Bladerval in een warme slachtmaand
Pjeroo Roobjee
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Van Halewyck, 2000 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : ROOB |
31/12/2000
In De thuisreis van de wijnverlater beschrijft Roobjee de tocht van Calixte Macquaire, die zijn vrouw en schamele woning verlaat om zijn moeder, kasteelvrouw Valentine Taljoen de Wadripont, te gaan opzoeken. Een verhaal met mogelijkheden dus, en wie de schrijver kent, weet dat hij zijn personages aftast tot op de bodem van hun ziel. En precies dat is het probleem. De registratie van wat in het hoofd van de personages omgaat, is zo wijdlopig en gedetailleerd dat de boeiende werking van het verhaal gehinderd wordt. De stroom bewustzijnsindrukken verspreidt zich te traag over een te grote oppervlakte, zodat hij snel opdroogt en geen spoor achterlaat.
De stijl van Roobjee getuigt wel van een groot plastisch vermogen, maar wemelt van woordstandjes, nutteloze details en opgeblazen beelden, zodat het geheel overkomt als een brok opgefokte sentimentaliteit. Roobjee manifesteert zich duidelijk als een woordkunstenaar die gevangen zit in de magie van het woord en zowel verhaal als personages offert op het altaar van zijn stijlvondsten. Hij volvoert zijn woordrituelen met zo'n theatraliteit dat het soms lijkt alsof hij zichzelf parodieert. Wellicht daarom kan de intentie van deze schrijver beter vorm krijgen op een scène dan in een boek. [Daan Pleumeekers]
Jos Radstake
In deze roman van de veelvoudige kunstenaar Pjeroo Roobjee (1945) verlaat de deerlijk verpauperde burggraaf en zevende Heer van Heirne en Ommelanden, Calou, oftewel Calixte Macquaire, op de kortste dag van 1999 zijn vrouw Poetie om een bedeltocht te maken naar 'de ongenaakbare kwade harpij' die zijn moeder is. Hij onderneemt de tocht naar het voorvaderlijke kasteel in de hoop dat het naderende kerstfeest deze vrouw barmhartig zal stemmen. Uiteindelijk zal hij, door tussenkomst van dwergvrouw en poedermeisje Dwan, met aanmerkelijk minder lege handen het verhaal kunnen verlaten, maar dat gebeurt op een andere manier dan de lezer (en ook de hoofdpersoon zelf) voor mogelijk had gehouden. Het is een schilder- en sprookjesachtige vertelling die Roobjee de lezer voorhoudt, vol digressies, gesteld in een exorbitant en archaïstisch Vlaams, een waar taalvuurwerk. Licht vertwijfeld vraagt de lezer van deze volumineuze roman zich soms af waar het (inhoudelijk) allemaal heen voert, maar dat betekent nog niet dat de taalkunstenarij geen bewondering afdwingt. Vooral voor taalgevoelige lezers die het minder te doen is om een meeslepend verhaal dan om taalkunst. Zeer kleine druk; volle bladspiegel.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.