De gouden baard
Klaas Verplancke
4 exemplaren
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
4 items aanwezig |
De Eenhoorn, 2010 |
VERDIEPING 0 : THEMACOLLECTIE ENKEL VOOR ONDERWIJS EN DIENST ![]()
Opgroeien |
Uitgeleend
|
De Eenhoorn, 2010 |
VERDIEPING 0 : THEMACOLLECTIE ENKEL VOOR ONDERWIJS EN DIENST ![]()
Opgroeien |
Uitgeleend
|
De Eenhoorn, 2010 |
VERDIEPING 2 : BABILLE : KLEUTER : MENS - LICHAAM ![]()
Familie |
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Uitgeleend
|
De Eenhoorn, 2010 |
Kleuter : mens - lichaam ![]()
Familie |
em/ec/11 d
'Mijn papa heeft warme handen, zijn vingers smaken naar appelmoes.' Het nieuwste prentenboek van Klaas Verplancke is een teder portret van een vader en een zoon. Kleine Janneman is dol op zijn papa, die met hem speelt en naar hem luistert en appelmoes voor hem maakt. Maar heel soms wordt die papa een 'donderpapa'. 'Janneman, Janneman, komt er nog wat van? Maak je huiswerk, en rap, of ik roer je door de pap!' Meteen krijgt het verhaal een surrealistische tint: de trapspijlen veranderen in boomstammen met schreeuwende monden, Janneman dwaalt bang en boos door een blauw landschap, tot een van de bomen armen en handen krijgt en hem terugbrengt naar papa en zijn troostende appelmoes. Knap getekend, ontroerend en herkenbaar. Succes verzekerd. (vdbv)
De Eenhoorn. 4+
14,95 euro
vdbv ■
00/00/0000
'Ik wou dat hij duizend handen had'
Appelmoes is het verhaal van een zoon en zijn papa. Tussen hen bestaat een grote en onvermijdelijke verbondenheid en dat staat al meteen op de titelpagina: 'Mijn papa heb ik gekregen. / Hij was er bij mijn geboorte / en ik heb hem nog altijd.' Het verhaal gaat luchtig over papa op zijn vrolijkst, onder de douche zingend 'als een mama', of aan de andere kant papa met stoppelbaard en ochtendhumeur. Het gaat over een sterke papa, die voetbalt met zijn zoon, en een veilige papa, met zachte buik en een zacht gemoed. En ook over een papa die uitgeteld voor de tv in slaap valt. De ups en downs van een goeie papa, daar kan een zoon wel mee om. Dit is een papa die zorgt, met handen die smaken naar appelmoes. Maar soms gaat het ook anders. 'Soms zijn papahanden koud. / Ze tekenen bliksems. / Wanneer papa zwijgt, / hangt er onweer in de lucht.' Papa's zwijgende afwijzing kan zo zwaar wegen dat de zoon op zoek wil naar een andere, een nieuwe papa, die vrolijk is, veilig en warm. Een intense vader-zoonrelatie brengt sterke emoties mee, dingen die klein zijn aan de buitenkant, kunnen vanbinnen reusachtig worden. Waar een vader enkel maar zijn rol als ouder opneemt en zijn kind streng terechtwijst als dat nodig is, moet dat kind soms door een jungle van emoties om die vingerwijzing te verwerken.
