Swanns kant op
Marcel Proust
Marcel Proust (Auteur), Marjan Hof (Vertaler)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Athenaeum-Polak en Van Gennep, 2009 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 12387 |
31/12/2010
Dit is geen boek van Marcel Proust", luidt de verrassende mededeling waarmee de vertalers Martin de Haan, Jan Pieter van der Sterre en Rokus Hofstede hun voorafje openen. En inderdaad heeft Proust zijn in eerste instantie als pamflet geconcipieerde Tegen Sainte-Beuve nooit boven de status van project weten uit te tillen. Gelukkig maar, stellen de vertalers in hun zeer lezenswaardige nawoord, is het niet tot publicatie gekomen, want in plaats daarvan zouden de voorbereidende schetsen voor Tegen Sainte-Beuve uiteindelijk opgaan in Op zoek naar de verloren tijd, nog altijd een van de mooiste romans die ooit geschreven zijn.
Charles-Augustin de Sainte-Beuve was een van de invloedrijkste literaire critici uit de negentiende eeuw, die het er vooral om te doen was een oeuvre te ontleden om tot de persoonlijkheid van de auteur door te dringen, het ging hem met andere woorden niet zozeer om de literatuur zelf als wel om de biografie van de auteur. Lang na zijn dood was hij daarmee voor Proust de ideale sparringpartner om er zijn eigen kunsttheorie tegenover te stellen: niet het maatschappelijke ik van de kunstenaar is volgens Proust van belang maar het 'diepe' ik, waartoe slechts door middel van het kunstwerk kan worden afgedaald, dat wil zeggen door het vinden van een artistieke vorm waarin de persoonlijkheid van de maker zich volledig kan ontplooien. Tegen Sainte-Beuve moest een tekst worden waarin deze theorie niet alleen zou worden uiteengezet maar ook in de praktijk gebracht. Voor het poneren van zijn opvattingen tegen de methode van Sainte-Beuve koos hij de vorm van een dialoog tussen de schrijver en zijn moeder, die hem op een ochtend komt wekken. Naarmate het project vorderde nam het gaandeweg steeds meer verhalende en beschouwende elementen in zich op en ging het na verloop van tijd, zoals gezegd, naadloos over in de Recherche.
Het is voor het eerst dat er nu een keuze van de fragmenten van de Contre Sainte-Beuve-schriftjes in Nederlandse vertaling verschijnt. Mede omdat een gezaghebbende 'definitieve' Franse editie ontbreekt, hebben de vertalers in volledige vrijheid een eigen structuur kunnen aanbrengen, waarin, min of meer overeenkomstig de ontstaansgeschiedenis, eerst de essayistische fragmenten worden gepresenteerd, vervolgens de elementen van het verhaal van de ochtend, en ten slotte de stukken die reeds tot het steeds verder uitdijende romanmateriaal kunnen worden gerekend. Ook zijn er verschillende varianten van dezelfde passages opgenomen, waardoor het voorlopige, onaffe karakter van de tekst duidelijk naar voren komt en de lezer Prousts tastende, omtrekkende bewegingen van nabij kan volgen.
Het is een schitterend boek geworden, dat eigenlijk nu al onmisbaar is omdat het een fantastisch kijkje in de keuken van de Recherche biedt. Het is ronduit boeiend om mee te maken hoe de wazige oersoep van het begin langzaam maar zeker vaste vorm begint aan te nemen, hoe vitale ingrediënten als het plotseling opdoemen van de 'verloren tijd' uit het kopje thee zich al vroeg aftekenen (al wordt hier in plaats van het beroemde madeleinecakeje nog een gewone boterham in het kopje gedoopt), en vooral hoe de oorspronkelijke essayvorm geleidelijk steeds meer wordt ingevuld met schakeringen, kenschetsen, geschiedenissen, personages, kortom met de beschrijvende en de verhalende elementen waarvan het samenvloeien zal leiden tot wat bij uitstek de Proustiaanse romanvorm uitmaakt.
In hun nawoord verklaren de vertalers dat ze Proust in hun vertaling hebben proberen te 'pasticheren', zoals Proust ook zelf een meester was in het pasticheren van andere schrijvers, niet uit spotlust of om het een of ander, maar puur vanwege het plezier om de toon te treffen. Ze lijken me wonderwel geslaagd in hun missie. [Clemens Arts]
Menno Gnodde
Vorm of vent? Een uitgemaakte zaak voor gevierd Frans criticus Sainte-Beuve (1804-1869), stamgast van de "Cénacle romantique" en andere salons: de weging van een literair werk geschiedt langs de biografische invalshoek. In 1907 of 1908 begint Proust (1871-1922) aan zijn (pas in 1954 deels gepubliceerde) stellingname tegen deze opvatting, onderbouwt waarom Sainte-Beuve geen diep doordachte opvatting van literatuur koestert en laat zijn essay dan allengs uitlopen in overwegend narratieve dialogen met de "Moeder" over een te publiceren artikel en in romanfragmenten, preludes tot zijn latere opus magnum "Op zoek naar de verloren tijd". Aldus illustreert hij zijn eigen literatuuropvatting, waarin associaties, zintuiglijke indrukken en lichamelijke herinneringen domineren. De door het vertalerstrio 'Marjan Hof' gepresenteerde leeseditie (een verantwoorde selectie uit de tien cahiers), de verbindende toelichtingen en het uitgebreide nawoord, inclusief een beknopte visie op de vertaalkunde, bieden verhelderend zicht op de positivistische tijdgeest midden 19e eeuw en de antithese van de Proustiaanse beleving.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.