Filosofen van deze tijd
Maarten Doorman
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Bakker, 2000 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : DOOR |
31/12/2001
Filosoof, essayist en dichter Maarten Doorman (geb. 1957) stelt in zijn laatste gedicht het volgende: "is poëzie geloof / ik / horen hoe het zit / om te zien dat het / er stond". Of hoe poëzie (altijd) ook luidop gelezen moet worden. En Kloppend heden is zo'n bundel die mag worden verkondigd. Toehoorders zullen zich erin herkennen. Of ze worden op het verkeerde been gezet. Want de gedichten zijn bijna allemaal illustraties van de ambiguïteit van de Nederlandse taal. Daar gaat de dichter vindingrijk mee om. Kloppend heden opent met de vraag: "Wie gaat eruit". Alsof de dichter wat op te ruimen heeft, alsof hij het verleden vervangt door een bruisend heden dat bonkt als de levensspier. In vele gedichten komen gebeurtenissen, anekdotes, personen (waaronder BV's als Ensor en Claus) uit het heden in het verleden terecht. Drie foto's worden telkens met een gedicht bedacht. Zijn deze afbeeldingen ook geen voorstellingen uit het verleden die hier en nu in onze handen liggen? Verleden en heden vinden elkaar. Dubbelzinnigheid heerst in de gedichten. Zo is de ready-made 'Briefje voor de werkster' tegelijkertijd een briefje aan de geliefde. Een retorische vraag als "heb ik alles nu op orde" betekent dan zowel de orde in het huis als de orde in het hoofd, in de relatie. Elders wordt de kunst van het dichten vergeleken met het pannenkoeken bakken. Naast het gedicht staat een foto van een zwevende pannenkoek afgedrukt: "waar het beeld blijft hangen, krijgt het zijn beslag". Of hoe een foto, een gedicht en een pannenkoek onderling verwisselbaar worden. De linguïstische ambiguïteit wordt nog ingewikkelder als een dubbelzinnig woord in tweemaal dezelfde zin wordt herhaald. Zo wordt bv. het woordje 'op' in een 10-regelig gedicht in zes of zeven verschillende betekenissen gebruikt. Grappige woordspelletjes zorgen voor de humoristische noot in deze bundel. "Van wasverzachter tot zalverharder" klinkt het in een gedicht waar de wereld op één grote reclamespot lijkt. De grapjes worden geflankeerd door de eerder filosoferende openings- en slotgedichten van de bundel. Het zijn teksten waarvan de slotregel vaak ontluisterend is. Zodat noodzakelijkerwijs de stilte volgt die na alle poëzie komt: denk er maar eens over na. Dat is precies wat Doorman doet. Hij sleurt je zijn poëzie binnen en toont daar de onbetrouwbaarheid van de taal, maar ook de macht ervan.
Doorman heeft een reeks erg variërende gedichten geschreven. Je leest ingetogen, erotische, anekdotische, portretterende, nu eens verrassende dan weer dwaze, kinderlijke, flauwe teksten. En dit alles wordt de lezer zonder pretentie aangeboden. [Sven Peeters]
Drs. Erik Kreytz
Met de titel verwijst de dichter (1957) naar het actuele en levendige of levendmakende van zijn poëzie. In deze bundel met afwisselende gedichten zijn landschappelijke en menselijke elementen tot elkaar gebracht, vooral in de prachtige erotische verzen waar het levenscheppende zich afspeelt in het gras. De poëzie is hier vrij en gedurfd. In andere, meer portretmatige teksten bij beeldende kunst of op schilders en dichters gaat de auteur beschrijvender te werk, wel spelend met de woorden, en met gebruik van computertaal of uitdrukkingen ontleend aan nieuwe media. De veelzijdigheid blijkt ook uit de versvormen, van een mantra tot een rapvers en een pastiche op Van Ostaijen. Het is daarmee een poëtisch rijke bundel, eenvoudig en direct verstaanbaar, met spanning tussen woorden die beelden oproepen en zo ruimte wekken.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.