Het boek opent met een dubbele bladzijde met verschillende speelse tafereeltjes in zachte kleuren en met een zachte textuur. De vader is een mild getekende karikatuur, de zoon is een nogal typisch ventje met de open blik van een kind dat geniet en vertrouwt (cf. de voorstudie op deze bladzijde). De volgende dubbele bladzijde wordt overheerst door een vader met een ochtendhumeur. Blauw is de dominante kleur, de tekeningen zijn met wat ruwere krassen ingekleurd, de zachte ondertoon is eruit. Zonder veel erg, want met het verdwijnen van het humeurtje verdwijnt ook alles wat een tikje scherp of somber was, en vader en zoon vinden elkaar opnieuw. Zachte speelsheid en scènes met een wat zwaardere toon wisselen elkaar op de volgende bladzijden af. De intimiteit groeit; op een dubbele bladzijde in warme tinten maakt papa het favoriete kostje van zijn zoon: 'Zijn vingers smaken naar appelmoes. Ik wou dat hij duizend handen had.' Maar dan loopt er iets mis en wordt papa boos. Zijn terechtwijzing is voor de jongen een afwijzing. Op weer een dubbele blauwe bladzijde torent de vader donker boven de jongen uit. Dat beeld wordt intenser en dreigender op de volgende prent en papa krijgt iets monsterlijks. Papa's boosheid groeit in het hoofd van de jongen en in de daaropvolgende prenten zie je in het gemoed van de jongen een verschuiving van geïmponeerd naar boos naar bang. De milde zelfspot die Verplancke tot dan toe in de vaderfiguur legde, is nu verdwenen. Op het moment dat hij in de ogen van het kind monsterlijke allures krijgt, wordt het voor Verplancke ook helemaal ernst.
Deze beeldsequentie is grafisch erg sterk. 'Afgewezen' door zijn papa gaat de jongen verongelijkt en boos de trap op naar boven. Er wordt filmisch ingezoomd op de spijlen van de leuning, die vervolgens een benauwend bos van hoge stammen vormen. Een knappe visualisering van hoe de jongen verward op zichzelf terugvalt en door zijn gevoelens bevangen wordt. Maar geen enkel woud is eindeloos en aan het einde staat een hoge boom waarvan de takken reikende armen zijn. Eentje daarvan brengt hem terug naar huis. En dan volgen de sterkste bladzijden uit het hele boek ? Verplancke laat hier de woorden weg, de prenten doen het hele verhaal: nog onzeker en verward komt de jongen thuis uit zijn bange fantasie. Papa ziet er, ondanks zijn bebaarde glimlach, nog steeds monsterlijk uit, maar hij haalt zijn zoon met een warm gebaar naar binnen. De tak gaat over in een hand, aanreiken wordt verwelkomen. Het hoekige, kille beeld verzacht, de strakke vormen en lijnen verdwijnen naar de achtergrond, een vriendelijk neigend lichaam beheerst de prent. Het scherpe blauw neemt af naarmate de zoon zijn weerstand laat varen en de verzoening wordt bezegeld met een kom appelmoes. De papa 'enerzijds' en 'anderzijds' van de eerste pagina's is in deze passage één figuur: nog bijzonder harig en met een imposant lichaam, maar ook warm en liefdevol. Je moet wel een beetje in de diepte kijken, Verplancke tekent een monsterman met een liefdevol aura. En naarmate de zoon het beter ziet en ingaat op het verzoeningsgebaar, verdwijnt de monsterman en houdt hij een liefdevolle en geliefde papa over. Het dubbele perspectief in deze prenten, het volwassen weten dat de boosheid over is, maar het kind dat nog wat tijd nodig heeft, is bijzonder knap uitgewerkt. De slotbeelden, waar de vader de laatste resten weerbarstigheid van zijn zoon zachtjes wegwerkt, danken hun grote intimiteit aan Verplanckes vermogen om een beeld te scheppen van binnenuit. Precies dat ? en Verplancke excelleert hier zonder meer in ? maakt de grote kwaliteit uit van dit boek. De sterke prenten, de heldere, goed doordachte verhaalopbouw en de vloeiende, narratief sterk uitgebouwde beeldsequenties spreken de intuïtie aan. Een kind ziet en voelt wat de volwassene rationaliseert. Appelmoes is evenzeer een boek voor zonen en dochters als voor ouders.
