De stad

Voor jonge historici biedt de reeks 'Reis door de tijd' vooral boeiend beeldmateriaal. De tekst is beperkt tot enkele korte blokjes, waarin de afbeelding gesitueerd en beschreven wordt. De werkwijze is in de drie delen dezelfde. Telkens wordt vertrokken van éénzelfde plaats in een ver verleden. Op elke nieuwe dubbele pagina kan de lezer volgen wat er op die plaats gebeurde doorheen de geschiedenis. Op de verticale strookjes, rechts op elke bladzijde, wordt de afbeelding in de tijd gesitueerd. De verwijzing naar die periodes vind je ook terug in de inhoudsopgave vooraan in elk boek. Elk boek bevat een beperkte woordenlijst.

De geschiedenis van De eerste mens vertrekt 900.000 jaar geleden. De aarde is in de greep van de ijstijd. In de grot huist een holebeer. Op de tweede bladzijde maken mensen zich 100.000 jaar later klaar om de nacht in de grot door te brengen. Ook 300.000 jaar later gebruiken de prehistorische mensen nog steeds de grot als onderkomen. Daarna verschijnen de Neanderthalers. Na negen bladzijden speelt de volgende bladzijde plots in de huidige tijd. Tijdens een schoolreis wordt de omgeving van de grot bezocht en enkele kinderen ontdekken tekeningen van dieren op de wanden van de grot. Archeologen onderzoeken op de volgende bladzijde de grot en vinden de resten van een Neanderthaler.

In De stad maakt de lezer kennis met de opeenvolgende bewoners van een gebied aan de oevers van een rivier. Het eerste boerengehucht 1000 v.C., de Romeinse nederzetting, de middeleeuwse vesting met wallen, een kathedraal en een kasteel. In 1650 verwoest een hevige brand bijna de volledige stad. 120 jaar later is de opnieuw opgebouwde stad een bloeiend handelscentrum geworden. 100 jaar later neemt de bevolking van de stad enorm toe. In het industriële tijdperk komen de mensen immers in groten getale van het platteland naar de stad. Daarna volgt een afbeelding van de bombardementen op de stad tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ten slotte krijgt de lezer nog een afbeelding van hoe de stad er nu uitziet en hoe archeologen er de resten vinden van een oude Vikingnederzetting.

In Pompei beschrijven de eerste prenten beschrijven de eerste vulkaanuitbarsting in het Middellandse Zeegebied 25.000 jaar geleden. In een afzonderlijk tekstblokje krijgt de lezer uitleg over dit fenomeen. De volgende prent brengt de lezer naar hetzelfde gebied, 500 jaar v.C. De bewoners van Campania bewerken de vruchtbare grond aan de voet van de vulkaan. De volgende vijf hoofdstukken beschrijven stap voor stap wat er gebeurde in Pompei op 24 augustus en één jaar later. Hierbij wordt het leven in een Romeinse stad geschetst. Ten slotte wordt hetzelfde gebied afgebeeld in 1250, in 1785, in 1885, periodes waarin men langzaam geïnteresseerd raakte in overblijfselen van Pompei.

In de drie delen ligt het accent op de paginagrote prenten met enkele staakwoorden. De tekst biedt de nodige ondersteuning. Enkele afzonderlijke blokjes tekst in een kleiner lettertype geven achtergrondinformatie over verschijnselen of gebruiken.

De drie boeken kunnen in de lagere school gebruikt worden in lessen Wereldoriëntatie, domein Tijd. Zij helpen de kinderen verbanden zien tussen een historisch verschijnsel en de tijdsomstandigheden. Vooral voor kinderen met leesproblemen zijn deze boeken sterk aan te raden.Het accent ligt immers op de illustraties en de korte blokjes tekst zijn in een toegankelijke, eenvoudige taal geschreven. [Anita Wuestenberg]