Marie Antoinette : portret van een middelmatige vrouw
Stefan Zweig
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Uitgeverij IJzer, © 2024 |
VERDIEPING 3 : NIEUW DUIZENDZINNEN : Italiaans 851.6 ZWEIG |
Geertjan De Vugt
ua/an/06 j
Als Stefan Zweig aan zijn portret van Casanova begint, velt hij onmiddellijk een oordeel: deze man schreef geen literatuur. 'Aan de paar gedichten die hij ter ere van een willekeurige dame haastig tussen bed en speeltafel voor de vuist weg in elkaar flanste', schrijft hij in de derde zin van het boek, 'kleeft de muffe geur van muskus en academische lijm.' Casanova was in de ogen van Zweig geen kunstenaar, maar een spelende mens. Hij had 'geen notie van de doorwaakte nachten, van dagen gedwongen doorgebracht met triviaal en slaafs fijnslijpen van woorden totdat een zin eindelijk als een regenboog door de lens van de taal heenbreekt'.
Vrijwel direct steekt Zweig, de Oostenrijkse auteur die we vooral kennen van zijn geweldige verhalen, Sternstunden der Menschheit en De wereld van gisteren, zijn onderwerp stilistisch gezien naar de kroon. Er zijn er sowieso maar weinig die met Zweig kunnen wedijveren. Hij behoort tot de grote stilisten van de 20ste eeuw. Elke nieuwe vertaling van zijn werk is dan ook iets om je op te verheugen. Zo ook de vertaling van Casanova, het boek dat Zweig schreef over de Venetiaanse avonturier uit de 18de eeuw; nu vooral nog bekend als rokkenjager die zijn strapatsen in zijn memoires met de titel Het verhaal van mijn leven heeft opgetekend.
Stefan Zweig is de meester van het literaire psychogram. Meerdere decennia werkte hij aan portretten van bekende personen, van schrijvers en filosofen tot aan machthebbers. Feilloos dringt hij door tot in de zielskern van zijn onderwerpen om te laten zien hoe die doorstraalt in hun werk. Maar in al de portretten die Stefan Zweig geschreven heeft, schuilt ook iets van hemzelf, van zijn eigen verlangens en dromen.
Je zou ze als een legpuzzel kunnen rangschikken om tot een portret van hemzelf te komen. In zijn boeken over Erasmus en Montaigne vond hij zijn humanistische kant. In die over Dostojevski en Nietzsche het geestelijk ontvlambare (en de noodzaak tot opbranden). In die over Freud de pijler van de geestelijke gezondheid. Die waren al in het Nederlands vertaald.
En daar wordt nu die over Casanova aan toegevoegd. Het toont de interesse van Zweig voor de kant van de levenslustige misleider. 'Zelden schrijft een dichter of schrijver zijn levensverhaal', noteert Zweig, 'en aan de andere kant hebben mensen die echt iets over hun leven te vertellen hebben de capaciteit niet dat verhaal op papier te zetten.' Dit zijn de woorden van de man die niet veel later een van de mooiste herinneringsdocumenten van de 20ste eeuw zou schrijven: De wereld van gisteren, een fenomenaal boek, waarin de auteur veel vertelt, maar zeker ook de nodige kanten van zijn leven verborgen heeft gelaten.
Stefan Zweig toont wat hij wil, wanneer hij het wil. In die zin is het niet gek dat bekenden hem van exhibitionisme hebben beticht. Hij zou er zelfs voor in analyse zijn gegaan bij Sigmund Freud. Benno Geiger, een Weense auteur en vriend van Zweig, beweerde in zijn weinig gelezen memoires dat Zweig zich in de omgeving van het apenhuis in het Schönbrunnpark geregeld tegenover jonge meisjes zou hebben ontbloot.
Of dat werkelijk is gebeurd, valt te betwijfelen. En dat hij op Freuds canapé zou hebben gelegen, valt ook niet te bewijzen. Zweigs biograaf Oliver Matuschek doet het af als lariekoek. Maar Ulrich Weinzierl, een andere Zweig-kenner, meent dat de schrijver-exhibitionist zich schaamde voor zijn gedrag en dat diezelfde schaamte ertoe heeft geleid dat hij in De wereld van gisteren zelden het achterste van zijn tong laat zien.
Als het waar is, is het nauwelijks voor te stellen dat Zweig tijdens zijn werk aan Casanova niet ook zo nu en dan aan zijn eigen vrijpostigheid heeft moeten denken. Hij moet jaloers zijn geweest op het ontbreken van 'een moreel organisme' bij Casanova. In hem zag hij een ethisch ongeremd, uiterst getalenteerd man, voor wie alles binnen handbereik lag, maar die weigerde om ook maar een van zijn capaciteiten verder te ontplooien, omdat hij eigenlijk maar één ding verlangde: vrijheid.
Casanova is een voorbeeld van de spelende mens, aldus Zweig, voortdurend op zoek naar situaties om de spanning van het leven tot het uiterste op te voeren. Het spel, noteert hij toch bijna een decennium voor Johan Huizinga's Homo Ludens, 'is een geniale, kortdurende imitatie van de spanning in het leven zelf: daarom is het een schuilplaats voor alle mensen van het ogenblik, een vorm van eeuwig vermaak voor de nuttelozen'. Het is begrensd en binnen die begrenzing kunnen de emoties tekeergaan, kan de spanning zich maximaal ophopen. 'Het spel wordt de onvervangbare bezigheid van hen die innerlijk niets om handen hebben.' Zo ook voor Casanova, die tegelijkertijd homo ludens en homo eroticus was.
Stefan Zweigs portretten van schrijvers, denkers en machthebbers kunnen ook gelezen worden als levensmodellen. Of je van het type bent dat ontbrandt als een steekvlam, of van het terugtrekken in een torenkamer of van het zorgeloos hartstochtelijke, in de literaire portretten van Stefan Zweig kom je altijd wel aan je trekken. Je vindt er voorbeelden van hoe je je leven ook zou kunnen leiden. Maar bovenal legt ieder portret een stukje bloot van wie Stefan Zweig werkelijk was: homo ludens, homo eroticus én homo scribens.
Uit het Duits vertaald door Bart van Kreel. IJzer, februari.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.