Bikini

Kim McDaniels wordt in de pers het mirakelse meisje genoemd nadat ze op haar veertiende aan de dood ontsnapt, waarna ze de kans van een miljoen grijpt om fotomodel te worden van Sporting Life, terwijl ze ook nog een succesvol studente geneeskunde is aan de universiteit van Columbia. Tijdens een verblijf op het paradijselijke Hawaï blijkt ze echter de haar toebedeelde mirakels opgebruikt te hebben, want Kim wordt er ontvoerd en beestachtig vermoord. Samen met haar ouders gaat journalist Ben Hawkins op zoek naar de dader, een bijna onmogelijke opdracht, want deze seriemoordenaar is een sluwe en ervaren meesteroplichter en vermommingskunstenaar die nauwgezet te werk gaat en geen sporen achterlaat. Plots neemt de dader, die zich Henri Benoit noemt, echter contact op met Hawkins voor een tell-all, een boek dat alles vertelt. Ongetwijfeld een ongekende bestseller, want iedereen wil immers weten wat er in het hoofd van een moordenaar omgaat die spreekt over actuele en onopgeloste misdaden. Waarom wil Benoit echter dat dit boek er komt? Waarom een bekentenis afleggen die tot gevangenneming en veroordeling kan leiden? Voor het geld? Erkenning? Uit narcisme? Onder druk sluit Hawkins een pact met het duivels genie, die een letterlijk te nemen deadline vooropstelt: schrijf of sterf.

In de proloog is ik-verteller Ben Hawkins aan het woord, een mislukt boekenschrijver die vroeger rechercheur was bij de politie van Portland. Naar het voorbeeld van zijn idool, thrillerauteur Michael Connelly, treedt Hawkins als misdaadverslaggever in dienst bij de Los Angeles Times, de juiste plaats om een idee voor een boek op te doen. Hij zal het verhaal van seriemoordenaar Henri Benoit vertellen aan de hand van wat de seriemoordenaar hem zelf meedeelde en wat door de feiten werd gestaafd. Ook in het nawoord, dat uitloopt in een open einde, komt de ik-verteller nog even aan het woord. Het verhaal is origineel, zit goed in mekaar en bezit voldoende plotwendingen om de spanning aan te houden. De jacht op de moordenaar voert de lezer, op papier dan toch, naar de mooiste toeristische oorden: via de stranden van Hawaï, de Parijse restaurants en de Amsterdamse grachten naar de Zwitserse Alpen, waar een snel afgehaspelde ontknoping bijna als een anti-climax volgt.

Net als in Zevende hemel is ook nu niet duidelijk wat de inbreng van co-auteur Maxine Paetro is in het geheel. Pattersons stijl heeft ze in ieder geval niet verbeterd, want die blijft even clichématig. Ook in dit boek wordt naar bekende zaken verwezen, zoals die van veroordeelde seriemoordenaars en de ontvoering van Maddie McCann. Kortom, qua verhaallijn is Bikini een van de betere thrillers die de lezer een paar uurtjes aangenaam vertier bezorgt, maar met iets te veel routineuze ingrediënten van de Pattersonfabriek. [Myriam Bellens]