België bezet 1940-1944 : een synthese
Etienne Verhoeyen
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Meulenhoff/Manteau, 2010 |
VERDIEPING 4 : BLAUWE TOREN : GESCHIEDENIS : Kast 11-13 935.6 VERH |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Meulenhoff/Manteau, 2010 |
VOLW. : NON FICTIE : 935.6 VERH |
00/00/0000
'Vive la république!' Met deze uitroep in het parlement tijdens de overdracht van de macht van Leopold III aan Boudewijn heeft Julien Lahaut, een communistische volksvertegenwoordiger, in 1950 zijn doodvonnis getekend.
In De moord op Julien Lahaut schetsen Etienne Verhoeyen en Rudi Van Doorslaer de politieke context van de eerste naoorlogse jaren, waarin de koningskwestie en de Koude Oorlog centraal staan. Vervolgens gaan ze nader in op het gerechtelijke onderzoek naar de moord op Lahaut en sommen ze ook de resultaten van hun eigen onderzoek naar het anticommunisme op. In een epiloog pogen de auteurs de moord op Lahaut te duiden. Het boek is een herziene en met nieuwe gegevens aangevulde versie van een boek uit 1985.
De auteurs onderstrepen dat ze de moord op Lahaut in een bredere context wilden plaatsen. Het was hen niet in de eerste plaats te doen om de
moordenaars, maar veeleer om te achterhalen wie de aanstichters en de opdrachtgevers waren en om de politieke achtergronden van de moord te duiden. Hun speurwerk heeft dan ook geleid tot een staalkaart
van het nationale en internationale anticommunisme en van bepaalde ultrarechtse bewegingen in België. Dit levert een intrigerend beeld op van deze groeperingen en van hun connecties met het bedrijfsleven,
politici, de kerk, buitenlandse gezantschappen en inlichtingendiensten. Ook leden van de rijkswacht en de staatsveiligheid zouden banden hebben gehad met en informatie hebben doorgesluisd aan de anticommunistische en Leopoldistische actiegroepen.
Verhoeyen en Van Doorslaer stellen vast dat het gerechtelijke onderzoek naar de moord gevoerd werd met een ontstellende nonchalance en laksheid en dat de speurders een aantal pertinente aanwijzingen niet nader hebben onderzocht. Ze hebben ook de indruk dat het onderzoek plots en onder politieke druk werd stopgezet, op het moment dat men het milieu waaruit de daders kwamen op het spoor was.
Dat milieu situeren de auteurs bij anticommunistische groepen, waaronder enkele verzetsgroepen, en Leopoldistische kringen die uiterst verbolgen waren over de 'gedwongen' troonsafstand van Leopold III. De schrijvers van het boek zijn van oordeel dat het anticommunisme slechts als dekmantel werd gebruikt om fundamenteel antidemocratische strevingen te verdoezelen, met name de invoering van een Belgische 'nieuwe orde' gegroepeerd rond Leopold III.
Verhoeven en Van Doorslaer besteden ook nogal wat aandacht aan de tussenkomst van de Verenigde Staten (en in mindere mate Groot-Brittannië) bij de bestrijding van de Europese communisten, die een bedreiging vormden voor de Noord-Atlantische invloedssfeer.
Dat laatste brengt de auteurs in hun slotbeschouwingen tot een toch wel vrij saillante en limitatieve conclusie: 'Uiteindelijk werd het duo dat zich reeds voor de oorlog in de organisatie van het anticommunisme had gemanifesteerd ? de grootindustrie en de Kerk ? tot een trio aangevuld door de CIA en de Amerikaanse belangenlobby'. [Robert Antonissen]
Redactie Vlabin-VBC
In dit boek, een herziene en geactualiseerde editie van een uitgave uit 1985, plaatsen twee historici de moord op de Belgische communistische volksvertegenwoordiger Julien Lahaut in 1950 in de ruimere politieke context van de koningskwestie en de Koude Oorlog. In een epiloog gaan de auteurs dieper in op de moord zelf. Lahaut had ‘Vive la république!’ geroepen tijdens de overdracht van de macht van Leopold III aan Boudewijn in het parlement, en zou zo zijn doodsvonnis hebben getekend. Vervolgens werpen ze een blik op het nonchalante gerechtelijk onderzoek en de resultaten van hun eigen onderzoek. Hun speurwerk levert een intrigerend beeld op van het Belgische en internationale anticommunisme en van enkele ultrarechtse bewegingen in België. De auteurs stellen onder andere dat het onderzoek erg nonchalant werd gevoerd en dat er sprake was van politieke inmenging. Zo verbinden ze de moord met antidemocratische strevingen naar een nieuwe Belgische orde onder Leopold III. Daarnaast leggen ze verbanden met de CIA en de Amerikaanse belangenlobby. Met eindnoten en een register.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.