De Effingers : roman
Gabriele Tergit
Gabriele Tergit (Auteur), Mattanja Van Den Bos (Vertaler)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Uitgeverij Van Maaskant Haun, 2022 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : TERG |
Emilia Menkveld
te/ep/17 s
De laatste grote roman van Gabriele Tergit (1894-1982) bevat een alfabetisch namenregister én een inlegvel met tientallen personages, ondergebracht in categorieën als 'De Joodse families', 'De communisten' en 'Mensen van de krant'. Dat is geen overbodige luxe. Al in het eerste hoofdstuk, over een keurige Berlijnse theevisite, wemelt het van de namen en het duurt een pagina of tweehonderd voordat je enig idee van hoofd- en bijfiguren krijgt.
Maakt dat het boek onleesbaar? Integendeel. Zo was het nu eenmaal doet in veel opzichten denken aan Tergits weergaloze, in 2020 vertaalde Joods-Duitse familiekroniek De Effingers. Ook daarin schetst zij in snelle scènes en scherpe dialogen een tijd, een sociaal milieu; het is een monument voor het verdwenen, vooroorlogse leven van Joden in Berlijn. Zo was het nu eenmaal is nog breder van opzet, de montagetechniek is nog verder doorgevoerd. (Tergit voltooide het manuscript in de jaren zestig, zo'n tien jaar na De Effingers, maar geen uitgever wilde het hebben. De eerste Duitse editie verscheen vorig jaar.)
Ook Zo was het nu eenmaal speelt grotendeels in Berlijn, maar niet alleen in Joodse kringen. Het begint in 1898 en loopt tot aan de jaren vijftig van de 20ste eeuw. Ditmaal lijkt het doel niet zozeer om een monument op te richten, maar om een idee te geven van hoe het in Duitsland tot Hitler kon komen - een vraag die Gabriele Tergit haar leven lang is blijven bezighouden.
Antisemitisme duikt vanaf de eerste pagina's op, van zijdelingse opmerkingen in de schouwburg - 'Joden horen niet in de koninklijke loge' - tot een officiersvrouw die zich afvraagt of ze geen slecht figuur slaat door haar kind met de Joodse buurjongen te laten spelen. Schrijnend is de verbazing van Joodse personages in de vooroorlogse jaren, hun ontsteltenis als ze weer eens worden weggezet als 'vreemde elementen' in de samenleving. Al eeuwen wonen zij in Duitse huizen tussen Duitse meubels en hanteren ze Duitse omgangsvormen. Vaak voelen ze zich meer Duits dan Joods. En dan zouden zij er niet bij mogen horen?
Veel meer dan in De Effingers staat Tergit stil bij de rol van de pers in het maatschappelijk gewoel (zij was jarenlang journalist, onder meer bij het Berliner Tageblatt). De Joodse Grete Jacoby, alter ego van de auteur, werkt als een van de eerste vrouwen op een liberale krantenredactie. De berichten over de enorme inflatie en sociale onrust in de jaren dertig doen soms akelig actueel aan. Als de beurzen weer gaan stijgen, verwacht de hoofdredacteur dat ook de onrust vanzelf zal verdwijnen. Quod non. Als Hitler eenmaal aan de macht is, ontstaat een nieuw dilemma: moet je als krant wel of juist geen aandacht besteden aan de nationaal-socialisten? Hoe beschrijf je de onaangename werkelijkheid zonder lezers aan extra propaganda bloot te stellen?
Langzaam maar zeker ontpopt Grete zich tot hoofdpersoon. Ze is een observator, houdt zich meestal op de achtergrond (tijdens de theevisite in het eerste hoofdstuk speelt zij als meisje in de kinderkamer), maar is scherp en vooruitstrevend in haar werk - en daarom geliefd en gehaat. Anders dan veel Joodse stadsgenoten sust zij haar gemoed niet met steeds dezelfde sleetse uitspraken: het zal heus wel vrede blijven, de soep wordt nooit zo heet gegeten als ze wordt opgediend, als de hemel valt zijn alle mussen dood. In de jaren dertig vlucht zij met haar man naar Tsjechië en later naar Engeland, terwijl het Berlijn dat zij kent in hoog tempo verdwijnt.
