Toen mijn zoon onlangs een occasie Opel kocht, dacht ik met heimwee terug aan mijn eerste vraagbaak van P.H. Olving. Ik had immers, nu een eeuwigheid geleden, een derdehands kever op de kop getikt en herstelde gelijk welk mankement met behulp van dit boekje. Sinds die tijd heb ik ook het gevoel dat de heer Olving dag en nacht vraagbaken in mekaar knutselt om mensen zoals ik met raad en daad bij te staan bij het afstellen van de voorontsteking, de elektroden-afstand van de 'bougies' of de contacthoek van de 'platinnekes'. Bovendien zijn de boekjes in al die jaren niet veranderd qua structuur of uitzicht.
De korte inleiding beschrijft de behandelde modellen van het merk (cilinderinhoud, invoerder, type, behandelde bouwjaren, uitvoeringen...). In de daarop volgende hoofdstukken volgt een technische beschrijving van de meeste onderdelen zoals koeling, brandstofsysteem, ontsteking, motoren (benzine en/of diesel), koppeling, versnellingsbak, ophanging, stuurinrichting, remmen, elektrische installatie en koetswerk. Het boek is overladen met de typische, opengewerkte technische tekeningen van de meeste onderdelen. Die tekeningen ondersteunen de functionele beschrijvingen en de instructies voor demontage en montage. Deze instructies volgen een steeds weerkerend patroon: werkvoorbereiding, eigenlijke demontage, controle van de maten en spelingen, verwijzingen naar tekeningen, aandachtspunten, goede raad, montage, vermelding van de aandraaimomenten van moeren en bouten.
De 'vraagbaak' bevat ook interessante randinformatie, zoals de foutcodes van het diagnosesysteem. Hierdoor krijgt de lezer een beter inzicht in de huidige 'black box technologie' van de moderne wagen en het maakt hem mondiger in discussies met zijn garagist. Zelf die codes opvragen of de computer gestuurde ontsteking bijstellen, behoort immers steeds meer tot het privédomein van de merkgarages. Daarom heeft de vraagbaak er naar mijn gevoel een opdracht bij gekregen. Vroeger diende hij meer om de doe-het-zelver technisch te ondersteunen, vandaag zorgt hij ook voor een soort van bescherming van de verbruiker tegen het onbegrijpelijke vakjargon van al te voortvarende beroepsmensen. Dergelijke boekjes blijven dus nuttig. Of ze nu gaan over de Mazda 323, de Suzuki Baleno, de Daewoo Matiz, de Daewoo Lanos of enig ander populair type auto heeft in principe minder belang. Het is door hun nuchtere aanpak dat ze de autobezitter de kans geven om een herstelling juister in te schatten, om met meer kennis van zaken te discussiëren over een defect en om beter te begrijpen hoe een bepaald onderdeel in mekaar zit. [Marc Heylen]