Zesvinger
Catherine Fisher
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Facet, 2004 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : FISH |
31/12/2005
Vorig najaar verschenen bij uitgeverij Facet gelijktijdig drie nieuwe boeken van de Britse auteur Catherine Fisher. Hoewel de romans geen trilogie vormen, wordt meteen duidelijk dat ze op dezelfde leest geschoeid zijn: ze passen in het lijstje van de 'fantasy pur sang'. Catherine Fisher vindt haar voorliefde voor dit genre vanzelfsprekend: ze woont in Wales, houdt van uitgestrekte bossen, oude verhalen en de mysterieuze gevaarlijke gebieden van de verbeelding. Volksverhalen, sagen en mythen maakt ze zich eigen en verweeft ze in haar romans. Over het Kanaal wordt haar werk vooral bij fantasyliefhebbers lovend ontvangen. Het is alvast een pluspunt dat Fisher zich ver houdt van Harry Potter en gelijkaardige boeken die het jeugdliteraire veld momenteel overspoelen. Toch is Fishers bijdrage aan de fantasy-literatuur eerder beperkt. Haar boeken zijn volgens hetzelfde stramien opgebouwd en lijken geschreven met een handleiding voor fantasy-literatuur op schoot.
Zo spelen deze boeken zich af in een parallelle wereld, bevolkt door vreemde wezens, magiërs en duivelse krachten. Normale stervelingen hebben hier niets te zoeken, tenzij ze gevoelig-intelligent zijn. Zo wordt Alicks fascinatie voor Luke Ferris in Zesvinger vooral gevoed door het vreemde aura dat rond de magiër hangt. In Anderland en Zwartwaterstate worden de jonge -- maar niet geheel onschuldige hoofdpersonages -- gelokt door een vage deal van het kwade. Mick, hoofdpersonage in Anderland, wil dolgraag een goede fluitspeler worden, en toevallig kan de heks Rowan hem dit talent schenken, in ruil voor zijn jonge, levendige karakter. Zwartwaterstate schetst het ellendige bestaan van het dienstmeisje Sarah, ooit lid van het machtig en invloedrijk geslacht van de Trevelyans. Maar haar grootvader heeft het hele familiefortuin vergokt bij een kaartspel. Azraël, de nieuwe heer van Zwartwater biedt Sarah de kans om de fouten van haar familie goed te maken, en dat gedurende een periode van honderd jaar. Als die tijd om is, zal Azraël echter een duivelse prijs eisen: Sarahs ziel.
Hiermee komen we bij een tweede, overheersend kenmerk van Fishers boeken: de strijd tussen goed en kwaad. Sarah is namelijk niet van plan om een eeuw lang bij de pakken te blijven neerzitten, net zomin wil Micks vriendinnetje Katie dat haar vriend door de heks Rowan naar Anderland wordt meegenomen. In Zesvinger ontketent Alick onbedoeld een waanzinnige strijd tussen twee vijandige legers. Beide partijen zijn uit op het gouden torentje van het Fidchell-schaakspel, dat Alick per ongeluk in zijn zak stopt. Spannende situaties genoeg, maar aan de uitwerking schort het een en ander.
Nergens slaagt Fisher er in om de spanningsboog langzaam op te bouwen, de lezer in het ongewisse te laten, bepaalde informatie achter te houden. Al vanaf het begin wordt duidelijk dat de goeden de strijd zullen winnen. En daar is weinig voor nodig: Alick kan rekenen op de steun van magiër Luke, van wie herhaaldelijk gezegd wordt dat hij veel machtiger is dan de beide legers. Mick wordt gered door een voormalig slachtoffer van Rowan, terwijl Azraël geen onverdeeld slecht persoon blijkt: hij is allang tevreden met een zieltje, het hoeft zelfs niet dat van Sarah te zijn. En een nieuwe ziel blijkt wel erg vlug gevonden. Zo is iedereen alweer tevreden. Misschien gelooft Fisher in het romantische kindbeeld en weigert ze jonge lezers onzeker achter te laten. Het maakt haar warrige verhalen er alleen maar minder geloofwaardig op. Blijft nog de literaire capaciteit van Fishers boeken. Hoewel uitgeverij Facet voor ieder boek een andere vertaler aantrok, kan in het algemeen gesteld worden dat Fishers taal vrij arm is: in korte, eenvoudige zinnetjes springt Fisher van de hak op de tak. Hoewel ze slechts enkele personages op de voet volgt, slaagt de auteur er nergens in om mensen van vlees en bloed van hen te maken. Als lezer wordt het bijzonder moeilijk om de toch al bizarre verhalen echt mee te beleven. Enkel in haar natuurbeschrijvingen toont Fisher zich een gedreven auteur: met veel verve weet ze een donkere en duistere wereld op te roepen, vol verrotting en verlatenheid. Haar verhalen spelen zich steeds af op afgelegen plaatsten, in ondoordringbare wouden, verlaten velden en onbereikbare klippen. Het blijkt een wereld die Fisher, woonachtig in Wales, niet onbekend is en die een onderbouwd kader vormt voor haar verhalen. De vele mythes, sagen en oude volksverhalen die Fisher in haar romans verweeft, worden er vaak bijgesleept om enige eruditie te tonen, zonder dat ze weten te overtuigen. Zo wordt het verhaal van de stervende Graankoning, wiens bloed de aarde nieuw leven schenkt, wel erg fragmentarisch en beknopt weergegeven (Anderland). Ook de meldingen van de graancirkels, die worden toegeschreven aan Rowan, eveneens in Anderland, zijn weinig overtuigend en voor het verhaal totaal irrelevant.
