De kleine Johannes
Frederik Van Eeden
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Athenaeum-Polak en Van Gennep, 2003 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : EEDE |
31/12/2005
Prachtig uitgevoerde, van illustraties en leeslint voorziene uitgaven". Met die lofkreet die Ingrid Hoogervorst in 'De Telegraaf' neerschreef, maakt de 'Deltareeks' promotie voor zichzelf. In die reeks worden nieuwe edities van klassieke werken uit de Nederlandse literatuur opnieuw uitgegeven. Een van die werken is Van de koele meren des doods van Frederik Van Eeden, dat inderdaad heel keurig en stijlvol is uitgegeven. Maar is de editie, en bij uitbreiding de hele 'Delta'-reeks, daarnaast ook wel zo betrouwbaar als ze in haar verantwoording belooft?
In de tragische roman Van de koele meren des doods (1900) vertelt Frederik Van Eeden hoe de psychisch wankele Hedwig Marga de Fontayne haar leven lang op zoek is naar gemoedsrust en aanvaarding van haar leven. Die queeste gaat bepaald niet over rozen, maar uiteindelijk zal het pad van Hedwig -- dat leidt langs verdoemde romances, mislukte zelfmoordpogingen, een morfineverslaving en een donkere tijd als prostituee in Parijs -- haar toch tot een zekere catharsis leiden. Eind goed al goed, al houd je aan de lectuur van deze naturalistische karakterstudie bepaald geen vrolijk humeur over.
Dat laatste neemt niet weg dat Van de koele meren des doods een onbetwistbaar meesterwerk uit de Nederlandse literatuur is. Het is een ontroerend en indringend portret van een intrigerend personage, dat uitblinkt door de lyrische, prachtig kabbelende stijl waarin het door Van Eeden is geschreven. Terecht wijst de auteur, die ook psychiater was, er in zijn voorwoord overigens op dat zijn roman veel meer is dan "de zielkundige studie van een min of meer pathologisch geval". Van Eeden wou zijn lezers laten proeven van de door hemzelf ondergane 'schoonheids-emotie', en slaagt daar met dit boek voortreffelijk in.
Een herdruk van zo'n roman valt dus alleen maar toe te juichen, zeker in een reeks die belooft dat de 'betrouwbaarheid van de tekst en de informatieve waarde van de toelichtingen' aan hoge wetenschappelijke normen voldoen, 'zodat de edities ook voor studiedoeleinden bruikbaar zijn'. Toch knelt net daar het schoentje.
Deze leeseditie wordt bezorgd door Jan Fontijn, die ook de voortreffelijke tweedelige biografie over Van Eeden heeft geschreven. Als biograaf van de auteur was Fontijn natuurlijk de geknipte man om het nawoord bij dit boek te schrijven, een taak waarvan hij zich ook voorbeeldig heeft gekweten. Het editeren van (oude) literaire werken is echter een vak apart, een specifieke wetenschapsdiscipline zelfs, waarin Fontijn soms een beetje tekortschiet.
Het meest in het oog springende euvel is de lijst met aantekeningen, zeg maar de woordverklaringen. Een editeur hoort daarvoor een transparant en te verantwoorden systeem te hanteren; hij kan er bv. voor kiezen om alle woorden uit de roman die (in de daar gebruikte betekenis) niet in een hedendaags woordenboek zijn opgenomen, te verklaren. Fontijn heeft echter een nogal arbitraire en soms vreemde selectie gemaakt, waardoor sommige woorden waarover geen enkele lezer zal struikelen toch in de lijst zijn opgenomen, terwijl andere woorden of uitdrukkingen die een stuk onduidelijker zijn niet worden verklaard. Zo worden 'jaardag' (voor 'verjaardag'), 'dikmaals' (voor 'dikwijls'), medecijn (voor 'medicijn') en 'indedaad' (voor 'inderdaad') verklaard, terwijl je wel zelf op zoek moet naar de betekenis van bv. 'verruimd' (bevrijd van verdriet), 'voorslaan' (voorstellen) en 'opgeschuifeld' (bij stof: omhoog gedwarreld door het dansen). En weet u zo meteen wie Belshazzar precies was? Of wat de uitdrukking 'houdt er wat (a)an?' betekent?
De warrige selectie van woordverklaringen werkt soms storend, maar raakt uiteindelijk niet aan de tekst zelf. Vervelender is dat de constitutie van die tekst ook nogal schimmig is. Fontijn heeft gekozen voor de tweede druk van de roman, omdat dat de laatste door Van Eeden geautoriseerde versie was. Die keuze is perfect te verantwoorden, maar heeft geen zin als er vervolgens allerlei ingrepen in die versie worden gemaakt, die niet meer te traceren vallen. Evidente drukfouten werden stilzwijgend hersteld. Bij dubbelvormen in de oorspronkelijke tekst ('gëarmd' naast 'gearmd', 'vizioen' naast 'visioen') kiest Fontijn voor één spelling, met name diegene 'die voor de lezer van nu het meest vertrouwd is'. Dat geldt ook voor de door Van Eeden door elkaar gebruikte genitiefvormen ('Hedwigs' naast 'Hedwig's'). Door die ingrepen niet op te sommen kun je als lezer onmogelijk nog weten hoe Van Eeden zelf schreef, en hoe die laatste door hem geautoriseerde druk er dus uitzag.
