België : een parcours van herinnering
Jo Tollebeek
Jo Tollebeek (Redacteur), Geert Vanpaemel (Redacteur), Kaat Wils (Redacteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Universitaire Pers, 2003 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 600.1 TOLL |
31/12/2004
In 1859 publiceerde Darwin zijn evolutietheorie, waarin wordt gesteld dat enkel de best aangepasten overleven. Dit houdt ook in dat er verliezers zijn in de strijd om het bestaan, de individuen die minder goed zijn aangepast aan de omstandigheden, en die dan ook gedoemd zijn om te verdwijnen. Deze gedegenereerden vormden een bron van ongemak in het 19e-eeuwse België: men moest immers in deze nieuwe en jonge natie zorgen voor een optimale bevolking, waarin minder aangepaste individuen, indien niet uitgeschakeld of geïsoleerd, dan toch genezen moesten worden. Degeneratieve kenmerken werden immers vanuit bepaalde hoeken Lamarckiaans beschreven: indien de oudere generatie kon worden bekeerd, zouden kinderen enkel de hernieuwde eigenschappen overerven. Dit boek belicht deze problematiek vanuit verschillende optieken. Het degeneratiebegrip werd immers hoe langer hoe losser gebruikt, en stond uiteindelijk symbool voor alle maatschappelijke kwaad, zoals alcoholisme of geslachtsziekten. Vijf verschillende auteurs schreven een tiental hoofdstukken, ieder vanuit zijn of haar specialisme. Allereerst wordt het medisch-antropologisch aspect van het degeneratiebegrip besproken. Liesbet Nijs schrijft over de drie plagen: alcoholisme, tuberculose en syfilis. Deze drie ziekten werden gezien als uiting van degeneratie en bedreiging voor het volk. In het derde hoofdstuk gaat dezelfde auteur nogmaals in op alcholisme en geslachtsziekten, maar dan specifiek in het Belgische leger. Tussenin schetst Leen Beyers hoe de Belgische antropoloog Emile Houze de typologie van het Vlaamse en het Waalse ras bestudeerde, en hoe degeneratie inzicht verschaft in de verhouding tussen medisch denken, natuurwetenschap en fysische antropologie.
In het tweede gedeelte staan wetenschap en kunst centraal. Raf de Bont legt verbanden tussen waanzin, genialiteit en het degeneratiebegrip. Liesbet Nijs beschrijft hoe de rage van het drinken van absint in Belgische kunstenaarsmilieu kwam overwaaien uit Frankrijk, hetgeen de autoriteiten genoeg verontrustte om er een verbod op in te stellen. Deel drie handelt over uiteenlopende onderwerpen die hun oorsprong vonden in de angst voor degeneratie. Degeneratie lag aan de basis van de criminele antropologie, waarbij Louis Vervaeck in België een pioniersrol vervulde. David van Reybroeck schrijft in zijn fijn humoristische stijl over Emile Hegh, een Belg die nooit in Congo verbleef, maar toch een standaardwerk schreef over termieten in de toenmalige kolonie.
Dit is een beetje een bizar boek, dat een brede waaier aan onderwerpen behandelt. Onderwerpen die soms ver van elkaar staan, met het begrip 'degeneratie' als enige verbinding. Soms is er verbazend veel overlap tussen verschillende hoofdstukken, soms is de link naar degeneratie nogal vergezocht. Maar wie er zich aan overgeeft, zal er geen spijt van hebben, en zich gelukkig prijzen dat er in Vlaanderen plaats is voor bizarre boeken over op het eerste gezicht bizar lijkende onderwerpen. [Jeroen Stevens]
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.