Daar waar Verplancke de woorden weglaat, dragen de prenten het hele complexe, emotionele gegeven. Woorden zouden er alleen maar bovenop komen, ze zouden de intensiteit van het moment verstoren. Dat is een zeer gelukkige keuze geweest en Verplancke is ook in de rest van het boek zuinig met woorden, de tekst blijft grotendeels op de achtergrond. Maar ik vraag me af of Verplancke het niet verder had kunnen doortrekken. 'Woorden zijn voor mij een tool, [...] ze zullen bij mij altijd dienstbaar zijn aan het beeld', zegt hij zelf. Woorden die slechts een tool zijn, steken echter af naast prenten die inhoudelijk en grafisch ten volle overtuigen. Globaal genomen heeft Verplancke zijn tekst zeer zorgvuldig afgewogen en een paar keer overtuigt hij volledig met een mooi gelaagd, poëtisch beeld als 'Hij blaast de pijn weg in mijn knie / en vangt verdwaalde dromen / terwijl ik slaap.' En het zangerige ritme van: 'Janneman, / wees niet bang. / Een donderpapa / duurt niet lang.' is een geslaagde uitnodiging aan kleuters om helemaal mee te gaan in het verhaal. Moet ik er dan per se over vallen wanneer een ander beeld mij niet frappeert, of wanneer een zinnetje eens niet zo goed bekt? Misschien niet, maar op de momenten dat de tekst niet tot overeenstemming komt met de intimiteit en de expressiviteit van de prenten, vind ik het spijtig dat hij er staat.
De discrepantie tussen tekst en beeld in de Vlaamse prentenboeken is allang een moeilijke kwestie en de critici weten er niet altijd blijf mee. Excellente illustratoren zoals Verplancke, Cneut en Vandenabeele hebben vaak genoeg teksten geïllustreerd van schrijvers die ver achterblijven bij de kwaliteit van de tekenaars. Critici leggen dan, begrijpelijk, de nadruk op het beeld en over de tekst wordt schroomvol gezwegen. Verplancke levert als schrijver werk af dat vormelijk en inhoudelijk stukken interessanter is dan wat er in het merendeel van de Vlaamse prentenboeken te lezen valt. Maar hij is in de eerste plaats tekenaar, en excelleren doet hij alleen in de prenten. [Jen de Groeve]
Eva Kramer
'Mijn papa heb ik gekregen. Hij was er bij mijn geboorte en ik heb hem nog altijd.' De papa van Janneman (ik-figuur) heeft warme handen en zijn vingers smaken naar appelmoes. Op zijn kin groeit wel eens een cactus. Soms zijn de handen van papa koud: een donderpapa. In het bos donderen de bomen dat hij naar bed moet en zijn schoenen op moet ruimen. Wanneer papa dondert wordt zijn zoon bang. Dan zwijgen de bomen en ruikt hij appelmoes. Warm prentenboek gemaakt vanuit de beleving van een jong kind. De bijzondere, kleurrijke illustraties zijn sfeervol en sprekend. Vervormde, lange ledematen versterken de expressie. De zinnen zijn eenvoudig, geestig en beeldend. Op pagina’s met tekst zijn een of meer woorden dik gedrukt. Mooie, gebonden uitgave. Klaas Verplancke won in 2001 de Bologna Ragazzi Award. Humoristisch prentenboek voor jong en oud over vader-zoon relatie en boos zijn. Onderscheiden met een Boekenwelp 2011. Vanaf ca. 4 jaar.
Gert Broeckx
ua/an/22 j
De papa in dit prentenboek kan heerlijk zacht en leuk zijn. Maar soms is een papahoofd hutspot, op zijn kin groeit een cactus en zijn adem ruikt naar bloemkool. Hij heeft sterke spieren die ook moe worden en dan luisteren zijn oren niet meer. Hij heeft warme handen en zijn vingers smaken naar appelmoes. Maar als papa zwijgt, hangt er onweer in de lucht. Dan is hij een donderpapa, en gaat het jongetje naar het bos van Anders-en-Beter, op zoek naar een nieuwe papa. Maar ook daar hangen de vermaningen van de donderpapa nog in de lucht. Terug thuis doet een redelijk angstaanjagende papa de deur open, maar bij een kommetje appelmoes wordt hij weer de vertrouwde papa.
Herkenbare situaties en gevoelens van vaders en zonen worden in zeer sprekende, krachtige prenten neergezet. Ze bevatten vaak, net als de tekst, aardig wat symboliek, wat het geen makkelijk boek maakt. Maar alles wordt consequent vanuit het standpunt van het kind benaderd. Een prentenboek dat erom vraagt om samen, door volwassene en kind, te worden bekeken en dat ook voor gespreksstof zal zorgen.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.