Oeroeg
Hella S. Haasse
Hella S. Haasse (Auteur), Patricia De Groot (Redacteur), Jet Steinz (Inleider)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Em. Querido's Uitgeverij, 2022 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : OVER LITERATUUR-SCHRIJVERS : Kast 9 Nederlands 851.6 HAASSE |
Emilia Menkveld
rt/aa/11 m
'Dat wat ik U nu ga vertellen', schrijft Hella Haasse in november 1947 aan haar schoonouders in Oegstgeest, 'mag ik alleen onder de diepste geheimhouding doen.' Haar novelle Oeroeg is verkozen tot Boekenweekgeschenk van het komende jaar, maar niemand mag weten wie het heeft geschreven tot een maand ná de Boekenweek, in april. Uit 'een lijst van 19 mededingers' laat de organisator, ook toen al de stichting CPNB, het publiek raden naar de auteur. 'Zelfs de jury weet niet wie ik ben', schrijft de dan nog relatief onbekende Haasse opgetogen. 'Ik reken dus op uw stilzwijgen!!'
(De CPNB vliegt de propaganda van het Nederlandse boek 75 jaar later een tikkie anders aan, zullen we maar zeggen. Directeur Eveline Aendekerk over Lize Spit en Raoul de Jong, de uitverkorenen van dit jaar: 'Deze twee jonge bevlogen Boekenweekauteurs (...) zullen Nederland naar de boekhandel doen snellen. Zo maken we de Boekenweek van 2023 met z'n allen absoluut tot het grootse en inspirerende lezersfeest waar we zo'n behoefte aan hebben.')
Het briefje van Hella S. Haasse (1918-2011) over wat haar literaire doorbraak zou worden, is een van de laatste teksten in Ik stuur deze brief maar op goed geluk weg. De bundeling van 34 brieven, kaarten en telegrammen, geschreven tussen 1939 en 1950, is zorgvuldig samengesteld en toegelicht door Patricia de Groot, die jarenlang Haasses redacteur was bij uitgeverij Querido. Ze beslaan het roerige decennium dat voorafgaat aan het literaire succes; 'het derde en moeilijkste in Hella's leven', zoals Aleid Truijens schrijft in haar biografie Leven in de verbeelding (2022).
In 1938 kwam de jonge Hella als een 'naïef, wereldvreemd en bevoorrecht meisje' - opnieuw Truijens' woorden - uit Nederlands-Indië naar Nederland om te studeren. De eerste brief aan haar ouders en broer dateert van een klein jaar later (lang niet alle correspondentie is bewaard gebleven) en staat vol vrolijke wederwaardigheden over haar studie Scandinavische talen, haar eerste literaire publicatietjes en de alleraardigste atelierwoning mét warme douche die ze samen met een vriendin kan gaan huren - 'Is het niet leuk?'
Bij de naderende oorlog lijkt ze zich aanvankelijk weinig betrokken te voelen. Als een van haar colleges uitvalt doordat de hoogleraar is gemobiliseerd, schrijft ze over de gevolgen die dat heeft voor haar tentamens, en dat het toch wel prettig is dat ze nu meer tijd voor haar scriptie heeft. Een week voor de invasie stuurt ze nog een luchtige ansichtkaart naar Batavia vanuit de bollenvelden bij Lisse, waar ze met vrienden een dagje vertoeft.
Maar het zorgeloze, kinderlijke is er snel af als de oorlog Nederland eenmaal bereikt - al blijven de brieven bij vlagen erg geestig, door de woordkeuze, malle anekdotes en terzijdes. De post is onbetrouwbaar geworden en Haasse kan jarenlang geen contact krijgen met haar ouders, die in jappenkampen terechtkomen; ze zouden elkaar uiteindelijk pas na acht jaar weerzien. 'Ik ben wanhopig over de postverbindingen', schrijft ze in januari 1946. 'Ik doe niets anders dan schrijven (Oma ook) en niets schijnt terecht te komen.' Tijdens de jaren van radiostilte (er zijn wel enkele briefjes aan haar schoonouders opgenomen) maakt Haasse naam als actrice en toneelschrijver, ontmoet ze haar toekomstige man Jan, breekt en verzoent ze zich weer met hem, doorstaat ze de Hongerwinter met haar pasgeboren eerste dochter, die in 1947 zou bezwijken aan difterie.
