nederlandse kunstcriticus en recensente, ontvangt een overlijdensbericht uit België: gynaecoloog Pé Derkinderen is overleden. Meteen een flash-back van vijf jaar. Gala wordt in Kortrijk uitgenodigd de inleiding te verzorgen van een tentoonstelling van fotografe Lisa van Staal, gepromoot en gesponsord door de in alle opzichten opvallende gynaecoloog Pé (Petrus) Derkinderen. Fatima vergezelt haar vriendin Gala en Lisa is samen met haar echtgenoot Maxim en galerijhouder Paul. Dit zestal trekt na de vernissage door Kortrijk voor een afterparty. En dan doet zich een gebeurtenis voor die het verloop van de ganse avond beïnvloedt, omdat alle hoofdrolspelers een andere perceptie en herinnering hebben aan het gebeurde. Welke versie is de juiste? En is waarheidsgetrouwheid wel het belangrijkste? Herinneringen worden vaak op bizarre wijze bij elkeen opgeslagen: Futiele details naast het essentiële. Een trigger evenwel voor Gala: de herinneringen aan haar eigen gestorven vader komen boven, vaak dérisoire, maar plots heel pregnant. De waarheid wordt elke waarheid. Niets is gelogen. Een eerste roman van de kunsthistoricus, recensente en tv-figuur Bronwasser.
Yolanda Entius
em/ov/09 n
Kortrijk 25 mei 2013. Een zestal mensen gaat, na de feestelijke opening van een tentoonstelling, nog wat eten in Restaurant La Dijonnaise. Daar gebeurt iets wat hun leven (al dan niet dramatisch) zal veranderen. Zie hier het even intrigerende als beproefde recept van 'Niets is gelogen', de debuutroman van kunsthistoricus Sacha Bronwasser.
We maken kennis met de kunstenaar Lisa, die met haar iPhone 3G al foto's van zichzelf op Facebook postte toen het woord selfie nog moest worden uitgevonden, en haar man Maxim die op de Zuidas werkt, met de Vlaming Pé, een van de eersten die hadden gezien dat Lisa met haar 'huisvrouwenporno' een missie had: de vertrutting tegengaan, met galeriehouder Paul die in Lisa's werk het onbeschaamde had herkend, 'de neiging jezelf zo als materiaal te zien', en met de verteller van de roman: kunstcriticus Gala en haar reisgenote: de Brabantse smokkelaarsdochter Fatima.
Deze laatste wil op die bewuste avond meedoen aan de 'vollemaansmeditatie' die overal ter wereld wordt gehouden want, zo legt Fatima uit, 'er wordt vanavond een portaal geopend door de stand van de planeten.' 'Een opening voor het bewustzijn' die een eens in de zoveel jaar voor zou komen en vanavond, 25 mei om half negen, is het zo ver.
Het is ook de datum waarop het nog zeer jonge leven van gynaecoloog en kunstliefhebber Pé Derkinderen exact 59 jaar geleden ingrijpend veranderde, al hoorde hij dat pas jaren later, na het overlijden van zijn ouders. Toeval is het dus niet dat hij uitgerekend op deze datum in 2013, dronken wordt en een gevaarlijk portaal van zijn eigen bewustzijn opent.
Nu, ruim vijf jaar later, is hij overleden en begint Gala aan haar speurtocht naar de oorzaken en de gevolgen van die ene dag. Waarom ging zij eigenlijk in op de uitnodiging om op de opening te spreken? Hoe verliep de reis? 'De hooggehakte schoenen klaargelegd in de auto (...) Zo moet het ongeveer gegaan zijn omdat het altijd ongeveer zo gaat.' Een zogenoemde onzuivere herinnering. Het was voorjaar, weet ze, maart misschien, maar zeker weten doet ze het niet. Pas als ze zich de kleur van een bloeiende theeroos herinnert beseft ze dat het eind mei geweest moet zijn.
Maar wacht eens even, bij ontvangst van Pé's rouwkaart wist Gala exact uit te rekenen hoeveel jaren en dagen hij nog had geleefd na die rampzalige avond. Niet het geheugen rommelt hier maar wat aan, de verteller doet het. Een foutje misschien - moet kunnen - of krijgt de lezer hier expres zand in de ogen gestrooid?
Als dat (onbetrouwbare) geheugen zo'n belangrijke rol speelt, en dat doet het, waarom dan zo slordig? En waarom dan zo gefocust op de juistheid van details waar niets mee op het spel staat? Want wat maakt het eigenlijk uit of iemand op de wc werd gekust of in een hoekje van de bar, als aan de kus zelf en de aard ervan niet wordt getwijfeld? Wat doet de tafelschikking in La Dijonnaise ertoe - en Bronwasser tekent het letterlijk na, in alle varianten zoals het door de diverse leden van het gezelschap werd onthouden - als die niets verandert aan een vraag die wél van belang lijkt: was wat er met Pé gebeurde een ongeluk of nam hij expres risico's?
Het begon te irriteren. Maar belangrijker nog, die focus op dit (potentieel relevante) thema ontnam mij het zicht op waar het veel meer over lijkt te gaan: het krijgen van een tweede kans in het leven of zelfs óm te leven, gepaard aan het 'beslissende moment' waarop die kans zich voordoet of juist verkeken lijkt.
Ook het voorval met Pé in La Dijonnaise én de zoektocht ernaar creëren zo'n moment: Gala krijgt toegang tot dat deel van haar geheugen dat tot dan toe was gesloten. Herinneringen aan haar vader, die stierf toen zij twintig was, veranderen van een paar 'schrale potloodstrepen' in echte beelden. De meest kostbare ('ik droeg haar als een ei op een lepel voor me uit'): hoe hij op lentedagen 'de ramen opendeed en Olé Coltrane integraal vanuit de woonkamer naar buiten liet schallen.' De scène is zo kleurrijk, beseft Gala, met diepte, geur en textuur, 'het moest wel waar zijn'. Okay...
En wat nou als het niet waar was? Hoe erg zou dat zijn? Het antwoord hierop ligt ongetwijfeld in (de bedoeling van) het boek, maar ik heb het niet gevonden of begrepen.
Bronwasser kan schrijven en niet zo'n beetje ook. Ze is erudiet, de zinnen lopen, de beelden staan, ze kan kijken, weet te ontroeren en spanning op te bouwen, maar het lijkt wel of het verhaal dat ze vertelt niet strookt met het verhaal dat ze wíl vertellen.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.