Ngando
Paul Lomami-Tshibamba (Auteur), Manik Sarkar (Vertaler), Sibo Rugwiza Kanobana (Inleider), Mukala Kadima-Nzuji (Inleider)
Beschikbaarheid en plaats in de bibliotheek
ARhus - De Munt
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Geus, 2023 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : LOMA |
Besprekingen
Mythische verhalen vol geesten, magiërs en een krokodil -Boek van de week
Dieuwertje Mertens
rt/aa/04 m
Het verhalendebuut van Paul Lomami Tshibamba (1914-1985) opent met maar liefst drie inleidingen van drie generaties Congolese schrijvers: Lomami Tshibamba in 1949, Mukala Kadima-Nzuji in 1981 en in 2022 Sibo Rugwiza Kanobana, onderzoeker sociolinguïstiek en postkoloniale studies aan de Universiteit Gent. Volgens die laatste was er in de jaren 1940 blijkbaar behoefte aan context en duiding van deze Afrikaanse verhalen. 'Misschien vroeg de witte koloniale uitgever dat.' Wat hem betreft hoef je ze niet te lezen, schrijft hij, waarna hij overgaat op een mooie introductie van auteur en werk.
Hoewel de verhalen misschien ook zonder duidende context gelezen kunnen worden, is het juist sterk dat alle drie de voorwoorden zijn opgenomen; die zeggen wat over de veranderende tijdgeest, met name de (de)kolonisatie, en de achtergrond van deze verhalen.
Lomami Tshibamba koos er expliciet voor on-Europese verhalen te schrijven. Daarom leest Rugwiza Kanobana Ngando als een 'bezwaarschrift': '[hij] schreef een protest door een ander verhaal te vertellen op een andere manier, door een nieuwe versie voor te stellen.'
Alles is bezield
Ngando bestaat uit drie mythische verhalen, ingebed in de orale verteltraditie van de Bantoes in Centraal-Afrika. De verhalen putten uit andere (dan westerse) denkbeelden, een animistisch wereldbeeld (alles is bezield), een andere beleving van tijd en ruimte en andere vertelvormen. De witte overheersers komen wel voor in de verhalen, maar het vertelperspectief ligt nadrukkelijk niet bij hen. Regelmatig zijn er botsingen tussen de Congolese bevolking en de Europese machthebbers.
Ngando, het titelverhaal, speelt zich bijvoorbeeld af tegen de achtergrond van de onderdrukking door de kolonisator. Door de straten van de havenstad lopen soldaten die werkloze mannen oppakken. Het jongetje Musolinga is gek op zwemmen. Zijn moeder waarschuwt hem, want in het water leeft de ngando. Van de verteller weten we dat dat 'de krokodil [is], dat kwaadaardige beest dat zich graag laat gebruiken in de strijd van de ene mens tegen de andere, dat zich voor iedereen die van zijn moordzuchtige diensten gebruik wenst te maken beschikbaar stelt als onderwatervehikel...'.
Terwijl moeder Koso wordt geplaagd door voortekens (ze stoot haar teen) en nare voorgevoelens, besluit Musolinga te spijbelen om met zijn vriendjes te gaan zwemmen in de haven. Onderweg stelen ze mango's van ndoki (boze tovenaar) Mama Ngulube, die altijd een hekel had aan Koso, omdat ze zo knap is. Nu heeft ze een reden gevonden voor wraak. Ze geeft haar ngando de opdracht Musolinga te ontvoeren.
Wat volgt is een complex amalgaam aan gebeurtenissen, waarin we Musolinga op een lange doortocht volgen, geklemd in de bek van de ngando, met een tussenstop in een onderwaterdorp waar hij gruwelijke slachtpartijen aanschouwt van mensen die door kwade geesten zijn gegrepen. We lezen over de rouw van zijn moeder en zijn vader, die met bescherming van de dorpsmagiër samen met wat mannen op reddingsexpeditie gaat. Wat blijkt: deze magiër wilde graag met Koso trouwen, maar ze heeft hem afgewezen. Koso vreest het ergste. Vader weet Musolinga echter te bevrijden. Het lijkt allemaal goed af te lopen...
Hoewel de gebeurtenissen in dit verhaal onvoorspelbaar zijn (achteraf komen de verborgen motieven van kwade geesten als een duiveltje-uit-een-doosje), blijft geen enkele actie zonder gevolg. Wat is de moraal van dit wrede verhaal? Je moet nooit met kwade geesten spotten. Tegelijkertijd is het niet moeilijk om de toorn van die kwade geesten over je af te roepen. De schoonheid van Koso is een reden, net zoals haar afwijzing van de magiër.
Kwade krachten
Alles staat in het teken van een strijd tussen goed en kwaad, maar wat 'goed' en wat 'kwaad' is, is afhankelijk van het perspectief en niet altijd even goed navolgbaar.
In zijn voorwoord legt Lomami Tshibamba uit: 'de nganga nkisi (magiër) zegt dat de materiële en morele pleger van een feit niet verantwoordelijk is voor de reden dat dat feit zich voordoet. De enige echte verantwoordelijke is een derde.' Hij geeft een prachtig voorbeeld: als je in een boom klimt en door je eigen onhandigheid ten val komt, ligt de oorzaak toch buiten jezelf: er waren kwade krachten in het spel. De magiër ontmaskert de dader.