De brieven vertonen onvermijdelijk hiaten en herhaling - omdat Haasse niet weet of haar eerdere berichten zijn gelezen - maar dankzij de heldere toelichting is dat voor de lezer nauwelijks een bezwaar. De correspondentie als geheel geeft, hoe verbrokkeld ook, wel degelijk een beeld van Haasses ontwikkeling in deze jaren, als schrijver en als mens. Althans, voor zover ze die ontwikkeling met haar ouders en schoonouders heeft willen delen.
Vooral in de langere brieven van na de oorlog, wanneer het contact met haar ouders is hersteld en Haasse een samenvatting probeert te geven van haar leven, doet ze een aanzet tot het soort zelfreflectie dat we kennen uit haar latere non-fictie. Zo omschrijft ze haar karakter als een 'vreemde pittige legkaart' van eigenschappen die ze terugvindt bij 'Paps' en 'Mampje', tantes en ooms. Haar eerste autobiografische boek uit 1954 kreeg de titel Zelfportret als legkaart.
Haasses complexe houding tegenover de oorlog (ze heeft 'doorgespeeld' als actrice tijdens de bezetting maar had ook een Joodse onderduikster in huis) schemert door in een van de langere naoorlogse brieven aan haar vader waarin ze zich beklaagt over de 'steeds diepere kloof tussen de z.g. 'illegalen' en de normale mensen, die zonder bepaalde anti-Duits-terroristische activiteit de oorlog hebben doorleefd'.
Zelf heeft ze zich verre gehouden van het georganiseerde verzet, onder meer omdat 'hun ideologie me te beperkt was'. Liever maakte ze zich 'op allerlei gebied' verdienstelijk, zonder in een bepaald 'commando' te vallen. Over de verzetsmensen zelf heeft ze weinig vriendelijks te melden. Let wel, nuanceert samensteller De Groot: mogelijk praat Haasse hier haar conservatieve, anticommunistische vader naar de mond.
Voor verdere context en nuance verwijst De Groot meermaals naar Leven in de verbeelding, en zo laat dit boekje zich waarschijnlijk het beste lezen: als een kruidige aanvulling op de mooie hoofdstukken die Truijens aan deze jaren wijdde.
★★★★☆
Met een voorwoord van Jet Steinz. Querido; 144 pagina's; € 22,99.
Bookarang
Een bundeling brieven die de jonge Hella S. Haasse schreef aan haar ouders en schoonouders in de periode 1939-1950. Vanaf het moment waarop Hella S. Haasse in 1938 op 20-jarige leeftijd vanuit Nederlands-Indië in Nederland aankomt, schrijft ze haar ouders over haar nieuwe leven. Aanvankelijk zijn de brieven luchtig, maar al snel is er door de Tweede Wereldoorlog en de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog geen briefverkeer meer mogelijk. Haar vader en moeder, ieder in een ander jappenkamp geïnterneerd, zullen pas jaren later lezen hoeveel ingrijpends er in haar leven heeft plaatsgevonden. In zachtaardige, persoonlijke stijl geschreven, met een korte algemene inleiding bij elke brief. Met zwart-witfoto’s en afbeeldingen van de brieven. Hella S. Haasse (Jakarta, 1918 - Amsterdam, 2011) was een wereldberoemde Nederlandse schrijver, dichter en toneelschrijver. Ze schreef meer dan zestig boeken. Haar werk werd in verschillende landen uitgegeven en won meerdere prestigieuze literaire prijzen, zoals de Constantijn Huygens-prijs, de P.C. Hooft-prijs en de Prijs der Nederlandse Letteren.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.