Bladerval in een warme slachtmaand
Pjeroo Roobjee
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Bebuquin, 2012 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 12489 |
15/12/2013
Na zijn opleiding aan de Academie voor Schone Kunsten in Gent verwierf Pjeroo Roobjee (pseudoniem van Dirk De Vilder) niet alleen bekendheid als schilder en graficus, maar ook als literair auteur, causeur en entertainer. Hij werd meermaals onderscheiden, onder meer met de Louis Paul Boonprijs (1998) en de Arkprijs van het Vrije Woord (1998). Zijn literaire oeuvre is heel uiteenlopend: verhalen, gedichten, romans, en ook behoorlijk wat toneel. Hij vertaalde en bewerkte een aantal toneelteksten (onder meer van Marcel Achard, Gildas Bourdet, Fernand Crommelynck, Tankred Dorst), en schreef ook oorspronkelijke toneelstukken zoals Wolfsklem en Mijn zoetje Junior. Soms liet hij zijn inspiratie grasduinen langs het werk van Tsjechov, Shakespeare, Claus en Crommelynck (zoals het stuk Omhelzingen). Enkele bewerkingen zijn slechts in de verte ‘geïnspireerd door’ of geschreven ‘naar’ bestaande teksten, en kunnen beschouwd worden als eigen creaties. Zoals bijvoorbeeld De verrijzenis van de fameuze Monseigneur Hamlet, Prins van Denemarken. Ook Faust ofte Krakeling beneden de Louteringsberg, geïnspireerd door het aloude verhaal van Doctor Faustus in de versie van Goethe, is een volwaardig nieuw stuk.
Roobjee schreef deze Faust-versie op vraag van de acteurs Jan Decleir en Koen De Sutter, en van het Theater Zuidpool te Antwerpen. De samenwerking tussen Roobjee en Decleir dateert al van enkele decennia terug: Decleir speelde onder meer de soloproductie Het offer is te kort (1984) en Wolfsklem (geïnspireerd op het dierenepos Ysengrimus, 1986) met zijn toenmalige gezelschap Karmyn-Ishidoor, en hij regisseerde Roobjees versie van Hamlet bij het Nederlands Toneel Gent in november 1992. Ze zijn zielsverwanten en vrienden. Faust ofte Krakeling beneden de Louteringsberg omvat slechts een goede vijftig bladzijden, de Faust (een en twee) van Goethe in de vertaling van Adama van Scheltema telt 436 pagina’s. In Goethes versie is er een hele stoet acteurs en actrices nodig, Roobjee laat het verhaal vertellen en vertolken door slechts twee spelers. Overigens is de tekst van Roobjee allesbehalve een erg verkorte of fel ingedikte versie van Goethes magnum opus. Roobjee herschept Faust tot een nieuw personage. Het gaat wel over Herr Faust, die zijn ziel aan de duivel verkoopt in ruil voor 24 jaar trouwe dienst vanwege Mefisto, die al zijn wensen moet vervullen. Een Faust die door Mefisto naar de hel dreigt meegevoerd te worden, waarbij Mefisto toch de duimen moet leggen. Maar die zeker niet door de bemiddeling van Gretchen of Mater Gloriosa (of welke vorm dan ook van das Ewig-Weibliche) ten hemel wordt geleid. Het is een Herr Faust die uiteindelijk tot het besef komt dat de duivel niet bestaat (tenzij enkel maar tussen zijn eigen oren), waarna hij in een uitbundige vreugdedans door een hartaderbreuk aan zijn einde komt.
Roobjee hanteert in deze Faust-versie zoals in zijn vorige theaterteksten opnieuw een uitbundige en beeldrijke taal, vol met woordspelingen, archaïsmen, of zelfgemaakte woorden. Voor sommigen is deze oeverloze vloed van het goede te veel, anderen krijgen maar niet genoeg van dit abondante woordenspel. Eén ding is zeker: Roobjee is hier eens te meer een duivelse en sublieme taalkunstenaar, met een eigen uitzonderlijke en hoogst persoonlijke, barokke en unieke stijl. [Toon Brouwers]
Redactie Vlabin-VBC
Deze Belgische kunstenaar verwierf niet alleen bekendheid als schilder en graficus, maar ook als literair auteur en entertainer. Zijn literaire oeuvre is heel uiteenlopend: verhalen, gedichten, romans en behoorlijk wat toneel. Hij vertaalde en bewerkte een aantal toneelteksten en schreef ook oorspronkelijke toneelstukken. Ook deze tekst, geïnspireerd door het aloude verhaal van Doctor Faustus in de versie van Goethe, is een volwaardig nieuw stuk. De tekst omvat slechts een goede vijftig bladzijden, terwijl het origineel vele honderden pagina’s dik is. Waar in Goethes versie een hele stoet acteurs en actrices opdraaft, wordt het verhaal hier verteld en vertolkt door slechts twee spelers. Toch is het allesbehalve een erg verkorte of ingedikte versie van Goethes magnum opus; Faust wordt hier herschapen tot een nieuw personage. De auteur hanteert een uitbundige en beeldrijke taal, vol met woordspelingen, archaïsmen en zelfgemaakte woorden. Hij is hier eens te meer een duivelse en sublieme taalkunstenaar, met een eigen, uitzonderlijke en hoogst persoonlijke, barokke en unieke stijl.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.