Het laatste gedicht : onsterfelijke gedichten uit Nederland en Vlaanderen
Elsbeth Etty
Elsbeth Etty (Samensteller)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Prometheus, 2012 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 12870 |
30/06/2012
Voor het samenstellen van deze bloemlezing begroef NRC-critica Elsbeth Etty zich vorige zomer in de kelders van de Nederlandse Koninklijke Bibliotheek, op zoek naar twintigste-eeuwse erotiek in de letteren van de Lage Landen. Dat leverde precies vierentachtig erotische verhalen van bekende en minder bekende schrijvers op, die Etty chronologisch heeft gebundeld. Gedurende haar selectieproces liet ze romanfragmenten bewust links liggen, omdat het in stukken snijden en het zonder context opdienen van bepaalde romanscènes ‘een vorm van omgekeerde censuur’ zou betekenen. In haar inleiding onderschrijft ze het huizenhoge cliché dat mannen enkel aan hun trekken komen met behulp van onpersoonlijke seksscènes, terwijl vrouwen eerder een (kort)verhaal nodig hebben om in de stemming te raken. Bovendien blijkt suggestie bij vrouwen veel effectiever te werken en hebben de dames, als we de Amerikaanse schrijfster Erica Jong mogen geloven, de erogene zones blijkbaar in het hoofd steken.
De vraag of bij erotische schrijfsels het literaire karakter dan wel de prikkeling dient te domineren, hield de bloemlezeres bij de keuze van haar verhalen voortdurend bezig. Uiteindelijk voldeed het peil van Etty’s eigen geilheid als maatstaf bij de selectie van de kortverhalen en ze geeft graag toe dat ze geprikkeld wordt door alle denkbare pornoclichés, zolang ze maar goed geschreven zijn: ‘Verboden seks, aberraties van welke aard dan ook, onmogelijke verlangens, niet te beheersen obsessies en ga zo maar door’. Met de erotische spanning van het vooruitgeschoven verboden genot, zoals in de verschillende sensuele passages uit Vladimir Nabokovs Lolita, als voornaamste graadmeter, aldus de samenstelster.
Met een langzaam zinderende ode aan de naar Oblomov gemodelleerde Orlando Orlandini in het kortverhaal De lof der luiheid bijt Louis Couperus (1863) als oudste de spits af: ‘Wat is het, juist door die vlieg, stil om mij, roerloos stil. Op mijn schrijftafel hóór ik een roos ontbladeren. De parfum van die abrikozen is wel heel zwoel, heel zwaar…’ Terwijl de jonge columniste Renske de Greef (1984), die de lesbische liefde in korte, staccato commando’s beveelt, deze bloemlezing meer dan honderd jaar later afsluit: ‘Het idee om mijn kut te tonen is zo plastisch opeens. Dan haar kut maar. Ik zak op mijn knieën en kijk naar haar kut. Hij is mooi, geschoren, subtiel. Maar hij is vooral zo ontzettend dichtbij’. Of de vleselijke lust in Nederlandstalige kortverhalen gelijke tred houdt met onze almaar losser wordende maatschappelijke mores is een andere studie waard. Feit is dat Etty’s ervaring bij het in elkaar puzzelen van deze bloemlezing is dat ‘goede erotica per definitie goede literatuur is’. Bijgevolg kan een goed eroticum het niet stellen zonder ‘luisterrijke metaforiek, fantasie, meesterlijke dialoog en splijtend psychologisch inzicht’. Toch wordt op verschillende pagina’s in expliciete beelden heel wat afgevogeld en tussen al dat liefde bedrijven door vaak over weinig andere dingen gepalaverd. Geen grote levensvragen bijvoorbeeld, nagenoeg geen verbeelding en vaak uitsluitend seks. Zo is er de Nederlands-Surinaamse televisiepresentator Guilly Koster (1955), die zich in het kortverhaal Video als een voyeur uit. Met een stethoscoop in de ene hand en de andere rond het geslachtsdeel geklemd, kijkt de hoofdpersoon door een spleet in de muur toe hoe een grote blonde vrouw zich laat vullen door twee zwarte mannen. Waarop een van die kleurlingen: ‘White girls are always ’ot in die pussy!’ Terwijl in het verhaal Haar knie woof wuivend langs de hemel van Heere Heeresma (1932), auteur van de semipornografische klassieker Gelukkige paren, de onappetijtelijke Ada Wildekamp erin slaagt een jonge crimineel mee naar huis te lokken. Van zodra de dame in kwestie zich heeft uitgekleed, smelt ’s mans erectie echter als sneeuw voor de zon: ‘Zijn luststengel. Klein, ineengeschrompeld en tot niets in staat. […] Als de mosterd nadat de kroketten zijn gegeten. Maar ze had nog in het geheel niets geconsumeerd!’
Verder worden in deze bloemlezing wel meer clichés voor verhalen gehouden. Zo beschrijft Monika Sauwer (1946) in Container de belevenissen van een getrouwde vrouw die het echtelijk bed deelt met een stoere vuilnisman: ‘Zijn lul dringt zonder scrupules binnen. Machteloos neergedrukt moet ik zijn stoten ondergaan’. De mannelijke erotische fantasie van de ervaren vrouw wordt dan weer geïllustreerd in Bernard Dewulfs (1960) Pense à moi: ‘Ze konden vaak zijn moeder zijn, maar wanneer hij in de klas tijdens hun oefeningen langs hun volleerde lichamen liep, voelde hij een verlangen dat hij niet ervoer bij leeftijdgenoten’.
Hoewel de meeste van deze erotische verhalen overkomen als langdradige platitudes, vallen er bij schrijvers die in eerste instantie weinig met erotiek van doen hebben en de platgetreden paden van de erotische fantasie laten voor wat ze is, een aantal pareltjes te rapen. Zo is er het bloedgeile gedicht Luís Cimatarra: de heilige Maria Juana van W.F. Hermans (1921): ‘En mijn horizontale mond / vormt een kruis met je verticale: je snede. […] Onze naakte helften liggen samen / als de kiemlobben van een gepelde boon’. Een paar verhalen verder is het de beurt aan Harry Mulisch (1927), die met zijn Harry en het woord bewijst dat lust en humor wel degelijk samen kunnen gaan. Terwijl de kleine Harry niet weet wat neuken betekent, is hij er rotsvast van overtuigd (want hij heeft het tenslotte zijn vriendje Koos Bakker beloofd) dat hij het zeker gaat doen: ‘Misschien was neuken wel een woord uit een vreemde taal, dat zou heel goed kunnen, dat het bij voorbeeld een duits woord was. Maar dan betekende het ook iets, bij voorbeeld iets waar in het nederlands geen woord voor bestond!’
Met zo’n dikke duizend pagina’s biedt deze bloemlezing een rijke oogst van suggestieve of expliciete erotische literatuur. Goede erotica is niet altijd goede literatuur, maar ze zal de geilaards onder ons, ook zonder prenten, bevrediging kunnen schenken.
[Bjorn Verlinde]
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.