Rupsje Nooitgenoeg
Eric Carle
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Uitgeleend
|
Gottmer, 2005 |
VERDIEPING 2 : BABILLE : KLEUTER : AVONTUUR - FANTASIE ![]()
Avontuur |
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Uitgeleend
|
Gottmer, 2005 |
KLEUTER : LEREN ![]()
Telboeken |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Gottmer, 2005 |
De wereld rond WER.KO |
31/12/2005
Het idee voor zijn nieuwst prentenboek kreeg Eric Carle door een krantenbericht over een lading van 29.000 rubberen badspeeltjes die van een vrachtschip in zee vielen. Hij vertelt het verhaal van tien rubbereendjes vanaf het moment dat ze uit de machine komen. Ze worden aan boord van een schip geladen maar door een storm van het dek getild. Elk eendje gaat zijn eigen weg. Vanaf dan volgt Carle de voor hem typische opbouw waarbij hij op een speelse manier de kinderen iets leert. Het eerste eendje drijft naar het westen. Een dolfijn springt over hem heen. Het tweede eendje drijft naar het oosten. Een zeehond blaft naar hem. Zo leren de kinderen in tekst en beeld allerlei dieren kennen, de windstreken en begrippen als links en rechts, hoog en laag en heen en weer. Het tiende eendje dobbert zomaar wat rond, tot het een moedereend tegenkomt en met haar kleintjes mee zwemt. Op de slotprent zwemmen ze allemaal onder de vriendelijke maan rondom de moedereend. Als je op het juiste eendje drukt, hoor je het piepen. In de laatste bladzijde steekt een geluidschip. Een speels extraatje in een typisch Carle-boek met veel zon en felle, vrolijke kleuren. [Jan Van Coillie]
Ria de Schepper
Dozen met rubbereendjes verlaten de fabriek en belanden op een vrachtschap. Tijdens een storm valt een doos met tien rubbereendjes overboord. Ze dobberen op de open zee en drijven naar alle kanten. Elk van de rubbereendjes ontmoet een dolfijn, een ijsbeer of een ander dier. Het tiende eendje komt bij een moedereend met negen kleine eendjes terecht. Het rubbereendje drijft met hen mee en kan dankzij de ingebouwde chip welterusten kwaken. Op een speelse manier kunnen kleuters met dit boek leren tellen tot tien. Ze maken ook kennis met een aantal dieren die in en om de zee leven. De paginagrote illustraties zijn uitgevoerd in de typische stijl van de auteur: grove penseelstreken als achtergrond en collages van beschilderd papier die de dieren uitbeelden. De vlakken zijn levendig, met veel reliëf door de kleurennuances. De soepele voorleestekst is boven, onder of tussen de illustraties gedrukt. Het verhaal is gebaseerd op een krantenbericht uit 2003 over een lading rubberen badspeeltjes die in zee belandden. Een aantrekkelijk kijk- en voorleesboek voor kinderen van 3 à 6 jaar.
Ilse Verhulst
2/ei/18 m
Gele eendjes glijden uit de machine. Ze krijgen elk een rode snavel en blauwe ogen. Daarna worden ze in dozen gestoken en met een boot overzee gebracht. Behalve één doos met eendjes. Die valt tijdens een storm in zee. Tien kleine eendjes dobberen elk hun eigen kant uit. Elk eendje ontmoet op zijn weg een ander dier. Behalve het tiende eendje. Dat dobbert eenzaam de nacht in. Tot het een mama eend en haar kroost ontmoet ...
Het oorspronkelijke verhaal werd door Eric Carle al in 2004 neergepend en in mooie collages gegoten. Nu wordt het in een kleinere versie opnieuw uitgegeven. Met achteraan in het boek een echt rubbereendje dat kan piepen! Dit rubbereendje zorgt ervoor dat het boek redelijk dik wordt en moeilijker te hanteren door kleine peuterhanden. Het vraagt ook enige handigheid om het kleine eendje achteraan te doen piepen. Ik vrees dat het niet lang zal duren vooraleer de pagina met het eendje erin beschadigd zal geraken ...
Annie Beullens
ua/an/22 j
Een krantenartikel uit 2003 met als titel 'Rubbereendjes vermist op zee' inspireerde Eric Carle om na meer dan 70 boeken dit verhaal te illustreren en te vertellen. Het boek begint met een biografie van de auteur waarin zijn geboortedatum vergeten werd. Op het titelblad staan tien witte, genummerde badeendjes. Het verhaal begint met de rubbereendjesmachine, waar de rubbereendjes uitploffen, één na één. Ze worden geschilderd in rood en blauw, zegt de tekst. Alleen hun snavel en hun oogjes dan toch, want voor de rest zijn ze geel. Ze worden per tien in een doos verpakt en vervoerd naar een schip met bestemming: verre landen. Maar zover komt het niet voor één doos met tien eendjes: in een storm vliegen ze overboord. Als de zee weer kalm is, drijven de tien eendjes langzaam uit elkaar. Het eerste eendje drijft naar het westen, het tweede naar het oosten, het derde naar het noorden, het vierde naar het zuiden. Zij ontmoeten resp. een dolfijn, een zeehond, een ijsbeer en een flamingo. Van de andere zes gaat er één naar links, het komt bij een pelikaan, één naar rechts tot bij een zeeschildpad. Een ander drijft hoog (hoe dat gaat, weet ik niet) en ontmoet een inktvis, het andere laag en een zeemeeuw vliegt over hem heen. Het negende tenslotte drijft heen en weer met een walvis en het tiende dobbert in de open zee, helemaal alleen en het wordt donker. Dat tiende eendje wordt 's morgens opgepikt door een echte moedereend met negen kuikentjes. Hij wordt het tiende en zo zijn er weer tien kleine eendjes, waarvan er één echt 'Piep!' zegt als je op zijn buikje duwt. Op de grote kleurrijke prenten met collages en geschilderde delen is heel wat meer te zien dan woorden vertellen. Kleuters zullen het verhaal gemakkelijk mee vertellen door het repetitieve karakter ervan en het aftelprincipe. Benevens een mooi verhaal is dit ook een leuk telboek. Ik vraag me alleen af of de achterflap zo dik als een doos moet zijn enkel om er een batterijtje in te steken.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.