Hoewel sommige verhaalelementen vanuit een wit en westers perspectief onbekend zijn, bevatten de verhalen universele menselijke thema's en emoties, zoals verdriet, rouw, loyaliteit, vriendschap en ziekte. Vanuit een eigentijds perspectief is er ook sprake van vreemdelingenhaat en seksisme. In De legende van Londema geeft een dorpshoofd de opdracht de vriendelijke visser Kintele te doden omdat hij afkomstig is van een vijandige stam én omdat hij te goed handel drijft (en daarmee) te machtig wordt, waarmee een andere visie op materiële rijkdom wordt getoond.
De rijke verhalen in Ngando spelen zowel in op herkenning als verwondering. Alleen al de rijkdom aan verbeeldingskracht, betekenissen en wonderlijke plotwendingen, maakt het een feest Ngando te lezen.
Klassieke verhalen uit Congo, eindelijk vertaald.
Wim Bossema
il/pr/15 a
Een krokodil in de rivier de Congo is niet alleen een gevaarlijk dier, maar ook een geliefd instrument van allerlei geesten. Als de jongen Musolinga wordt gegrepen door zo'n ngando, begint een fantastische vertelling. Kunnen zijn vader en diens vrienden hem nog redden? Daarvoor betreden zij een wereld waar geesten, tovenaars en bovennatuurlijke verschijnselen de boventoon voeren. Het is een klassiek verhaal van de schrijver Paul Lomami Tshibamba, voor het eerst gepubliceerd in 1948. En nu eindelijk in het Nederlands verschenen, in een pakkende vertaling van Manik Sarkar.
Lomami Tshibamba mengt in Ngando en andere verhalen traditionele legenden en het geloof in een geestenwereld met de situatie van zijn tijd, het Belgische kolonialisme. Hij maakt de spiritualiteit vanzelfsprekend voor de lezer; vreemd dat de witten in zijn verhalen er niets van begrijpen. Het onbegrip over en weer laat hij virtuoos zien in 'Geneeskunde bedrijven'. Een verhaal apart zijn de drie inleidingen: van de auteur zelf in 1948 (hij bereidt de westerse lezer een beetje voor), bij de heruitgave in 1981 van een andere Congolese schrijver en nu van hun jonge collega Sibo Rugwiza Kanobana. Die vindt voorwoorden badinerend en raadt aan ze over te slaan. Dat zou zonde zijn, maar het is inderdaad beter eerst de verhalen te lezen.
Uit het Frans vertaald door Manik Sarkar.
De Geus; 240 pagina's; € 20.
Paul Lomami-Tshibamba
(cb)
il/pr/11 a
In 'Ngando', de novelle waarmee de Congolese auteur Paul Lomami-Tshibamba (1914-1985) in 1948 de eerste literaire prijs won in de toenmalige Belgische kolonie, blijft een jongen thuis van school. Een krokodil of ngando vangt hem en voert hem af naar een afgelegen eiland in de Stanley Pool. Zijn vader weet de jongen wel te redden uit de handen van boze geesten, maar toch loopt het slecht af.
De tekst van 'Ngando' is doorspekt met plaatselijke woorden, gebruiken, legendes en bovennatuurlijke elementen, maar blijft op elk moment vlot leesbaar. De auteur doet je begrijpen hoe de Congolezen zich proberen te beschermen tegen het kwade met geloof in geesten en magie, maar ook met onderlinge solidariteit en verzet tegen onderdrukking.
Maar liefst drie voorwoorden leiden de nieuwe uitgave in. Ze leggen uit hoe 'Ngando' en de twee andere verhalen die in dit boek zijn opgenomen, nu anders gelezen kunnen worden dan in de koloniale tijd, toen ze afweken van wat we in Europa gewend waren. Wie ze nu leest, vindt Lomami-Tshibamba's vertellingen levendig, beeldrijk en meerlagig. Ze stellen op pregnante wijze scherp op het kwade en het ongeluk in de wereld, zoals dat veroorzaakt wordt door magiërs, het koloniale regime of de prekoloniale machtsstrijd tussen verschillende volkeren.
Bookarang
Een literaire verhalenbundel over de politieke onrust in het Kinshasa van de jaren veertig in de twintigste eeuw. Het titelverhaal verhaalt over Musolinga, een twaalfjarige Congolese jongen die besluit te spijbelen van school en vervolgens langs de oever van de Congo-rivier wordt opgeslokt door een krokodil. Alleen een nganga-nkisi, een welwillende toverdokter, kan hem redden. De verhalen zijn in beeldende stijl geschreven. Met name geschikt voor een literaire lezersgroep. Met een voorwoord van Sibo Rugwiza Kanobana. Paul Lomami Tshibamba (1914-1985) was een Belgisch-Congolese journalist en schrijver. Hij wordt beschouwd als een van Congo’s belangrijkste klassieke schrijvers.
Suggesties
Krijg een e-mail wanneer dit item beschikbaar is
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.