Stemmen op schrift : geschiedenis van de Nederlandse literatuur vanaf het begin tot 1300
Frits van Oostrom
Anne Marie Musschoot (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Academia Press, 2013 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : OVER LITERATUUR-SCHRIJVERS : NEDERLANDS 850.3 MUSS |
31/01/2014
Van Cyriel Buysse tot Maurice Gilliams, van Willem Elsschot tot Stefan Hertmans, het is slechts een greep uit de vele auteurs die aan bod komen in Verschuivingen en ontgrenzingen, een bundel met opstellen over de moderne Vlaamse en Nederlandse literatuur van de Gentse oud-hoogleraar Anne Marie Musschoot. Het gaat om teksten die hoofdzakelijk werden geschreven in het laatste decennium van de vorige eeuw en het eerste decennium van deze eeuw en die specifiek rond het thema van de literaire verandering en evolutie werden uitgezocht, en daardoor — ondanks de diversiteit aan auteurs en onderwerpen — een vrij opmerkelijke samenhang laten zien, wat bij dit soort verzamelbundels allerminst een evidentie is.
Het begrip ontgrenzing uit de titel is in elk geval ook toepasbaar op de interessesfeer van de auteur, die bijzonder ruim is en zich aan grenzen weinig gelegen laat liggen. Musschoot schrijft zowel over negentiende-eeuwse auteurs als Gezelle, Zetternam en Buysse, als over de postmoderne auteurs Leon de Winter, Louis Ferron en Stefan Hermans. Daarnaast focust ze in de eerste plaats op de Vlaamse literatuur, maar schenkt ze ook aandacht aan Nederlandse auteurs én aan allerlei vormen van grensverkeer met andere Europese literaturen. Zo wijdt ze twee artikelen aan de wisselwerking tussen de Vlaamse en de Frans-Belgische literatuur en brengt ze de auteurs die ze behandelt, haast steevast in verband met buitenlandse voorbeelden en gesprekspartners. Alleen al in een van de twee stukjes over Maurice Gilliams vallen de namen van onder meer Ter Braak en Du Perron, Leopold, Marsman, Rilke, Alain-Fournier, Jacobsen, Novalis, Goethe, Villiers de l’Isle-Adam, Laforgue, Proust, Huxley en Eliot. Ten slotte komen ook heel verschillende vormen van literatuur aan bod. Zo wordt er opvallend veel aandacht besteed aan literatuur die vooral op zichzelf betrokken is (van de poésie pure van Van Ostaijen tot het ‘autonome kunstwerk’ van Gilliams), maar tegelijk peilt de auteur ook naar de ‘sociaal-kritische’ literaire traditie in Vlaanderen, van Zetternam over Buysse tot Boon.
Dat alles maakt dat Verschuivingen en ontgrenzingen een mooie introductie biedt tot heel verschillende facetten van de Nederlandse literatuur in de negentiende en de twintigste eeuw. In die veelheid aan auteurs, boeken, genres en stromingen brengt de auteur met vaste hand onderscheidingen aan en laat ze het niet na om grote lijnen te trekken. We schreven al dat het boek vooral is opgebouwd rond het idee van de verschuiving: de belangstelling gaat uit naar auteurs die elk op hun manier breken met de traditie en aan nieuwe literaire opvattingen gestalte geven. Daar staat echter tegenover dat er een sterke tendens aanwezig is om niet alleen naar breuken, maar ook naar verbanden tussen auteurs op zoek te gaan, en om grotere tradities in kaart te brengen. Auteurs als Gilliams, De Wispelaere en Hertmans bijvoorbeeld worden nadrukkelijk met elkaar vergeleken, omdat ze een gerichtheid op het literaire werk als een talige constructie combineren met een openheid voor autobiografie en zelfexploratie. Om geheel andere redenen worden Zetternam, Buysse en Boon met elkaar verbonden, of Gezelle, Van de Woestijne en Van Ostaijen. Musschoot neemt daarbij het woord traditie zelf herhaaldelijk in de mond. Bovendien signaleert ze parallellen tussen de cultuur van het fin de siècle van de negentiende eeuw en het fin de siècle van de twintigste eeuw. Er is in de bundel dan ook niet alleen plaats voor verschuivingen en ontgrenzingen, maar juist ook voor allerlei vormen van continuïteit. Dat resulteert in een bijzonder evenwichtig en genuanceerd geheel, waarin wordt gewezen op de unieke plaats van individuele auteurs, maar waarin die ook steeds weer worden gesitueerd binnen het grotere geheel van een tijd, een traditie of een stroming.
De drang om te historiseren en te nuanceren vormt in elk geval een van de grootste kwaliteiten van het boek. Bovendien wordt de lezer op een heel geduldige manier bij de hand genomen en zijn de teksten steeds helder en didactisch opgebouwd. Die sterktes vormen meteen ook de zwaktes van de bundel. De didactische toon wordt bij momenten ook wel heel erg schools en de keerzijde van de zin voor nuance is dat het boek niet echt grossiert in uitgesproken originele of vernieuwende ideeën over literatuur en literatuurstudie. De verspreide algemene beschouwingen over het modernisme en het postmodernisme bijvoorbeeld, die als achtergrond dienen voor de besproken teksten en auteurs, beperken zich vaak tot vrij conventionele noties en leunen soms dicht aan bij het clichématige. Dat neemt niet weg dat Verschuivingen en ontgrenzingen een mooie staalkaart biedt van het onderzoek dat Musschoot verscheidene decennia lang heeft verricht naar de Nederlandstalige literatuur. Het is een bundel vol gedegen, genuanceerde, gevarieerde, erudiete en zowel voor de leek als de kenner toegankelijke beschouwingen over werken, auteurs en genres die haar duidelijk nauw aan het hart liggen. [Pieter Verstraeten]
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.