Paperasje
Ienne Biemans
Ienne Biemans (Auteur), Ceseli Josephus Jitta (Illustrator)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Nieuw Amsterdam, 2010 |
JEUGD : GEDICHTEN : BIEM |
00/00/0000
'Rosa van de berg lag in de zon / tussen de zonnebloemen op het balkon. [...] Ze floten: Rosa, kom opstaan / om met de zon op stap te gaan. / Dat heeft ze toen gedaan. / Met wonderschoenen aan.' Het begin van Ienne Biemans' nieuwste boek houdt meteen een belofte in en plaatst het in de lijn van haar vorige, Paperasje ging op reis, dat ook een reisverhaal op rijm bevatte.
Het eerste gedicht is een soort ouverture op de tocht die volgt, een tocht die Rosa aanvankelijk voert langs spannende figuren en plaatsen: de jager, de reus die gelukkig klein en snotterend blijkt, het hoge gras dat doet denken aan de tocht uit Wij gaan op berenjacht en het bos. Net als Hans en Grietje of Klein Duimpje ziet Rosa tussen de bomen een huisje. Dat heeft echter niets bedreigends. Door het kralengordijn komt immers Zusje, het kind van Toketore. Van bij het begin wordt Zusje getypeerd als een eigengereid kind ('met haar hoofd achterstevoren'), maar ook een kind met een grote fantasie. Rosa wordt door de bloemen uitgenodigd om een tijdje in het huis van Toketore te blijven wonen en dat doet ze. Ze eten en spelen samen, tekenen, wandelen en kijken televisie. Zusje gaat een keer zelf uit logeren,
maar dat valt niet mee. Haar uitstapje versterkt de warmte van haar thuis, ook al moet ze daar soms huilen zonder te weten waarom. Er zijn altijd wel zachte en tedere momenten, zoals bij de pasgeboren lammetjes. En natuurlijk eindigt het boek met een warm gesprek tussen
Rosa en Zusje, waarbij Rosa in slaap valt na een overvolle dag.
Ook in dit boek blijkt Biemans' fascinatie door de taal. Ze houdt van neologismen en merkwaardige samenstellingen zoals 'wolkenhoed' en 'klokkenjam' of 'paardenbloemenpluizenbolletjesgordijn'. Waar ze kan, brengt ze muziek in haar teksten door klank en ritme. Daarbij schrikt ze niet terug voor moeilijke woorden, als die maar mooi klinken zoals 'rinoceros' of 'hippopotamus'. Typerend zijn ook de opsommingen van namen van bloemen en planeten. Ook die vormen samen bezwerende combinaties. Ten slotte speelt ze ook graag met de verschillende betekenissen van woorden of zegswijzen. Het lichtpeertje in de kamer 's nachts roept vanzelf de gedachte op dat zusje haar oogappeltje is. Inspiratie haalt Biemans vooral bij sprookjes en bakerrijmen. Aan deze laatste ontleent ze de absurde associaties, de korte dialogen, spelletjes en raadsels. Het duidelijkst verwant aan die oude rijmen zijn de stukjes waarin Rosa spelletjes speelt met Zusje of verhaaltjes vertelt over de sleutel van het maanpaleis, het maanmeisje of het welterusten dwergje.
De illustraties van Ceseli Josephus Jitta zijn minimalistisch. Ze concentreert zich op de figuren en beperkt decors en attributen tot het minimum. Die figuren zet ze neer met enkele zwarte of grijze inktlijnen, die uitvloeien op de natte ondergrond. Die combineert ze met gekleurde lijnen of vlekken, bijvoorbeeld voor de wangen. De primitieve stijl is verwant aan kindertekeningen en past wonderwel bij de naïeve versjes: ze versterkt de openheid ervan.
Mijn eindoordeel is gemengd. Toen ik het boekje een tweede keer las, ontdekte ik meer fascinerende fragmenten dan bij de eerste lezing, maar het blijft bij fragmenten: als geheel vind ik de bundel te ongelijk en onbestemd. Hij zwalpt tussen poëzie en proza. Het 'verhaal', voor zover je daarvan kunt spreken, heeft te weinig spankracht om je mee te slepen en blijft toch vooral bestaan uit losse stukjes die als gedichten op zichzelf meestal te weinig poëtische kracht hebben. Ze bevatten minder magie en bezwerende combinaties dan in haar eerste bundels, en het ritme en rijm zijn te zelden meeslepend. [Jan Van Coillie]
Ton Jansen
Rosa van de berg gaat met haar wonderschoenen aan op weg naar het huis van Zusje en haar moeder Toketore. In 32 gedichten, in het nachtelijke gedeelte blijven personen onbenoemd, volgen we de belevenissen van de hoofdpersonages. Dieren en samenzijn spelen een centrale rol. De poëzie is mooi van taal, de juiste woorden staan op de juiste plaats en hebben een prettige cadans. Rijm komt in alle gedichten voor, maar is soepel en onnadrukkelijk vermengd. De illustraties in druktechniek met enkele collage-elementen zorgen voor levendige samensmelting tussen woord en beeld. De figuren hebben een enigszins brokkelige belijning met vlekkerige gedeelten en zijn in grijs uitgevoerd met roze als steunkleur. De auteur schreef meerdere bundels en werd bekroond (Zilveren Griffel/Nienke van Hichtumprijs), ook de illustratrice heeft haar sporen verdiend (genomineerd Gouden Uil/onderscheiden met Zilveren Penseel). Op de flappen staan korte biografieën. Ge(s)laagde poëzie waarbij de verbeelding van jonge kinderen wordt geprikkeld. Indien zorgvuldig voorgedragen, geschikt voor kinderen vanaf ca. 5 jaar.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.