Tegelijk behoudt het boek zijn veelstemmigheid. Door de vele vervlochten verhaallijnen, maar ook doordat Grete na de oorlog allerlei kennissen van vroeger opzoekt en aan het woord laat, met in het achterhoofd de eeuwige vraag: wat is hier gebeurd, hoe was dit mogelijk? Zo vernemen we dat de oude postchef van haar Berlijnse krant, die zichzelf een 'apolitiek persoon' noemt, na de afzetting van de Joodse hoofdredacteur gewoon is blijven werken. Zonde dat die aardige man weg moest, zegt de postchef tegen Grete, maar zijn opvolger, een nazi, was gelukkig al net zo vriendelijk.
We lezen hoe de enthousiaste jonge communist Jürgen naar Moskou verhuist en eindigt in Siberië. En hoe de niet-Joodse Freia na de moord op haar Joodse man wordt opgevangen door een nogal antisemitische zus, die ook midden in de oorlog nog eieren eet uit zilveren dopjes en doet alsof er niets aan de hand is. 'Om half één klinkt de gong voor het middageten', zegt haar zus bij aankomst. Freia weet niet hoe snel ze daar weg moet komen.
Uiteraard komen lang niet alle personages tot leven. Van sommige vangen we slechts een glimp op, andere verdwijnen vrij onverwachts uit beeld. Maar aan de hand van al die kleine verhalen weet Tergit een heel groot verhaal te vertellen. In haar levendige, reportageachtige stijl haalt ze de dynamiek van een hele generatie terug.
Tegen het einde van Zo was het nu eenmaal vertrekt Grete naar New York, waar ze wederom een paar oude Berlijnse bekenden opzoekt. Deze verdrevenen zijn veelal financieel berooid, diep beschadigd door de oorlog, maar ook dankbaar voor wat hun nog rest. In het verwoeste Berlijn komen ze niet graag terug, ook Grete niet. 'Iedereen die je een hand geeft, zou iemand van onze familie kunnen hebben vermoord', constateert ze droogjes. Na een lange, emotionele dag kijkt ze op straat omhoog naar de wolkenkrabbers en ziet de toekomst: een klassenloze maatschappij waarin elk raam even groot is, elke verdieping even hoog. Wat een veerkracht, wat een ijdele hoop.
Uit het Duits vertaald door Mattanja van den Bos. Van Maaskant Haun; 595 pagina's; € 26,99.
Geen uitgever wilde het manuscript voor Zo was het nu eenmaal hebben, toen Gabriele Tergit dat in de jaren zestig had voltooid.
S. Koops
Gabriele Tergit (1894-1982) was een schrijfster en journaliste, geboren in een vermogend Joods fabrikantengezin. Ze is onder andere bekend van de werken ‘De Effingers’*, ‘Käsebier verovert de Kurfürstendamm’** en ‘Over de lente en de eenzaamheid’***. Na haar overlijden is een manuscript gevonden dat in 2021 in Duitsland uitgebracht werd onder de titel ‘So war’s eben’. In het Nederlands is dit vertaald naar ‘Zo was het nu eenmaal’, door Mattanja van den Bos. Deze roman volgt verschillende personages in de aanloop naar de Tweede Wereldoorlog en daarna. Deze personages zijn verdeeld in de Joodse families en de niet-Joodse mensen. Het boek zelf is verdeeld in vijf delen: Keizerrijk, Oorlog, De Republiek van Weimar, Het Derde Rijk en Na de oorlog. Per hoofdstuk wisselt het perspectief tussen de verschillende personages, soms kan dit wat verwarrend zijn, maar de bijgeleverde personagelijst helpt hierbij. Een uitgebreide, gedetailleerde beschrijving van hoe de Tweede Wereldoorlog de levens van gewone Duitse burgers beïnvloedde.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.