Al bij al blijft het een verdienste van Fisher dat ze de fantasy-literatuur voor jongeren wat meer karakter en inhoud wil geven dan de vele klonen van Harry Potter. Helaas blijft het bij een bescheiden poging, die weinig om het lijf heeft. [Jürgen Peeters]
K. Ghonem-Woets
Het verhaal speelt zich af in Engeland aan het eind van de 19e eeuw. Nadat haar grootvader zijn landgoed Zwartwaterstate aan Azraël heeft verspeeld, moet de 16-jarige Sarah werken om zichzelf en haar zieke vader te onderhouden. Ze doet dat bij de als Lord en alchemist vermomde duivel Azraël. In ruil voor teruggave van het landgoed na honderd jaar is de trotse Sarah uiteindelijk bereid haar ziel aan hem af te staan. Honderd jaar later ontmoeten ze elkaar weer. Azraël aast nu ook op de ziel van Tom, een bangige jongen die erg gepest wordt. De samenwerking tussen Sarah en Tom redt uiteindelijk de zielen van hen beiden. In dit spannende verhaal weet Fisher, net als in haar eerdere romans, diverse elementen uit de volkscultuur en de daaraan gelieerde genres te combineren. Die gaan in dit verhaal samen met de dilemma’s en problemen van jeugdige hoofdpersonen die worstelen met hun identiteit. Hoewel volgens Azraël alles met elkaar in verbinding staat, moet zelfs de meer ervaren lezer de aandacht er goed bijhouden om alle uitspraken en verwijzingen te begrijpen. Verhaal dat de meer ervaren lezers een spannende mix biedt van griezelen, geschiedenis, en geloof in een verhaal over jeugdige hoofdpersonen die zichzelf niet kwijt willen raken. Vanaf ca. 13 jaar.
Sieglinde Duchateau
ua/an/22 j
Sarah’s familie geraakte alles kwijt en nu is er een nieuwe heer van Zwartwater. Azraël geeft het in het dorp gepeste meisje echter de kans om de fouten uit het verleden recht te zetten en de schande goed te maken. Ze verwerft kennis en macht, maar betaalt een zware prijs voor zijn aanbod, een overeenkomst die een looptijd heeft van honderd jaar. Het boek bestaat uit twee delen. ‘De Prins van het Kwaad’ speelt zich ongeveer honderd jaar geleden af, ‘Het Grote Werk’ situeert zich in het heden. Toch lijkt ook het tweede deel eerder ouderwets en gedateerd, allicht door zijn situering en het onderwerp. Want wie is er nu nog bezig met alchemie en gelooft in Satan en dergelijke middeleeuwse toestanden? Het verhaal is knap geschreven in een vlotte, sfeerscheppende taal en wordt langzaam naar de ontknoping opgebouwd, waarbij een zekere spanning regelmatig de kop opsteekt, hoewel echte actie eerder ontbreekt. Als lezer heb je het echter niet gemakkelijk de aandacht erbij te houden door de vele elementen die in het verhaal verweven zitten en die onvoldoende verklaard en uitgediept worden. Het boek roept heel wat vragen op die helaas onbeantwoord blijven. Als je even verder gaat kijken dan zie je allerlei bijbelse figuren en verwijzingen en er wordt een bijna magische wereld geschapen, waarvan de functie onduidelijk is. Er komt geen echte tovenarij aan bod, maar kennis (bibliotheek) en alchemie (het veranderen van metaal in goud) zijn alomtegenwoordig. De personages zijn goed uitgewerkt, maar zijn bijna allen even mysterieus. De duivel is aanwezig in de figuur van Azraël, een tweeledig personage, wiens naam tevens verwijst naar de Engel des Doods die ziel en lichaam van elkaar scheidt bij de dood. Hij is niet monsterachtig slecht, eerder zorgzaam, doch heeft de touwtjes stevig in handen. Het is duidelijk dat Sarah aan hem haar ziel afstaat voor kennis en macht en hierdoor de kans krijgt de schande van de trotse, verschrikkelijke Trevelyans ongedaan te maken door een school op te richten. Het boek heeft een afschuwelijke en vooral misleidende kaft. Binnenin is de sfeer mysterieus, maar niet gruwelijk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.