Een wetenschappelijke editie, zelfs een leeseditie die dus niet alle varianten uit de verschillende drukken presenteert, zou ervoor moeten zorgen dat het verlies van eerdere drukken geen ramp meer is voor de literatuurstudie. Als die oude drukken dan niet meer te vinden zijn, kun je uit je nieuwe editie alles toch nog afleiden. Maar als de editeur allerlei zaken stilzwijgend 'corrigeert' zonder daarvan getuigenis af te leggen in de verantwoording, moet de literaire onderzoeker natuurlijk toch weer op zoek naar die oude drukken. En dan kun je je afvragen welk nut deze editie heeft gehad.
Waarom niet gewoon achteraan in het boek een lijst opnemen waarin alle ingrepen worden opgesomd? Een editie met de allure als deze moet een soort tijdloosheid nastreven. Fontijns keuze voor een gegeneraliseerde genitiefvorm lijkt nu misschien logisch, maar als morgen de spellingregels wat dat betreft veranderen, is heel deze editie in één klap volstrekt verouderd.
Fontijn treft echter maar een deel van de blaam, in die zin dat de 'Delta'-reeks een veel te grote willekeur aan de dag legt inzake de editiewetenschappelijke kant van de zaak. Dat blijkt onder meer al uit de summiere verantwoording van de reeks, die achteraan in alle delen is opgenomen. In enkele zinnen ondergraaft de anonieme auteur van die tekst bv. zelf meteen de bewering dat de 'Delta'-reeks een specifiek beleid zou voeren wat betreft het al dan niet bewaren van de oorspronkelijke spelling: "De teksten worden doorgaans in de oorspronkelijke spelling aangeboden. Wel wordt zo nodig het gebruik van i/j en u/v genormaliseerd volgens het huidige onderscheid van klinker en medeklinker; soms wordt de hele tekst herspeld naar de huidige normen."
Een dergelijke arbitrariteit kan eigenlijk niet in een ambitieuze reeks die verschijnt onder auspiciën van de Stichting Nederlandse Literaire Klassieken en die bewaakt wordt door het Nederlands Literair Productie- en Vertalingenfonds. De 'Delta'-reeks wordt uitgegeven "in een uniek samenwerkingsverband bij verschillende Nederlandse uitgevershuizen", die daarvoor worden gesubsidieerd. Het is toch best merkwaardig dat zo'n nationaal gesponsorde onderneming door de subsidiërende overheid niet de richtlijn krijgt om haar edities te laten keuren (of produceren) door het Huygens Instituut, dat op een jarenlange ervaring en expertise in editeren kan bogen. De willekeur in het beleid van de 'Delta'-reeks zorgt ervoor dat sommige delen op editiewetenschappelijk vlak uitmuntend zijn (cf. Het Antwerps Liedboek), terwijl andere wat dat betreft helaas heel wat gebreken vertonen.
De nieuwe editie van Van de koele meren des doods put zijn waarde vooral uit de grote literaire kracht van de roman zelf, en niet zozeer uit de manier waarop de tekst is bezorgd. Dat is best jammer, want zoals Joob zegt in het boek: "Maar 't komt op de binding an. Die moet goed zijn. En wil die goed zijn, dan moet de gloeying goed zijn, goed, heftig en gelijktijdig. Dat gebeurt niet vaak." [Bert Van Raemdonck]
Redactie
Hoofdpersoon is Hedwig Marga de Fontayne. Ze stamt uit de welgestelde bourgeoisie, raakt op jonge leeftijd bevriend met Johan, een schilder, maar trouwt met Gerard, een notariszoon, die voor haar echter geen volwaardig echtgenoot is. Vandaar dat ze hem verlaat voor Ritsaart, een pianist. Ze komt terecht in Londen, raakt in verwachting van Ritsaart, maar haar kind sterft spoedig. Daarna reist ze alleen naar Parijs, waar ze op het slechte pad raakt. Uiteindelijk keert ze in Holland terug, waar ze sterft. Meer dan op het verhaal ligt in deze roman de nadruk op de ideeën die door de personages worden gedragen, en op de ethische en sociale inslag. De beschrijving van de psychoses van de heldin is zeer boeiend. Deze editie bevat evenals de Wereldbibliotheekuitgave het voorwoord tot de 2e druk; de spelling is daarentegen gemoderniseerd. Goede editie, al biedt die in de reeks 'Salamander Klassiek' ook nog een interessant nawoord van Jan Fontijn*. Paperback; vrij kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.