Extremen van de natuur

De koude en gematigde oceanen zijn het werkterrein van 'Wild' Bill Curtsinger. Met 33 reportages op zijn naam wordt hij wel eens gezien als de belichaming van de 'National Geographic'-fotograaf. Dertig jaar lang doorploegde hij als duiker het zeewater, vaak in extreme omstandigheden, op zoek naar nooit gefotografeerde of weinig gedocumenteerde diersoorten. Het fotoboek Extremen van de natuur: een fascinerende reis door de mysterieuze onderwaterwereld kan gezien worden als Curtsingers autobiografie. Hij leidt je rond in zijn onderwaterwereld aan de hand van een tiental fotohoofdstukken, tekens ingeleid met achtergrondinformatie en ervaringen. De Noordpool, Antartica, het Atol Bikini en de Golf van Maine, zijn thuisbasis, zijn enkele van de biotopen waar Curtsinger zich als een vis in het water voelt. Om zijn opdracht als natuurfotograaf tot een goed einde te brengen, tracht hij zich volledig in te leven in het dier en zijn leefomgeving. Zo tracht hij als bioloog te komen tot nieuwe inzichten over het gedrag van bepaalde diersoorten. Het zijn vooral de haaien, zeezoogdieren (walvissen e.d.) en zeeschildpadden die een eigen hoofdstuk toebedeeld krijgen. Het was trouwens bij een reportage over rifhaaien dat hij, zwaargewond door bijtwonden, ternauwernood aan de dood ontsnapte. Curtsingers onderwaterwereld is koud, donker en vol mysterieuze schaduwen. Voortdurend ben je je bewust van de extreme omstandigheden waarin de fotograaf en de dieren overleven. [Kris van Zeghbroeck]